ECLI:NL:RBSHE:2010:BN0899
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de reikwijdte en uitleg van een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Sligro BV een vordering ingesteld tegen een voormalig werknemer, [gedaagde], op basis van een concurrentiebeding dat was opgenomen in hun arbeidsovereenkomst. De vordering is ingediend na de beëindiging van het dienstverband van [gedaagde], die per 1 april 2010 in dienst is getreden bij de Coöperatieve Inkoopcombinatie BIJEEN U.A. Sligro stelt dat [gedaagde] door deze overstap het concurrentiebeding overtreedt, dat hem verbiedt om gedurende een periode van twee jaar na beëindiging van zijn dienstverband bij Sligro in een concurrerende functie te werken.
De mondelinge behandeling vond plaats op 24 juni 2010, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Sligro heeft betoogd dat BIJEEN een concurrerende onderneming is, terwijl [gedaagde] dit heeft betwist. De kantonrechter heeft de tekst van het concurrentiebeding geanalyseerd en vastgesteld dat, hoewel de formulering niet geheel duidelijk is, de bedoeling van partijen wel degelijk blijkt uit de context. De rechter concludeert dat het concurrentiebeding niet zo ruim is dat het ook de detailhandel omvat, waar BIJEEN zich op richt, in tegenstelling tot Sligro, dat zich richt op de groothandel.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkzaamheden van [gedaagde] bij BIJEEN niet onder het bereik van het concurrentiebeding vallen, omdat Sligro en BIJEEN niet als concurrenten kunnen worden beschouwd in de zin van het beding. De rechter heeft de vorderingen van Sligro afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde]. Dit vonnis is uitgesproken op 8 juli 2010 door de kantonrechter J.P.M. van der Ham.