ECLI:NL:RBSHE:2010:BM8170
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in geschil over inschrijving in het Register beëdigde tolken en vertalers
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch zich gebogen over de bevoegdheid om kennis te nemen van een geschil dat voortvloeit uit de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv). De eiser, woonachtig in Goor, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad voor Rechtsbijstand, dat zijn aanvraag tot inschrijving in het Register beëdigde tolken en vertalers had geweigerd. De rechtbank oordeelde dat de minister van Justitie het bevoegde orgaan is voor besluiten met betrekking tot het register, en dat de rechtbank 's-Hertogenbosch zich onbevoegd moest verklaren, aangezien de eiser buiten het rechtsgebied van deze rechtbank woonde. De rechtbank heeft het beroepschrift doorgezonden naar de rechtbank Almelo, die wel bevoegd is om het geschil te behandelen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de wettelijke bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet kunnen worden genegeerd, ook niet als partijen instemmen met een beoordeling door de rechtbank 's-Hertogenbosch. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister verantwoordelijk is voor het register en dat de Raad voor Rechtsbijstand slechts een mandaat heeft om dit register te beheren. De uitspraak van de rechtbank is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de leden de argumenten van beide partijen hebben gehoord en de relevante wetgeving hebben toegepast.
De uitspraak is openbaar gedaan op 14 april 2010, en de rechtbank heeft zich formeel onbevoegd verklaard, waarmee de procedure naar de juiste rechtbank is doorverwezen. Dit benadrukt het belang van de juiste rechtsgang en de naleving van de wettelijke bevoegdheidsbepalingen in bestuursrechtelijke procedures.