ECLI:NL:RBSHE:2010:BM8166
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in geschil over inschrijving in het Register beëdigde tolken en vertalers
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch zich gebogen over de bevoegdheid om kennis te nemen van een geschil dat voortvloeit uit de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv). De eiser, woonachtig in Hoogeveen, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad voor Rechtsbijstand, waarin zijn aanvraag voor inschrijving als tolk in het register werd geweigerd. De rechtbank oordeelde dat de minister van Justitie het bevoegde orgaan is voor besluiten met betrekking tot het register, en dat de rechtbank 's-Hertogenbosch zich onbevoegd moest verklaren, aangezien de eiser buiten het rechtsgebied van deze rechtbank woonde. De rechtbank heeft het beroepschrift doorgezonden naar de rechtbank Assen, die wel bevoegd is om het geschil te behandelen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de relevante artikelen uit de Wbtv en de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besproken. Het oordeel was dat de minister verantwoordelijk is voor het register en dat de Raad voor Rechtsbijstand als mandaathouder optreedt. De rechtbank benadrukte dat, ondanks de instemming van partijen om het geschil door haar te laten beoordelen, de wettelijke bevoegdheidsbepalingen niet konden worden genegeerd. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing gezamenlijk hebben genomen.
De rechtbank heeft zich uiteindelijk onbevoegd verklaard en het beroep doorgezonden naar de rechtbank Assen, waar de eiser zijn woonplaats heeft. Deze uitspraak onderstreept het belang van de juiste rechtsgang en de bevoegdheid van de rechtbanken in bestuursrechtelijke zaken.