ECLI:NL:RBSHE:2010:BL9736
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
ISD-maatregel en de rol van reclasseringsrapporten in strafzaken
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 2 april 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal. De tenlastelegging omvatte twee feiten van diefstal, waarbij de verdachte op 1 oktober 2009 in Valkenswaard een fles Port en een pak jus d'orange heeft weggenomen, en op 2 juni 2009 vijftien pakjes sigaretten uit een supermarkt heeft gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte heeft de feiten bekend, en de rechtbank heeft op basis van de aangifte en de verklaring van de verdachte geoordeeld dat de feiten wettig en overtuigend bewezen zijn.
De rechtbank heeft vervolgens de ISD-maatregel overwogen, waarbij het reclasseringsrapport van 16 maart 2010 als essentieel werd beschouwd. De verdediging betoogde dat het rapport niet deugdelijk was, omdat er geen volledig psychologisch onderzoek was uitgevoerd. De rechtbank verwierp dit standpunt en oordeelde dat het rapport voldoende onderbouwd was en voldeed aan de wettelijke eisen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, het recidivegevaar en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. Gezien de voorgeschiedenis van de verdachte, die meermaals onherroepelijk was veroordeeld voor strafbare feiten, achtte de rechtbank de ISD-maatregel noodzakelijk om recidive te voorkomen en de maatschappij te beschermen.
De rechtbank legde de maatregel voor de maximale termijn van twee jaar op, met de bepaling dat er negen maanden na aanvang van de tenuitvoerlegging een tussentijdse beoordeling zal plaatsvinden. De uitspraak benadrukt de rol van reclasseringsrapporten in de beoordeling van de noodzaak van een ISD-maatregel en de vereisten die aan dergelijke rapporten worden gesteld.