ECLI:NL:RBSHE:2010:BL9411
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekening van loon bij derdenbeslag en de rechtsverhouding tussen schuldenaar en derde-beslagene
In deze zaak heeft de Gemeente Breda een vordering ingesteld tegen [V] B.V. met betrekking tot een executoriaal derdenbeslag op het loon van [X]. De Gemeente Breda heeft op 25 augustus 2009 derdenbeslag gelegd op de periodieke betalingen van het loon van [X] bij [V]. De aanleiding voor het beslag was een lening van € 5.000,- die [V] op 5 juli 2009 aan [X] had verstrekt, met de afspraak dat [X] maandelijks € 150,- zou aflossen. De Gemeente Breda stelt dat [V] niet heeft voldaan aan de verplichting om de verschuldigde bedragen uit te betalen, zoals bepaald in artikel 477 lid 2 Rv.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van [V] op [X] vóór de beslaglegging is ontstaan en dat de maandelijkse aflossingen opeisbaar zijn tegelijk met het loon dat [V] aan [X] verschuldigd is. Dit betekent dat [V] in principe het recht heeft om de aflossingen te verrekenen met het loon van [X]. De rechter heeft echter ook opgemerkt dat de Gemeente Breda heeft betwist dat er een geldleningsovereenkomst is gesloten en dat er geen bewijs is geleverd voor de inhoudingen op het salaris van [X].
De zaak is aangehouden voor het overleggen van bewijsstukken door [V], waaronder de akte van de leningsovereenkomst en loonspecificaties. De kantonrechter heeft de zaak naar de rolzitting verwezen voor verdere behandeling, waarbij de Gemeente Breda de gelegenheid krijgt om te reageren op de ingediende stukken. De beslissing van de kantonrechter is genomen op 25 februari 2010, waarbij de verdere beslissing is aangehouden tot de rolzitting van 18 maart 2010.