ECLI:NL:RBSHE:2010:BL8940

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
25 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
660933
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E.J. Spoor
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontbinding van overeenkomst en terugbetaling bij gebrekkige levering van glas-in-loodramen

In deze zaak vorderde eiser, vertegenwoordigd door DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij NV, ontbinding van de overeenkomst met gedaagde, die glas-in-loodramen had geleverd. Eiser stelde dat de geleverde ramen niet voldeden aan de overeenkomst, omdat ze zichtbaar vuil en krassen vertoonden. De overeenkomst was op 13 augustus 2007 gesloten voor een totaalbedrag van € 1100,-, waarvan een aanbetaling van € 550,- was gedaan. Na de levering op 20 of 22 januari 2008 meldde eiser dat hij niet tevreden was over de kwaliteit van de ramen. Gedaagde bood aan om twee van de ramen te vervangen, maar eiser weigerde dit en vorderde uiteindelijk ontbinding van de overeenkomst en terugbetaling van het volledige aankoopbedrag.

Tijdens de comparitie van partijen op 16 februari 2010 werd duidelijk dat er een expert was ingeschakeld om de kwaliteit van de ramen te beoordelen. Eiser voerde aan dat de expert had vastgesteld dat de ramen niet aan de overeenkomst voldeden, maar gedaagde betwistte dit en stelde dat de expert niet op de juiste wijze had beoordeeld. De kantonrechter oordeelde dat de aanpassingen in het expertiserapport, die op verzoek van DAS waren gedaan, de bevindingen in het voordeel van eiser leken te beïnvloeden. De kantonrechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat gedaagde tekort was geschoten in de overeenkomst.

Uiteindelijk wees de kantonrechter de vorderingen van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten van gedaagde, die op dat moment op € 150,- werden vastgesteld. De uitspraak vond plaats op 25 maart 2010.

Uitspraak

RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, locatie 's-Hertogenbosch
Zaaknummer : 660933
Rolnummer : CV EXPL 09-11470
Uitspraak : 25 maart 2010
in de zaak van:
1. [de heer M]
2. [mevrouw A]
wonende te [woonplaats]
eisers,
gemachtigde: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij NV
(mr J. Witteveen),
t e g e n :
[de heer K], h.o.d.n. Glas-in-loodbedrijf [K],
wonende te Zeeland, gemeente Landerd ,
gedaagde,
gemachtigde: J.W. Koenders,
Partijen zullen verder worden aangeduid als '[eiser]' in enkelvoud en '[gedaagde]'.
De procedure
1.1. [eiser] heeft bij dagvaarding en na vermeerdering van eis gevorderd dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair
de overeenkomst van [eiser] met [gedaagde] omtrent acht glas-in-loodramen zal ontbinden en dat [gedaagde] veroordeeld wordt tot terugbetaling aan [eiser] van het volledige aankoopbedrag van € 1100,- waartegenover [eiser] de acht glas-in-loodramen dient te retourneren aan [gedaagde];
subsidiair
[gedaagde] zal veroordelen tot betaling van een bedrag groot € 1600,- ter zake herstelkosten van de glas-in-loodramen;
primair en subsidiair
[gedaagde] zal veroordelen tot betaling aan [eiser] van de expertise kosten ad € 746,13 inclusief BTW;
[gedaagde] zal veroordelen in de buitengerechtelijke kosten ad € 357,-- plus € 11,- ter zake kosten voor een uittreksel kadaster (de kantonrechter begrijpt handelsregister), alsmede in de proceskosten.
1.2. [gedaagde] is in rechte verschenen en heeft een conclusie van antwoord genomen.
1.3. Daarna heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden op 16 februari 2010. Ter gelegenheid van die comparitie heeft [eiser] nog een akte vermeerdering van eis genomen. Ter comparitie zijn met instemming van [gedaagde] nog stukken overgelegd zijdens [eiser].
Daarna is vonnis bepaald.
Het geschil en de beoordeling ervan
2. In rechte kan van de navolgende tussen partijen vaststaande feiten worden uitgegaan.
Op 13 augustus 2007 hebben partijen een overeenkomst gesloten betreffende de koop en levering van acht glas-in-loodramen (floatglas) inclusief dubbele beglazing waarin de glas-in-loodramen werden ingesloten voor een totaalbedrag van € 1100,-. [gedaagde] heeft op 10 september 2007 een aanbetaling van € 550,- ontvangen. De ramen zijn op 20 of 22 januari 2008 door [gedaagde] aan [eiser] geleverd. Daarbij is de factuur voor het restantbedrag van
€ 550,- aan [eiser] overhandigd. Op of omstreeks 11 februari 2008 heeft [eiser] aan [gedaagde] medegedeeld dat hij niet tevreden was over de geleverde ramen. [gedaagde] is op 12 februari naar [eiser] toegegaan om de ramen aldaar te beoordelen. Hetzij omdat een adequate beoordeling vanwege het licht niet mogelijk was (aldus [gedaagde]), hetzij omdat [gedaagde] het met [eiser] eens was (aldus [eiser]), heeft [gedaagde] vier ramen overgebracht naar Quick Glas BV te Tilburg. Dit is het bedrijf dat de glas-in-loodramen in dubbel glas had ingesloten. [gedaagde] heeft vervolgens voorgesteld om twee glas-in-loodramen van nieuwe dubbele beglazing te voorzien. Na enig heen en weer geschrijf en na inschakeling van de gemachtigde van [eiser] heeft [eiser] op 10 oktober 2008 met dit voorstel ingestemd.
Op 24 oktober 2008 zijn de vier glas-in-loodramen, waarvan twee opnieuw ingebouwd in dubbele beglazing, bij [eiser] afgeleverd. [eiser] heeft vervolgens het restantbedrag ad
€ 550,- aan [gedaagde] voldaan.
3. [eiser] doet zijn vordering steunen op bovenstaande feiten alsmede op het volgende.
Na de levering op 24 oktober 2008 heeft [eiser] wederom krassen en vuil in de ramen ontdekt. Na melding hiervan heeft [gedaagde] aangegeven niets te willen herstellen. [eiser] heeft vervolgens een ander bedrijf twee offertes laten opmaken teneinde de herstelkosten en de kosten voor acht nieuwe ramen te bepalen. De herstelkosten zijn hoger dan de kosten voor acht nieuwe ramen. In opdracht van de gemachtigde van [eiser] is een expertise door CED Nomex verricht teneinde de kwaliteit van de glas-in-loodramen te beoordelen. Volgens [eiser] is [gedaagde] door de expert in de gelegenheid gesteld om daarbij aanwezig te zijn maar heeft [gedaagde] daarvan afgezien. [eiser] stelt dat de expert heeft geconstateerd dat alle acht glas-in-loodramen zichtbaar vuil bevatten langs de loodranden van het glas. Dit is vuil van handen dat is achtergebleven. Het glas in lood is derhalve verwerkt in het dubbel glas terwijl het niet voldoende was gereinigd. Tevens meldt de expert dat er diverse krasjes zichtbaar zijn, variërend van circa 5 mm tot enkele centimeters. [eiser] brengt het expertiserapport in het geding. [gedaagde] is in de gelegenheid gesteld de ramen te vervangen, doch hij heeft dit geweigerd. [eiser] wil thans de overeenkomst ontbinden. De glas-in-loodramen beantwoorden volgens hem niet aan de overeenkomst. Dit is een aan [gedaagde] toerekenbare tekortkoming
4. [gedaagde] heeft, kort weergegeven, het volgende verweer gevoerd.
Hij betwist dat de ramen niet aan de normen voldeden. Het betreft hier handwerk waarvoor de NEN-normen niet opgaan. Uit coulance heeft hij voorgesteld om twee glas-in-loodramen te vervangen. [eiser] heeft volgens hem de glas-in-loodramen kritisch bekeken toen hij deze in oktober 2008 afleverde, en heeft daarmee ingestemd. Hij heeft vervolgens een hele tijd niets van [eiser] gehoord. Hij was in de week van 7 april 2009 niet thuis, zodat hij de uitnodiging van de expert om op 14 april op het adres van [eiser] aanwezig te zijn pas op 13 april 2009 onder ogen kreeg. Hij heeft daarop direct een fax aan de expert verstuurd. Deze fax is door hem in het geding gebracht. Daarin is vermeld dat hij op 14 april 2009 verhinderd is, maar graag telefonisch contact wil hebben. Vervolgens heeft hij op 14 april 2009 contact opgenomen met CED Nomex BV en heeft verzocht de beoordelaar te mogen spreken. Aan zijn verzoek om te worden teruggebeld is niet voldaan. Uit het expertise rapport blijkt dat de beoordelaar de glas-in-loodramen op zeer korte afstand van het glas heeft beoordeeld. [gedaagde] wijst erop dat de NEN-normen voor floatglas te streng zijn voor glas-in-loodramen. Echter, zelfs voor floatglas geldt dat de ruiten beoordeeld dienen te worden op ooghoogte op een afstand van 2 meter, waarbij alleen visueel storende fouten worden genoteerd. Het glas dient voorts voor een mat zwarte achtergrond beoordeeld te worden bij diffuus daglicht. Uit het rapport blijkt niet dat hieraan is voldaan. [eiser] wijst er voorts op dat uit het rapport van de expert blijkt dat er wijzigingen en aanvullingen op de concept rapportage zijn gedaan door de gemachtigde van [eiser].
5. De kantonrechter oordeelt als volgt.
Ter gelegenheid van de comparitie van partijen heeft de kantonrechter aan [eiser] en diens gemachtigde gevraagd om het conceptrapport van de expert in het geding te brengen, daar [gedaagde] er terecht op wijst dat dit rapport kennelijk naar aanleiding van opmerkingen zijdens DAS is aangepast. [gedaagde] is door de expert niet in de gelegenheid gesteld om op het conceptrapport te reageren voordat deze overging tot het maken van een eindrapport.
Ter zitting is gebleken dat in het rapport van CED Nomex BV, voor wie B. [naam] de expertise deed, op verzoek van DAS de volgende wijzigingen zijn aangebracht:
de alineas met de volgende tekst " ons inziens zijn de ongeregeldheden op een afstand van 1,5 m niet zichtbaar behoudens de twee grotere ruiten die naast de voordeur geplaatst moeten worden. In deze ruiten zijn langere krassen zichtbaar die ook van een afstand van 1,5 m zichtbaar zijn" en
" ons inziens is het reëel om de twee grote ramen naast de voordeur te vervangen door nieuwe ramen. In deze ramen zijn de grotere krassen zichtbaar die ook op een afstand van 1,5 m zichtbaar zijn. Ook worden deze ramen op een lagere hoogte geplaatst en zijn daardoor beter zichtbaar. De overige ramen worden hoger geplaatst in de bovenlichten van de ramen en de gebreken zijn ons inziens op een afstand van 1,5 m niet zichtbaar"
zijn voorzien van de opmerking "WEGLATEN".
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] dan wel diens gemachtigde DAS de expert ten onrechte ertoe gebracht heeft om diens oorspronkelijke rapport zodanig aan te passen dat de bevindingen en conclusies van de expert in hun voordeel lijken te zijn. Tussen partijen staat immers vast, zoals door beide partijen ter comparitie bevestigd, dat de twee grote ramen waarvan de expert in het geschrapte gedeelte van zijn oorspronkelijke rapport schrijft dat het reëel is deze te vervangen, niet de twee ramen betreffen die volgens de nadere overeenkomst van 10 oktober 2008 door [gedaagde] zouden worden vervangen.
[gedaagde] wijst er voorts terecht op dat glas-in-loodramen niet beoordeeld dienen te worden door deze van zeer korte afstand te bekijken. De expert zegt zelf in zijn rapport dat vuistregel is dat het glas op anderhalve meter afstand dient te worden beoordeeld. De door hem vastgestelde tekortkomingen zijn echter door hem op zeer korte afstand van het glas beoordeeld. De kantonrechter is derhalve van oordeel dat op grond van het expertiserapport niet kan worden vastgesteld dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nader tussen partijen op 10 oktober 2008 gesloten overeenkomst. Deze laatste overeenkomst is in de plaats gekomen van de oorspronkelijke overeenkomst.
Uit het bovenstaande volgt dat de vorderingen van [eiser] dienen te worden afgewezen.
[eiser] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten gevallen aan de zijde van [gedaagde].
De beslissing
De kantonrechter:
wijst de vorderingen van [eiser] af;
veroordeelt [eiser] in de proceskosten gevallen aan de zijde van [gedaagde], welke tot op heden worden bepaald op € 150,- terzake salaris gemachtigde.
Aldus gewezen door mr. E.J. Spoor, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 maart 2010.
Zaaknummer: 660933 blad 4
vonnis