ECLI:NL:RBSHE:2010:BL6801
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- E.C.M. de Klerk
- F.P.E. Wiemans
- D. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Deskundigenonderzoek in strafzaken met betrekking tot verdovende middelen
Op 19 februari 2010 heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een zaak waarin de officier van justitie een vordering had ingediend tot benoeming van een deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) voor onderzoek naar verdovende middelen. De rechter-commissaris had deze vordering op 9 februari 2010 afgewezen, met de overweging dat het gevorderde onderzoek niet als deskundigenonderzoek kon worden aangemerkt volgens de Wet deskundige in strafzaken. De officier van justitie was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep aangetekend.
De rechtbank heeft de beschikking van de rechter-commissaris vernietigd en geoordeeld dat het onderzoek naar de samenstelling van stoffen in relatie tot de Opiumwet wel degelijk als deskundigenonderzoek moet worden aangemerkt. De rechtbank stelde vast dat het onderzoek niet door de opsporingsdienst werd uitgevoerd, maar door deskundigen van het NFI, wat essentieel is voor de kwalificatie als deskundigenonderzoek. De rechtbank benadrukte dat de interpretatie en analyse van het bewijsmateriaal cruciaal zijn in deze zaak.
De rechtbank heeft vervolgens de vordering van de officier van justitie toegewezen en één of meer deskundigen van het NFI benoemd om een rapport op te stellen over de vraag of het in beslag genomen materiaal middelen bevat die onder de Opiumwet vallen. De beslissing van de rechtbank is een belangrijke uitspraak over de rol van deskundigen in strafzaken en de voorwaarden waaronder deskundigenonderzoek kan worden uitgevoerd.