ECLI:NL:RBSHE:2010:BL5311
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in mensenhandelzaak met betrekking tot werving en vervoer van vrouwen
In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1967 en woonachtig in Nederland, werd de tenlastelegging ingediend op 12 augustus 2008. De verdachte werd beschuldigd van mensenhandel, waarbij hij in de periode van 11 maart 2008 tot en met 24 april 2008 in Eindhoven en Bladel, samen met onbekende medeplichtigen, vrouwen zou hebben geworven, vervoerd en gehuisvest met het oog op uitbuiting. De aanklacht omvatte ook het ontvoeren van vrouwen met de bedoeling hen te dwingen tot seksuele handelingen tegen betaling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. Tijdens de zitting op 5 februari 2010 werd de tenlastelegging gewijzigd, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte niet in zijn verdediging was geschaad door een schrijffout in de tenlastelegging. Na het horen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging, kwam de rechtbank tot de conclusie dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte werd vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De voorlopige hechtenis van de verdachte werd opgeheven, aangezien deze al op 13 juni 2008 was geschorst. Het vonnis werd uitgesproken op 19 februari 2010 door de meervoudige kamer van de rechtbank 's-Hertogenbosch.