2.4. [verweerder] is van mening dat, gezien de feiten en omstandigheden, het ontbindingsverzoek dient te worden afgewezen. Hij voert daartoe het navolgende aan.
[verweerder] bestrijdt dat hij een contract voor onbepaalde tijd heeft gekregen enkel en alleen omdat hij zich onzeker voelde in verband met zijn contract voor bepaalde tijd. Een werkgever gaat geen contract voor onbepaalde tijd aan wanneer hij twijfels heeft over het functioneren van een werknemer. De reden voor het toekennen van een contract voor onbepaalde tijd was niet gelegen in de onzekerheid van [verweerder] omtrent de verlenging van zijn contract. De reden voor de omzetting van zijn contract was, zoals hem werd medegedeeld, gelegen in het feit dat men zeer tevreden was over zijn prestaties.
Zoals de cijfers in het verweerschrift (p. 2) laten zien kampte het IAS evenement al vóór de komst van [verweerder] met afnemende bezoekersaantallen. Dit had te maken met de nadrukkelijke aanwezigheid van hoofdsponsor Ordina waardoor concurrenten het massaal lieten afweten en het verzuim van eerdere collega's om de beurshallen tijdig te reserveren. Daar kwam ook nog eens de kredietcrisis bij waardoor veel bedrijven geen financiële verplichtingen durfden aan te gaan. In overleg met [verweerder] heeft Mikrocentrum toen de "stekker er uit getrokken". Daarbij is aan [verweerder] medegedeeld dat hem niets viel te verwijten. Het verhaal dat [verweerder] zich het stopzetten van de beurs IAS erg heeft aangetrokken en zich om die reden ziek heeft gemeld klopt niet. Er was enkel sprake van een normale griep die vrij hardnekkig was.
Vanaf januari 2009 heeft [verweerder] zich bezig gehouden met de organisatie van het evenement Vision & Robotics. Er is toen niet met [verweerder] gecommuniceerd dat dit evenement zijn laatste kans zou zijn. Het evenement was - zoals [directeur] ook heeft toegegeven - ondanks de tegenzittende economie een enorm succes. Dit blijkt onder meer uit de cijfers van het evenement en een drietal persberichten (productie 8, verweerschrift). Ook de heer Van Beek, uitgever van het blad Vision & Robotics heeft te kennen gegeven dat de beurs een succes was. Ofschoon [directeur] twee keer heeft aangegeven dat collega's moesten bijspringen om het evenement te doen slagen, blijkt uit de urenstaten (productie 8, verweerschrift) dat de bijdrage van die collega's bescheiden is geweest. Na het succes van Vision & Robotics is [verweerder] weer enthousiast aan de slag gegaan met het verbreden van het concept van de beurs.
Op 6 mei 2009 is [verweerder] tijdens een beoordelings/functioneringsgesprek voor de eerste keer op de hoogte gesteld van zijn disfunctioneren. [verweerder] bestrijdt dat er sprake is van disfunctioneren. In het gespreksverslag dat [verweerder] enkel voor gezien, doch niet voor akkoord heeft getekend, wordt aangegeven dat het functioneren van [verweerder] niet acceptabel is op de punten Persoonlijke kwaliteit, Persoonlijke Productiviteit en Communicatie. Voorts wordt gesteld dat [verweerder] niet de juiste prioriteiten stelt, dat het schort aan zijn resultaten en aanpak, en dat hij weinig initiatieven vertoont. Deze aantijgingen zijn niet onderbouwd middels objectieve feiten en gegevens en zijn ook niet gemotiveerd. Tijdens voornoemd functioneringsgesprek is tevens gemeld dat de klanttevredenheid zeer goed was.
Op 25 mei 2009 heeft [verweerder] een e-mail naar [directeur] gezonden en om nadere uitleg gevraagd. Daarbij heeft [verweerder] tevens verzocht zijn verbeterpunten aan te geven, maar [verweerder] heeft nimmer een antwoord op deze e-mail ontvangen.
[verweerder] bestrijdt dat er vanaf 5 maart 2009 coachingsgesprekken hebben plaatsgevonden. De gevoerde gesprekken betroffen normale werkgesprekken die hoorden bij de gewijzigde management aanpak. De gesprekken golden voor alle collega's. Uit de persoonlijke aantekeningen van [directeur] die in het kader van de eerder vernoemde ontslagprocedure aan het UWV/Werkbedrijf zijn overgelegd blijkt ook niet dat Mikrocentrum bezig is geweest met het ondersteunen, begeleiden of scholen van [verweerder] teneinde zijn functioneren te verbeteren. [verweerder] is gedurende het gehele jaar door niemand begeleid. [verweerder] heeft juist - ondanks het gebrek aan begeleiding - fantastische resultaten geboekt. Het verbaasde [verweerder] dan ook dat hij zich geconfronteerd zag met een ontslagaanvraag. Tot op heden is het voor [verweerder] niet duidelijk wat er verkeerd is gegaan. Ook zijn voormalig leidinggevende, de heer [medewerker 1] (hierna: [medewerker 1]), heeft nooit zijn twijfels omtrent het functioneren van [verweerder] met hem besproken zodat [verweerder] gedurende zijn dienstverband niet de gelegenheid heeft gehad om hier iets mee te doen. Bovendien kan [medewerker 1] niet over (de verbetering in) het functioneren van [verweerder] oordelen nu [medewerker 1] al ruim een half jaar weg is bij Mikrocentrum.
De werkgever dient mede op grond van artikel 7:611 BW zorgvuldig jegens de werknemer te handelen en dient om die reden de werknemer in duidelijke bewoordingen en aantoonbaar aan te spreken op zijn functioneren op het moment dat de werkgever meent dat de werknemer onvoldoende functioneert. [verweerder] is door Mikrocentrum niet in de gelegenheid gesteld zijn functioneren te verbeteren. Er is geen sprake geweest van een verbetertraject. Er is geen intensieve begeleiding geweest en er hebben geen evaluatiegesprekken plaatsgevonden. Het handelen in strijd met de zorgplicht dan wel het ongegrond roepen van disfunctioneren dient Mikrocentrum duur te komen te staan.
[verweerder] is dan ook van mening dat het ontbindingsverzoek dient te worden afgewezen. Indien de kantonrechter evenwel tot het oordeel komt dat een vruchtbare samenwerking niet meer tot de mogelijkheden behoort, dan verzoekt [verweerder] om een ontbindingsvergoeding waarbij de correctiefactor op 3 wordt gesteld.