ECLI:NL:RBSHE:2010:BL0083
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte en matiging van wettelijke rente
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 13 januari 2010, vorderde de eiser, een werknemer, loondoorbetaling tijdens zijn ziekte. De eiser was sinds 10 augustus 2009 volledig arbeidsongeschikt en had sindsdien geen salaris ontvangen van de gedaagde, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gevestigd te Veldhoven. De gedaagde erkende de loondoorbetalingsverplichting, maar verzocht om matiging van de wettelijke rente en verhoging tot nihil, vanwege grote financiële problemen. De kantonrechter verwierp dit beroep op matiging, omdat de gedaagde niet had aangetoond dat de financiële situatie zo ernstig was dat matiging gerechtvaardigd was.
De eiser had zijn vordering onderbouwd met verwijzingen naar de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer en had de gedaagde meerdere keren schriftelijk aangemaand tot betaling. De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot betaling van het achterstallige salaris en de wettelijke verhoging toewijsbaar was, gezien de erkenning van de loondoorbetalingsverplichting door de gedaagde en het feit dat de gedaagde niet had gereageerd op eerdere aanmaningen. De kantonrechter oordeelde dat de spoedeisendheid van de vordering niet was betwist en dat de eiser ontvankelijk was in zijn vordering.
De beslissing van de kantonrechter hield in dat de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 5.915,28 netto en € 1.066,00 bruto aan de eiser, vermeerderd met de wettelijke verhoging en rente. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot het verstrekken van bruto-/nettospecificaties en het betalen van proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk moest voldoen aan de betalingsverplichtingen, ongeacht een eventuele hoger beroep.