ECLI:NL:RBSHE:2009:BK9668

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
30 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
202701 / HA ZA 09-2663
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring hypotheekrecht en bevrijding van verbintenissen uit geldleningsovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 30 december 2009 uitspraak gedaan in een verstekzaak tussen eiseres, een hypotheekgever, en gedaagde, een vennootschap naar buitenlands recht, die niet verschenen was. De eiseres had een hypothecaire geldleningsovereenkomst gesloten in januari 1999 voor de financiering van haar onroerende zaak aan de Sint Rochusstraat 48 te Eindhoven. Gedaagde, de hypotheeknemer, is sinds 4 juli 2001 in verzuim, omdat zij niet heeft meegewerkt aan de aflossing van de lening en onbereikbaar was voor de eiseres. De rechtbank oordeelde dat het langdurige verzuim van gedaagde de beperking van het eigendomsrecht van eiseres niet langer rechtvaardigde, vooral omdat de looptijd van de hypotheek inmiddels was verstreken.

De rechtbank verklaarde het hypotheekrecht van gedaagde vervallen en bevrijdde eiseres van haar verbintenissen uit hoofde van de geldleningsovereenkomst, onder de voorwaarde dat eiseres een aanbod tot betaling van het verschuldigde bedrag van EUR 74.570,32 deed en gedaagde dit bedrag niet binnen zes maanden in ontvangst nam. Daarnaast werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres waren begroot op EUR 799,97. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Deze uitspraak benadrukt de gevolgen van schuldeisersverzuim en de mogelijkheid voor een hypotheekgever om onder bepaalde voorwaarden bevrijd te worden van verbintenissen uit een geldleningsovereenkomst, wanneer de hypotheeknemer in verzuim is en niet meewerkt aan de aflossing.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 202701 / HA ZA 09-2663
Vonnis van 30 december 2009
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. J.O. de Wilde te 's Hertogenbosch,
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
KELSTERN INVESTMENT HOLDINGS LIMITED,
laatstelijk gevestigd te Road Town Tortola, Britse Maagden Eilanden,
feitelijk zonder bekend kantoor- of bestuursadres,
gedaagde,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De beoordeling
2.1. Voor de beoordeling van de vorderingen van eiseres neemt de rechtbank tot uitgangspunt dat partijen in januari 1999 een hypothecaire geldleningsovereenkomst hebben gesloten voor de financiering van de onroerende zaak van eiseres aan de Sint Rochusstraat 48 te Eindhoven. Uit de onweersproken stellingen van eiseres rechtens volgt dat gedaagde sedert 4 juli 2001 in verzuim is. Immers, gedaagde heeft ná de door/namens haar gegeven instemming met algehele aflossing door eiseres van de hypothecaire geldlening nakoming van de afgesproken betaling van het saldo verhinderd, althans niet meegewerkt aan het in ontvangst nemen van de geldsom door voor eiseres onbereikbaar te zijn door omstandigheden die aan haar moeten worden toegerekend.
2.2. Als gevolg van het verzuim van gedaagde is eiseres niet in staat de betaling te verrichten die zou moeten leiden tot vervallenverklaring van de hypotheek en doorhaling van de inschrijving ten gunste van gedaagde. Dientengevolge is voor eiseres sedert medio 2001 herfinanciering en/of verkoop van de voormelde woning te Eindhoven onmogelijk.
2.3. De rechtbank is van oordeel dat het zeer langdurig verzuim aan de zijde van gedaagde de daaruit volgende voortdurende beperking van het eigendomsrecht van eiseres niet langer rechtvaardigt. Mede gelet op het inmiddels verstreken zijn van de bij aanvang van de geldlening overeengekomen looptijd tot 15 januari 2009, zal de rechtbank op de voet van artikel 3:274 lid 1 juncto 3:29 BW de tot doorhaling van de inschrijving strekkende verklaring geven als ware de betaling, die gedaagde tot op heden heeft verhinderd, gedaan.
2.4. Eiseres vordert eveneens dat zij wordt bevrijdt van al haar verbintenissen uit hoofde van de geldleningsovereenkomst zoals vastgelegd in de hypotheekakte van 4 maart 1999. Blijkens de dagvaarding en de daarbij behorende producties was eiseres bij de aanvang van het verzuim van gedaagde gehouden tot betaling van NLG 164.331,37 (EUR 74.570,32), welke bedrag gelet op het bepaalde in artikel 6:61 BW vanaf 4 juli 2001 niet rentedragend is.
2.5. Uit het verzuim van gedaagde volgt niet zonder meer dat eiseres in rechte aanspraak kan maken op bevrijding van haar verbintenis tot betaling van het voormelde bedrag. Anderzijds kan van eiseres niet worden verlangd dat zij tot in lengte van dagen het verschuldigde bedrag voor gedaagde beschikbaar houdt. De rechtbank zal daarom eiseres onder voorwaarden van de verbintenis bevrijden, daarbij in aanmerking nemend dat eiseres na doorhaling van de hypotheekinschrijving in staat moet worden geacht middelen te verkrijgen door herfinanciering of verkoop van de woning.
2.6. Gedaagde zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding EUR 85,97
- vast recht 262,00
- salaris advocaat 452,00 (1,0 punt × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 799,97
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. verklaart voor recht dat het hypotheekrecht dat op naam van Kelstern Investment Holdings Limited, te Road Town Tortola, Britse Maagden-eilanden, bij de Dienst voor het kadaster sedert 5 maart 1999 staat geregistreerd voor het woonhuis met berging, ondergrond, erf, tuin en verdere aanhorigheden, staande en gelegen te Eindhoven, Sint Rochusstraat 48, kadastraal bekend gemeente Stratum, sektie E nummer 3878, groot drie aren en achtenzestig centiaren, is vervallen,
3.2. bepaalt dat eiseres zal zijn bevrijd van haar verbintenissen jegens gedaagde uit hoofde van de geldleningsovereenkomst zoals neergelegd in de hypotheekakte van 4 maart 1999 indien ná een tot betaling van een bedrag van EUR 74.570,32 strekkend – bij exploot te (laten) doen – aanbod van eiseres een termijn van zes maanden verstrijkt zonder dat gedaagde het bedrag in ontvangst heeft genomen,
3.3. veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op EUR 799,97, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na heden,
3.4. verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
3.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden en in het openbaar uitgesproken op 30 december 2009.