ECLI:NL:RBSHE:2009:BK1069

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
192746 FT RK 09.623
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.A.M. Penders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens onvoldoende aannemelijkheid van goede trouw en niet-nakoming van verplichtingen

Op 4 augustus 2009 heeft verzoekster een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft verzoekster bij brief van 5 augustus 2009 de gelegenheid gegeven om haar verzoekschrift aan te vullen met ontbrekende gegevens. Verzoekster heeft hier echter geen gehoor aan gegeven. De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 288 lid 1 sub c van de Faillissementswet het verzoek kan worden afgewezen indien niet voldoende aannemelijk is dat de schuldenaar de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zal nakomen. Daarnaast kan het verzoek op basis van artikel 288 lid 1 sub b Fw worden afgewezen als niet aannemelijk is dat de schuldenaar te goeder trouw is geweest ten aanzien van het ontstaan van de schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift.

De rechtbank concludeert dat verzoekster niet heeft aangetoond dat zij te goeder trouw is geweest met betrekking tot de schulden aan de bedrijven Princessa en Heleesun. Bovendien heeft zij door het niet aanvullen van haar verzoek en het niet verschijnen ter zitting de rechtbank niet in staat gesteld haar verzoek adequaat te beoordelen. Hierdoor is niet voldoende aannemelijk gemaakt dat zij de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zal nakomen en zich zal inspannen om baten voor de boedel te verwerven. De rechtbank wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af.

De beslissing is genomen door mr. P.A.M. Penders en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 5 oktober 2009. Verzoekster was opgeroepen voor de zitting van 28 september 2009, maar is zonder tegenbericht niet verschenen. Dit is niet de eerste keer dat verzoekster een verzoek tot schuldsanering indient; eerder is zij op 9 maart 2009 niet-ontvankelijk verklaard. De schulden aan Princessa en Heleesun, die voortkomen uit deelname aan sweepstakes, worden door de rechtbank gekwalificeerd als gokschulden.

Uitspraak

RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH,
sector civiel recht - enkelvoudige kamer
rekestnummer: 197469/FT-RK 09.1137
nummer verklaring: MSK0210800038
uitspraakdatum: 5 oktober 2009
afwijzing toepassing schuldsanering
[verzoekster], wonende te [woonplaats]
verzoekster,
heeft op 4 augustus 2009 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Haar verzoekschrift bleek niet compleet en de rechtbank heeft haar bij brief d.d. 5 augustus 2009 één maand de tijd gegund haar verzoekschrift met de ontbrekende gegevens aan te vullen. Dit heeft verzoekster tot op heden nagelaten.
Verzoekster is eveneens opgeroepen te verschijnen voor de behandeling van haar verzoekschrift ter zitting van 28 september 2009. Hoewel zij daartoe behoorlijk is opgeroepen is zij, zonder tegenbericht, niet verschenen. Het is de rechtbank verder gebleken dat verzoekster al eens eerder een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft gedaan. In haar eerdere verzoek is zij op 9 maart 2009, op grond van artikel 287
lid 2 Fw, niet-ontvankelijk verklaard.
Ingevolge artikel 288 lid 1 sub c Faillissementswet kan het verzoek van een natuurlijk persoon worden afgewezen, indien niet voldoende aannemelijk is dat schuldenaar de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven.
Ingevolge artikel 288 lid 1 sub b Fw kan het verzoek van een natuurlijk persoon worden afgewezen, indien niet voldoende aannemelijk is dat de schuldenaar ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van haar schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend te goeder trouw is geweest.
Uit de gedingstukken blijkt dat verzoekster een negental schulden voor een totaal van
€ 1.858,69 heeft laten ontstaan aan Princessa en Heleesun. Voornoemde bedrijven versturen zogenaamde sweepstakes, reclame-uitingen waarin de suggestie wordt gewekt dat grote prijzen worden gewonnen indien er een bestelling bij deze bedrijven wordt geplaatst. Redelijkerwijs mag dan ook gevergd worden dat een lezer van dergelijke reclame-uitingen goed en nauwkeurig leest en zich niet beperkt tot de in grotere en dikkere opdruk vermelde zinnen doch ook de zogenaamde kleine lettertjes leest. Verzoekster is blijkbaar minimaal negen maal ingegaan op deze reclame-uitingen zonder de daaruit voortvloeiende kosten te voldoen. Feitelijk koop je door bij voornoemde bedrijven artikelen te bestellen een deelnamenummer in een kansspel. Voornoemde schulden worden door de rechtbank dan ook gekwalificeerd als gokschulden.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verzoekster ten aanzien van het ontstaan van de schulden aan Princessa en Heleensun niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij te goeder trouw is geweest. Bovendien heeft zij, door haar verzoek niet aan te vullen en niet te verschijnen ter zitting, de rechtbank onvoldoende in de gelegenheid gesteld haar verzoekschrift te beoordelen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat hiermee niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat zij de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven. Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling dient derhalve te worden afgewezen.
Beslissing
De rechtbank:
- wijst het verzoek af;
Gewezen door mr. P.A.M. Penders en uitge¬spro¬ken ter open¬bare te¬rechtzit¬ting van 5 oktober 2009 in tegen¬woor¬dig¬heid van de grif¬fier.