ECLI:NL:RBSHE:2009:BK1069
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A.M. Penders
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens onvoldoende aannemelijkheid van goede trouw en niet-nakoming van verplichtingen
Op 4 augustus 2009 heeft verzoekster een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft verzoekster bij brief van 5 augustus 2009 de gelegenheid gegeven om haar verzoekschrift aan te vullen met ontbrekende gegevens. Verzoekster heeft hier echter geen gehoor aan gegeven. De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 288 lid 1 sub c van de Faillissementswet het verzoek kan worden afgewezen indien niet voldoende aannemelijk is dat de schuldenaar de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zal nakomen. Daarnaast kan het verzoek op basis van artikel 288 lid 1 sub b Fw worden afgewezen als niet aannemelijk is dat de schuldenaar te goeder trouw is geweest ten aanzien van het ontstaan van de schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift.
De rechtbank concludeert dat verzoekster niet heeft aangetoond dat zij te goeder trouw is geweest met betrekking tot de schulden aan de bedrijven Princessa en Heleesun. Bovendien heeft zij door het niet aanvullen van haar verzoek en het niet verschijnen ter zitting de rechtbank niet in staat gesteld haar verzoek adequaat te beoordelen. Hierdoor is niet voldoende aannemelijk gemaakt dat zij de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zal nakomen en zich zal inspannen om baten voor de boedel te verwerven. De rechtbank wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af.
De beslissing is genomen door mr. P.A.M. Penders en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 5 oktober 2009. Verzoekster was opgeroepen voor de zitting van 28 september 2009, maar is zonder tegenbericht niet verschenen. Dit is niet de eerste keer dat verzoekster een verzoek tot schuldsanering indient; eerder is zij op 9 maart 2009 niet-ontvankelijk verklaard. De schulden aan Princessa en Heleesun, die voortkomen uit deelname aan sweepstakes, worden door de rechtbank gekwalificeerd als gokschulden.