ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7558

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
646507
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van de waarmerking van een verstekvonnis als Europese executoriale titel

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch, sector Kanton te Eindhoven, op 9 september 2009 uitspraak gedaan in een verzoekschrift voor een Europese executoriale titel (EET) op basis van de Verordening (EG) nr. 805/2004. De verzoekster, de coöperatie Coöperatieve Rabobank Eindhoven-Veldhoven U.A., vroeg om het verstekvonnis van 23 augustus 2007 te waarmerken als een Europese executoriale titel. Dit verzoek werd ingediend op 7 augustus 2009 en was vergezeld van de relevante documenten, waaronder de dagvaarding en het verstekvonnis. De rechtbank oordeelde dat het verzoek ontvankelijk was, maar dat de waarmerking moest worden geweigerd.

De reden voor de weigering was dat de inleidende dagvaarding niet voldeed aan de vereisten van artikel 16, sub a van de EET-Vo, dat vereist dat de naam en het adres van de partijen volledig vermeld moeten zijn. In dit geval ontbraken de volledige adresgegevens van de verzoekster in de dagvaarding, wat leidde tot de conclusie dat de waarmerking niet kon worden verleend. De kantonrechter benadrukte dat het ontbreken van deze gegevens niet hersteld kon worden en dat de verzoekster niet meer in de gelegenheid werd gesteld om aanvullende authentieke stukken over te leggen.

De beslissing van de kantonrechter was dus om de gevraagde waarmerking te weigeren, wat een belangrijke uitspraak is in het kader van de toepassing van de Europese regelgeving omtrent executoriale titels voor niet-betwiste schuldvorderingen. Deze uitspraak onderstreept het belang van zorgvuldigheid bij het indienen van verzoekschriften en de noodzaak om te voldoen aan de wettelijke vereisten voor een succesvolle aanvraag.

Uitspraak

RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, locatie Eindhoven
Zaaknummer : 646507
EJ verz. : 09-1571
Uitspraak : 9 september 2009
Procedure ex Verordening (EG) nr. 805/2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen
In de zaak van:
de coöperatie Coöperatieve Rabobank Eindhoven-Veldhoven U.A., voorheen genaamd coöperatieve Rabobank Eindhoven U.A. tevens rechtsopvolgster van de coöperatieve Rabobank Veldhoven U.A.,
gevestigd te Eindhoven,
verzoekster,
gemachtigde: GGN Brabant, gerechtsdeurwaarder te Tilburg,
t e g e n :
[verweerder],
voorheen wonende te Eindhoven, thans woonachtig in België,
verweerder,
heeft de kantonrechter te Eindhoven de navolgende beschikking gegeven.
1. De procedure
1.1. Op 7 augustus 2009 is ter griffie van de rechtbank te ’s-Hertogenbosch ingekomen een verzoekschrift voor een Europese executoriale titel, met het verzoek om het verstekvonnis van 23 augustus 2007 te waarmerken als een Europese executoriale titel. Ingevolge artikel 2 lid 1 van de Uitvoeringswet Verordening Europese Executoriale Titel dient, indien de beslissing door de kantonrechter is afgegeven, ook het verzoek aan de kantonrechter te worden gedaan. Op 12 augustus 2009 is het verzoekschrift dan ook door voormelde rechtbank aan de griffie van de sector kanton te Eindhoven gezonden.
Bij het verzoekschrift is een kopie van de dagvaarding van 2 augustus 2007 en van het verstekvonnis van 23 augustus 2007 gevoegd.
1.2. De uitspraak is bepaald op heden.
2. Het verzoek en de beoordeling ervan
2.1. Nu de kantonrechter ingevolge artikel 6 lid 1 aanhef van de Verordening (EG) nr. 805/2004 tot invoering van een Europese executoriale titel (hierna EET) voor niet-betwiste schuldvorderingen (hierna EET-Vo) juncto artikel 2 Uitvoeringswet verordening Europese executoriale titel (hierna UW EET-Vo) heeft te gelden als het gerecht van oorsprong van de beslissing waarvan waarmerking wordt verzocht (hierna de beslissing), is het verzoek ontvankelijk. Dat inmiddels – na vonnis – de oorspronkelijk gedaagde/verweerder is verhuisd maakt dit niet anders.
2.2. De verzochte waarmerking van het verstekvonnis waarvan ten aanzien van verweerder waarmerking als EET wordt verzocht, moet worden geweigerd. Artikel 16, sub a EET-Vo bepaalt dat de naam en het adres van partijen moet zijn vermeld in het stuk, in casu de dagvaarding, dat het geding heeft ingeleid.
De inleidende dagvaarding voldoet niet aan dit bepaalde, het vermeldt immers niet de volledige adresgegevens van eiseres.
2.3. Van herstel van dit laatste gebrek op de voet van artikel 18 EET-Vo is niet gebleken.
2.4. De waarmerking zal worden geweigerd. Nu de waarmerking zal worden geweigerd zal de kantonrechter, om proceseconomische reden, verzoekster niet meer in de gelegenheid stellen de – authentieke – stukken als bedoeld in artikel 2 lid 2 van de UW EET-Vo over te leggen.
3. De beslissing
De kantonrechter:
weigert de gevraagde waarmerking.
Gewezen door mr. R.R.M. de Moor, kantonrechter, en op 9 september 2009 uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.