ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ1424

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/889066-08
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van diverse diefstallen, straatroven en deelname aan een criminele organisatie

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 6 juli 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van meerdere diefstallen, straatroven, een poging tot afpersing en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen in de periode van 3 juli 2008 tot en met 17 september 2008 verschillende woninginbraken heeft gepleegd, waarbij gebruik werd gemaakt van valse sleutels en geweld. In totaal zijn er 11 feiten bewezen verklaard, waaronder vier straatroven en een poging tot afpersing. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar, met aftrek van voorarrest, en heeft hem verplicht tot schadevergoeding aan de slachtoffers van de gepleegde feiten. De rechtbank heeft ook enkele vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte aansprakelijk werd gesteld voor de schade die hij had veroorzaakt. De rechtbank heeft echter ook vrijspraak uitgesproken voor enkele feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte hierbij betrokken was. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact daarvan op de slachtoffers, evenals de georganiseerde wijze waarop de misdrijven zijn gepleegd.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/889066-08
Datum uitspraak: 06 juli 2009
Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
wonende te [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd te: P.I. Breda - HvB De Boschpoort.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 2 maart 2009 en 22 juni 2009.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 15 december 2008. De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 2 maart 2009 en 22 juni 2009 gewijzigd. Na wijziging van de tenlastelegging is aan verdachte tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks de periode van 03 juli 2008 te 's-Gravenpolder, gemeente
Borsele, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de woning
[adres] heeft weggenomen een laptop en/of geld en/of mapjes met
rekeningafschriften en/of bankpasjes, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel;[feit 4]
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 16 juli 2008 te Beers, gemeente Cuijk, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in / uit de woning [adres] heeft weggenomen
twee portemonnees met inhoud en/of sieraden, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben
verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik
heeft / hebben gebracht door middel van een valse sleutel;[feit 12]
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij op of omstreeks de periode van 23 juli 2008 te Oirschot tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit de woning [adres] heeft weggenomen
een KTM crossmotor (minibike) en/of een bankpas en/of geld, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s)
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van een valse sleutel;[feit 15]
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
4.
hij op of omstreeks 24 juli 2008 te Volkel, gemeente Uden, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit de woning [adres] heeft
weggenomen twee laptops en/of twee portemonnees met inhoud en/of geld, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] en/of een
zoon van die [slachtoffer 6] en/of een dochter van die [slachtoffer 6], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte
en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van het openbreken van een deur van
die woning en/of een valse sleutel;[feit 14]
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
5.
hij op of omstreeks 29 juli 2008 te Barneveld tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in / uit de woning [adres] heeft weggenomen geld, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn
mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot
de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen
goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van
braak en/of verbreking (te weten het vernielen van een hor voor een raam van
die woning) en / of inklimming;[feit 24]
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
6.
hij in of omstreeks de periode van 01 juli 2008 tot en met 01 augustus 2008 te
Veldhoven en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te
weten een samenwerkingsverband van natuurlijke personen bestaande uit hem,
verdachte, en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of een of meer andere personen,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
(gekwalificeerde) diefstal uit woningen, al dan niet gepleegd door middel van
braak, verbreking, inklimming of valse sleutels en/of diefstal van geld door
middel van valse sleutels (te weten gestolen pinpasssen met bijbehorende
pincodes) en/of oplichting (te weten het betalen in winkels met van diefstal
afkomstige pinpassen en/of creditcards);[gerelateerd aan feiten 4,7 tot en met
10,12,13,14,15 tot en met 18,21,22,23,24 en 25]
(artikel 140 Wetboek van Strafrecht)
7.
hij op of omstreeks 29 januari 2007 te Sint-Oedenrode tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in / uit de woning [adres] heeft weggenomen
een GSM, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8] en/of de [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of
zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben
verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik
heeft / hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, te weten het
openbreken van een raam van die woning en/of inklimming;[feit 1]
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
8.
hij op of omstreeks 15 augustus 2008 te Kerkdriel, gemeente Maasdriel, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening weg te nemen uit de woning [adres] geld
en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader, met zijn mededader, althans alleen, die woning is/zijn binnengegaan
en/of in die woning heeft/hebben gezocht naar geld en/of goederen van
zijn/hun gading, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet
voltooid, alleen tengevolge van een van zijn/hun wil onafhankelijke
omstandigheid, welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 11], gepleegd met het
oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op
heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader hetzij de vlucht mogelijk te
maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn
mededader die [slachtoffer 11] heeft/hebben geslagen en/of geduwd (waardoor die [slachtoffer 11] ten val kwam);[feit 49]
(artikel 312 juncto 45 Wetboek van Strafrecht)
9.
hij op of omstreeks 17 september 2008 te Eindhoven tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, op de openbare weg, Welschapsedijk, met
het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee
met inhoud (geld en/of bankpasjes en/of een creditcard en/of een groene kaart
en/of een rijbewijs en/of diverse andere pasjes), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtof[slachtoffer 12], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd
voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen die [slachtoffer 12], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [slachtoffer 12] door hem, verdachte
en/of zijn mededader is vastgepakt en/of van de fiets getrokken en/of geduwd
en/of is geslagen en/of geschopt;[feit 33]
(artikel 312 Wetboek van Strafrecht)
10.
hij op of omstreeks 17 september 2008 te Eindhoven tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, op de openbare weg, Welschapsedijk,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
portemonnee en/of geld en/of bankpasjes en/of een creditcard en/of een groene
kaart en/of een rijbewijs en/of een kentekenbewijs en/of een keuringsbewijs
en/of diverse andere pasjes en/of een GSM en/of een bril, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 13], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal
werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging
met geweld tegen die [slachtoffer 13], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [slachtoffer 13] door hem, verdachte
en/of zijn mededader is geslagen en/of geschopt;[feit 32]
(artikel 312 Wetboek van Strafrecht)
11.
hij op of omstreeks 11 september 2008 te Veldhoven tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, op de openbare weg, Moormanlaan, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee met
inhoud (waaronder een bankpas), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 14], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of
vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 14], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader met een
brommer/scooter/motor tegen de fiets van die [slachtoffer 14] is/zijn aangereden
(waardoor die [slachtoffer 14] ten val kwam) en/of die [slachtoffer 14] veelvuldig en met
kracht heeft/hebben geslagen en/of geschopt; [feit 31]
(artikel 312 Wetboek van Strafrecht)
12.
hij op of omstreeks 04 september 2008 te Veldhoven tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, op de openbare weg, Moormanlaan, met
het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee
met inhoud (waaronder geld en/of een bankpas en/of creditcards en/of een
rijbewijs en/of diverse pasjes) en/of een GSM, in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 15], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan
en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die
[slachtoffer 15], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader tegen de fiets van
die [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 15] heeft/hebben getrapt (waardoor die [slachtoffer 15] ten val
kwam) en/of die (op de grond liggende) [slachtoffer 15] veelvuldig en met kracht
heeft/hebben geschopt;[feit 30]
(artikel 312 Wetboek van Strafrecht)
13.
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 september 2008
tot en met 18 september 2008 te Oost West en Middelbeers, gemeente Oirschot,
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 16] te dwingen tot de afgifte
van een geldbedrag van 10.000 euro, in elk geval van enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan die [slachtoffer 16], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s), die [slachtoffer 16] (telkens) heeft/hebben
opgebeld en/of telefonisch medegedeeld "Jij moet 10.000 euro klaarleggen in
het grijze geldkistje bij het bureau" en/of "als je het geld niet klaarlegt
dan schiet ik je drie gaten in je nek" en/of "dan schiet ik je een kogel door
je kop" en/of "ik zorg dat je morgen niet meer opstaat" en/of "die nacht zal
ik langskomen" en/of "als je het niet hebt klaarliggen dan licht ik je van je
bed" en/of "leg die 10.000 euro klaar of ik schiet je kapot" en/of "ik kan
ook je paarden wat aandoen of een van je kinderen ontvoeren, dan begin je
vanzelf te janken aan de telefoon", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid;[feit 44]
(artikel 317 juncto 45 Wetboek van Strafrecht)
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Vrijspraak.
Ten aanzien van feit 4 (zaak 14)
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 4 is tenlastegelegd zodat de verdachte van dat feit zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe dat het observatieteam toen het de Ford Mondeo naar Volkel heeft gevolgd op 24 juli 2008 slechts twee personen heeft waargenomen bij de auto die van de [adres] te [woonplaats] wegreed. In die auto worden [medeverdachte 1] als bestuurder en [medeverdachte 2] als bijrijder herkend. De getuige [getuige 1] verklaart eveneens dat hij op 24 juli 2008 op de [adres] te Volkel twee personen heeft gezien in de auto die van het erf van de buren (aangever) reed, zodat niet is komen vast te staan dat verdachte bij het plegen van het onderhavige feit betrokken is geweest.
Ten aanzien van feit 12 (zaak 30)
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 12 is tenlastegelegd, zodat de verdachte van dat feit behoort te worden vrijgesproken.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de gsm Nokia E50 die op 22 september 2008 werd aangetroffen in het bed van verdachte, de gsm Nokia E50 is die bij de overval op de heer [slachtoffer 15] op 4 september 2008 om circa 12.15 uur is weggenomen. Voorts is gebleken dat deze gsm bij verdachte in gebruik was vanaf 4 september 2008 te 20.00 uur.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op het tijdsverloop tussen de overval en de ingebruikneming van de gsm door verdachte onvoldoende is komen vast staan dat verdachte die gsm samen met een ander heeft weggenomen. Daar enig ander bewijs ontbreekt, staat daarmede de betrokkenheid van verdachte bij de overval niet vast, zodat verdachte van het tenlastegelegde moet worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hierna vermelde bewezen verklaarde feiten heeft gepleegd. De rechtbank acht dit bewezen op grond van de volgende feiten en/of omstandigheden in onderlinge samenhang en verband bezien.
Algemeen overzicht van de veelal gehanteerde werkwijze (modus operandi).
Aan de hand van in de periode 27 juni 2008 tot 11 augustus 2008 door een observatieteam van de Regiopolitie Brabant Zuid Oost gepleegde observaties en op basis van de gegevens voortkomend uit het technische hulpmiddel ter plaatsbepaling aangebracht op of aan de rode personenauto Ford Mondeo voorzien van het kenteken [kentekennummer], welk voertuig blijkens controle door de politie bij de Rijksdienst voor het wegverkeer van 13 juni 2008 tot en met 11 augustus 2008 op naam stond van de verdachte [medeverdachte 1], werden door de politie de volgende gedragingen vastgesteld.1
De drie verdachten [medeverdachte 2], [verdachte] en [medeverdachte 1] maakten binnen de onderzoeksperiode nagenoeg dagelijks gebruik van voornoemde personenauto (hierna: de Ford Mondeo). Deze werd vrijwel steeds bestuurd door [medeverdachte 1] en stond voorafgaand aan het gebruik nagenoeg altijd geparkeerd op het woonwagencentrum aan [adres] te [woonplaats], de woonplaats van [medeverdachte 1] en [verdachte]. Van daaruit vertrokken [medeverdachte 1] en [verdachte] steeds tussen 08.30 uur en 09.30 uur naar het woonwagencentrum aan de [adres], waar [medeverdachte 2] werd opgehaald van zijn feitelijke verblijfplaats. Vervolgens reden zij naar het Gulf tankstation aan de [adres] te Veldhoven, waar zij de Ford Mondeo van brandstof voorzagen. Daarna reden de verdachten de autosnelweg op, en kozen onder andere routes binnen Noord Brabant en naar de provincies Zeeland, Limburg en Gelderland.
Na met hun voertuig enige tijd de autosnelweg te hebben gevolgd verlieten de verdachten deze en reden het landelijke buitengebied van dorpen in. Zij stopten daar met grote regelmaat bij en/of reden het erf op van vrijstaande meestal afgelegen woningen, gesitueerd zonder directe buren en met weinig sociale controlemogelijkheden in de omgeving, welke woningen vaak nog voorzien zijn van "oude" zogenaamde baardsloten. Regelmatig stapten twee van de verdachten uit, meestal [medeverdachte 2] en [verdachte], en dezen liepen dan over het erf van de betreffende woning. Enkele malen werd vastgesteld dat de verdachten ook de aanhorige opstallen in liepen. Als de verdachten werden overlopen door de bewoners van het betreffende pand en aangesproken, zeiden zij dat ze op zoek waren naar spullen voor de rommelmarkt, naar werk, naar oud ijzer of naar een caravanstalling. Uit het onderzoek is niet gebleken dat de verdachten tijdens de geobserveerde reizen ook daadwerkelijk hebben gehandeld in oud ijzer.
Uit het onderzoek is wel gebleken dat nadat een woninginbraak/insluiping in een woning was gepleegd, de verdachten naar een geldautomaat reden om daar geld op te nemen met bankpas(sen) en of creditcards die bij de woninginbraak/ insluiping waren ontvreemd.
De Ford Mondeo reed terug via het woonwagencentrum aan de [adres] naar [adres]. Daar bleef het voertuig meestal de gehele avond en nacht geparkeerd staan.
Ten aanzien van feit 1 (zaak 4)
- De waarneming op 3 juli 2008 van het observatieteam (OT) onder meer dat omstreeks 08.38 uur de Ford Mondeo wegreed vanaf het woonwagenkamp aan de [adres] te [woonplaats], en
- de herkenning door het OT als inzittenden van genoemde auto van: [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [verdachte] (verdachte), en
- de waarneming door het OT omstreeks 11.01 uur dat genoemde auto stilstond op de oprit van een vrijstaande woning aan de [adres] in de gemeente Borsele, dat [medeverdachte 2] bij de voordeur van de woning stond, dat verdachte enkele minuten later via het geopende achterportier iets op de achterbank van de auto legde en dat [medeverdachte 1] achter het stuur van de auto zat, en
- de waarneming middels plaatsbepalingsapparatuur dat de genoemde auto om 11.21 uur wegreed vanaf de [adres].2
- De aangifte op 5 juli 2008 van [slachtoffer 1] van diefstal uit zijn woning aan de [adres] te ’s-Gravenpolder in de periode van 3 juli 2008 te 11.00 uur en 5 juli 2008 te 12.00 uur. Daarbij werden weggenomen een laptop, een pinpas, een potje met kleingeld, mapjes met bankafschriften en twee bankpasjes.3
De raadsvrouwe van verdachte heeft ter terechtzitting vraagtekens gesteld bij de waarnemingen door de opsporingsambtenaren van het observatieteam en voorts heeft de raadsvrouwe aangevoerd dat er geen foto’s voorhanden zijn aan de hand waarvan de rechtbank kan vaststellen dat verdachte daadwerkelijk de geobserveerde persoon is.
De rechtbank overweegt daaromtrent dat de observaties zijn verricht door speciaal daarvoor opgeleide opsporingsambtenaren die ervaring hebben met het verrichten van observaties aan de hand van foto’s en met behulp van verrekijkers en fototoestellen. Bovendien waren de opsporingsambtenaren reeds enige tijd doende met het observeren van verdachte en de medeverdachten, zodat zij inmiddels bekend waren met hun signalement en in staat kunnen worden geacht hen op grotere afstand te herkennen. Dat opsporingsambtenaren niet altijd in de gelegenheid zijn hun objecten te fotograferen is evident. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om aan de juistheid van de (weergave van de) observaties in op ambtseed opgemaakte processen-verbaal te twijfelen en verwerpt het verweer van de raadsvrouwe.
Ten aanzien van feit 2 (zaak 12)
De waarneming op 16 juli 2008 door het OT onder meer dat omstreeks 09.25 uur de Ford Mondeo, met drie personen in het voertuig over de [adres] te [woonplaats] reed en enkele minuten later stopte bij het Gulf tankstation aan de [adres] te Veldhoven. De herkenning door het OT van [medeverdachte 1] als bestuurder van de auto en van [medeverdachte 2] en \[verdachte] als de medeinzittenden.4
- De waarneming door middel van een peilbaken dat genoemde auto omstreeks 15.31 uur stopte in het [adres] te Beers en daar ongeveer 21 minuten bleef stilstaan.5
- De aangifte op 16 juli 2008 van [slachtoffer 2] van diefstal op 16 juli 2008 tussen 14.45 uur en 16.00 uur uit zijn woning -een vrijstaande boerderij- aan het [adres] te Beers. Bij het verlaten van de woning werd deze afgesloten met een sleutel. Toen de echtgenote van aangever terugkwam was de deur open; aan het slot was geen schade. Weggenomen werden twee portemonnees met inhoud en sieraden.6
- De verklaring van [medeverdachte 1] op 22 oktober 2008 dat hij op 16 juli 2008 met zijn Ford Mondeo in Beers is geweest.7
- De verklaring van getuige [getuige 2] dat op 16 juli 2008 omstreeks 13.45 uur bij zijn woning in St. Anthonis werd aangebeld, dat hij voor de woning een rode auto zag staan met kenteken [kentekennummer] met een persoon op de bestuurdersplaats en dat hij twee mannen bij de woning zag staan. Toen [getuige 2] niet meteen opendeed zag hij dat de twee mannen bij hem naar binnen gluurden en vervolgens naar de achterzijde van zijn woning liepen. Toen hij de mannen aansprak vroegen de mannen om spullen voor Polen.8 Toen aan de getuige [getuige 2] een foto werd getoond met de afbeelding van [medeverdachte 2] herkende de getuige deze voor 100% zeker. Hij herkende de man op een andere aan hem getoonde foto met de afbeelding van [verdachte] als degene die op de bloembak stond om in zijn huis naar binnen te kunnen gluren voor meer dan 80%.9
Door de verdediging is aangevoerd dat uit het proces-verbaal van observatie blijkt dat op 16 juli 2008 in de ochtend werd getankt bij een tankstation te Veldhoven en dat verdachte en de medeverdachten tijdens het tanken werden herkend. Vervolgens werd waargenomen dat de auto Veldhoven verliet en de snelweg opreed in de richting Venlo. De observatie werd op dat moment beëindigd. Daardoor, zo stelt de verdediging is niet duidelijk of verdachte na het bezoek aan het tankstation verder is meegereden of onderweg ergens is uitgestapt, en niet heeft deelgenomen aan het tenlastegelegde.
De rechtbank verwerpt dat verweer. Op grond van de hiervoor opgesomde bewijsmiddelen in combinatie met de vorenomschreven modus operandi acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen het onderhavige feit heeft gepleegd. Immers verdachte is op verschillende tijdstippen gedurende die dag in combinatie met de medeverdachten gezien. Getuige [getuige 2] heeft verdachte een uur voor de stop in Beers in gezelschap van de medeverdachten gezien op een afstand van 19 minuten van de woning waarin is ingebroken.
Ten aanzien van feit 3 (zaak 15)
- De waarneming op 23 juli 2008 door het OT omstreeks 11.20 uur dat op de [adres] te [woonplaats] drie personen liepen in de richting van de Ford Mondeo. Twee van de drie personen werden herkend als [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1]. De derde persoon was gekleed in een spijkerbroek en zwart T-shirt. De personen stapten in de Ford Mondeo en reden weg. Om 11.25 uur werd er getankt bij het Gulf tankstation aan de [adres] te Veldhoven. Om 16.06 uur herkende het OT de derde persoon als [verdachte]. Omstreeks 16.56 uur nam het OT waar dat de Ford Mondeo stil stond op de oprit van de woning [adres] in de gemeente Oirschot. Omstreeks 17.04 uur werd de auto daar waargenomen met twee personen in de auto waaronder [medeverdachte 1] en iemand op de achterbank. Omstreeks 17.13 uur nam het OT waar dat de Ford Mondeo bij dat adres weer vertrok.10
- De aangifte op 1 augustus 2008 van [slachtoffer 3] van inbraak en diefstal uit zijn woning aan de [adres] te Oirschot in de periode tussen 21 juli 2008 te 22.00 uur en 23 juli 2008 te 18.30 uur. De woning was op het eerste tijdstip afgesloten en intact achtergelaten. De daders zijn binnengekomen via de tuindeuren. Er waren geen braaksporen. Uit de woning zijn een kleine KTM crossmotor, geld en een pinpas weggenomen. Van een bankrekening zijn op 13 juli 2008 tussen 17.27 uur en 18.28 uur met hulp van de pinpas diverse bedragen opgenomen.11
Ten aanzien van feit 5 (zaak 24)
- De waarneming op 29 juli 2008 door het OT dat om 08.51 uur op de [adres] te [woonplaats] [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [verdachte] in de Ford Mondeo stapten en via een stop bij het Gulf tankstation aan de [adres] te Veldhoven reden naar de A28. Omstreeks 11.06 uur werd waargenomen dat de Ford Mondeo stopte op het erf van het autobedrijf [slachtoffer 7], aan de [adres] te Barneveld, dat [medeverdachte 2] in eerste instantie richting voorzijde van het pand liep en daarna door liep richting achterzijde van het pand. Om 11.09 uur werd waargenomen dat [verdachte] ook aan de achterzijde van genoemd pand liep en dat beiden vervolgens achter het pand van het autobedrijf door de ramen keken en aan deuren voelden. Omstreeks 11.42 uur vertrok de Ford Mondeo. Om 11.44 uur werd waargenomen dat er drie personen in de Ford Mondeo aanwezig waren.12
- De aangifte van [slachtoffer 7] van inbraak en diefstal op 29 juli 2009 tussen 07.30 uur en 17.30 uur uit zijn woning aan de [adres] te Barneveld van een geldbedrag en dat de daders vermoedelijk zijn binnengekomen via het dakraam aan de linkerzijde van de woning. Het dakraam stond open en de hor was kapot gescheurd.13
De raadsvrouwe heeft onder meer aangevoerd dat van de observaties geen foto’s zijn genomen zodat door de rechtbank niet kan worden vastgesteld of verdachte de geobserveerde persoon is.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daaromtrent dat opsporingsambtenaren niet altijd in de gelegenheid zijn geobserveerde personen te fotograferen, al dan niet van grote afstand. De rechtbank ziet echter geen aanleiding om aan de juistheid van de (weergave van de) observaties in op ambtseed opgemaakte processen-verbaal te twijfelen en verwerpt het verweer van de raadsvrouwe.
Ten aanzien van feit 6 (criminele organisatie)
De raadsvrouwe heeft betoogd dat er geen sprake kan zijn van een criminele organisatie, nu er geen structureel en duurzaam samenwerkingsverband bestond tussen verdachte en zijn medeverdachten. Er waren geen gemeenschappelijke regels en het aantal keren dat men samen op pad zou zijn geweest – hooguit acht dagen - is te beperkt.
De rechtbank stelt vast dat in deze zaak sprake is van drie woninginbrekers die in de maand juli 2008 regelmatig woningen hebben afgelegd en woninginbraken hebben gepleegd (zie hetgeen de rechtbank onder modus operandi heeft overwogen en de bewezenverklaarde feiten 1,2, 3 en 5). Voor verdachte en zijn medeverdachten was duidelijk dat de doelstelling van hun samenwerking was het plegen van woninginbraken. Er gold een zekere rolverdeling en er werd volgens een min of meer vaste werkwijze opgetreden. Zo was [medeverdachte 1] de bestuurder van zijn rode Ford Mondeo en parkeerde hij deze op opritten van woningen, terwijl [verdachte] en [medeverdachte 2] uit de auto stapten en naar de woningen toeliepen en aanbelden. Mochten de bewoners thuis zijn dan vroegen zij om spullen voor de rommelmarkt of oud ijzer. Op deze wijze zijn verdachte en zijn medeverdachten herhaaldelijk op pad geweest in de maand juli 2008. Naar het oordeel van de rechtbank was er derhalve een voldoende mate van duurzaamheid. Doordat het voor verdachte en zijn medeverdachten voorts duidelijk was hoe de taken waren verdeeld, was een strakke hiërarchie niet nodig en behoefde de organisatiegraad niet hoog te zijn.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van feit 7 (zaak 1)
- De aangifte door [slachtoffer 8] van inbraak en diefstal op 29 januari 2007 tussen 08.25 uur en 18.15 uur uit haar (vrijstaande) woning aan de [adres] te St.Oedenrode van een gsm, merk Nokia, met nummer [nummer]. De gsm is van de [slachtoffer 9]. Het uitzetraam aan de achterzijde van de woonkamer is opengebroken.14
- Bij Forensisch Technisch Onderzoek werd aan de binnenzijde van het inklimraam een dactyloscopisch spoor aangetroffen.15 Bij identificatie van het spoor werd vastgesteld dat het spoor identiek was aan de afdruk van de rechterringvinger van [verdachte] (verdachte).16
- De verklaring van getuige [getuige 3] dat zij op 29 januari 2007 tussen 12.30 uur en 14.00 uur een auto, oud type Golf, kleur grijs met kenteken [kentekennummer] met twee personen erin van de afrit van haar woning aan de [adres] heeft zien rijden.17
- [verdachte] heeft in de periode 24 januari 2007 t/m 23 februari 2007 een auto VW Golf, grijs, kenteken [kentekennummer] op zijn naam gehad.18
- Uit de gebruikersspecificatie van telefoonnummer [nummer] van aangeefster blijkt onder meer dat met dit nummer op het tijdstip 29 januari 2007, 13.56 uur en om 20.02 uur is gebeld naar het nummer van mevrouw [oma van verdachte], de oma van verdachte, en dat diezelfde dag om 16.24 met dit nummer is gebeld naar de moeder van de toenmalige vriendin van verdachte.19 20
De raadsvrouwe van verdachte heeft ter terechtzitting vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit. De raadsvrouwe stelt daartoe onder meer dat weliswaar de auto van verdachte op de bewuste dag in St. Oedenrode is gesignaleerd doch dat zulks niet betekent dat verdachte die dag gebruik heeft gemaakt van die auto omdat binnen de familie van verdachte veelvuldig gebruik gemaakt wordt van elkaars goederen. Naar het oordeel van de verdediging bieden de signalementen die de diverse getuigen hebben verstrekt ook geen aanknopingspunt in de richting van verdachte.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouwe en overweegt daaromtrent dat niet alleen de auto van verdachte op 27 januari 2007 is gesignaleerd in de directe omgeving van het huis van aangeefster, maar dat ook die dag een vingerafdruk van verdachte is aangetroffen in het huis van aangeefster. Getuige [getuige 3], de buurvrouw van aangeefster, heeft de bewuste auto tussen 12.30 uur en 14.00 uur in de straat gezien. Vanaf 13.36 uur is herhaalde malen gebruik gemaakt van de bij de inbraak weggenomen telefoon. Met die telefoon is om 13.56 uur gebeld naar de oma van verdachte en enkele uren later naar de moeder van de toenmalige vriendin van verdachte. De rechtbank acht op grond van genoemde feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien bewezen dat verdachte het onderhavige feit heeft gepleegd.
Ten aanzien van feit 8 (zaak 49)
- De aangifte van [slachtoffer 10] van een poging tot diefstal uit haar woning van de [adres] te Kerkdriel op 15 augustus 2008. Toen zij haar huis binnen kwam zag zij dat de klinken en knippen van de voordeur omhoog stonden terwijl die normaal omlaag stonden. Zij hoorde iets rammelen en zag dat twee mannen de [adres] in renden.21
- De verklaring van [slachtoffer 11] dat zijn vrouw op 15 augustus 2008 omstreeks 11.30 uur een man betrapte in de schuur bij hun woning en dat de man vervolgens wegreed in een witte auto met kenteken [kentekennummer]. [slachtoffer 11] zag die auto even later bij de [adres] staan en zag dat twee mannen uit de tuin van de [adres] kwamen. Toen [slachtoffer 11] hen wilde ophouden werd hij door de mannen geslagen en viel [slachtoffer 11] op de grond.22
- De verklaring van [verdachte] dat hij [slachtoffer 11] had geduwd en dat hij op zoek was naar werk.23
De verdediging heeft ter terechtzitting onder meer aangevoerd dat verdachte en de medeverdachte de woning aan de [adres] bezochten omdat zij op zoek waren naar werk en dat zij niet het opzet hadden om goederen weg te nemen zodat aan het vereiste oogmerk van wederrechtelijke toeëigening niet is voldaan.
De rechtbank verwerpt dat verweer en overweegt daartoe als volgt. Op grond van het feit dat verdachte en de medeverdachte zich op het erf van aangever bevonden en dat aangever zag dat de klinken en de knippen van de voordeur omhoog stonden, terwijl die normaal omlaag staan en in de woonkamer en de slaapkamer laden van kastjes openstonden en dat verdachte en de medeverdachte hard wegliepen, in combinatie met de modus operandi zoals hiervoor omschreven, concludeert de rechtbank dat verdachte en de medeverdachte het oogmerk hadden om spullen uit het huis van aangever weg te nemen.
Ten aanzien van feit 9 (zaak 33)
- De aangifte door [slachtoffer 12] van diefstal met geweld op 17 september 2008 omstreeks 14.35 uur aan de Welschapsedijk te Eindhoven door twee personen met een helm op een motor. Op het moment dat hij hen passeerde werd hij vastgepakt of geduwd en terwijl hij op de grond lag werd hij door beide mannen geschopt en geslagen. Een van de jongens haalde de portemonnee uit de zak van [slachtoffer 12] en men vroeg hem om zijn pincode. Aangever gaf een foute pincode op. De motor was een oranje crossmotor zonder kentekenplaat. In de portemonnee zaten geld en pasjes, waaronder een bankpas met nummer [nummer], rijbewijs, groene kaart.24
- De verklaring van [getuige 4] dat zij op 17 september 2008 tussen 14.15 uur en 15.30 uur op de Grassavanne te Eindhoven een oranje crossmotor aan zag komen rijden met twee personen erop met een helm en dat de bestuurder van de crossmotor bij de Rabobank ging pinnen. Vervolgens reden ze naar de pinautomaat van de ING aan de [adres] en pinden daar.25
- Met de bankpas met nummer [nummer] werd op 17 september 2008 om 14.42 uur bij de ING aan de [adres] te Eindhoven een poging gedaan tot het opnemen van geld. Er werd een foutieve pincode ingetoetst.26
- De herkenning door de getuige [getuige 4] van de helm die op het woonwagencentrum op [adres] te [woonplaats] is aangetroffen, als zijnde de helm van de bestuurder van de motor, op basis van de aan haar getoonde afbeeldingen van die helm.27
- De vaststelling dat de profilering van de voorband en de achterband van de bij de doorzoeking op het woonwagencentrum aan [adres] te [woonplaats], zijnde de verblijfplaats van [verdachte], aangetroffen oranje crossmotor overeenkomen met de op het zandpand van de Welschapsedijk aangetroffen bandensporen.28 29
- De verklaring van [getuige 5] dat hij op 10 september 2008 bij het crossen met een jongen heeft gesproken die op een oranje KTM motor zonder kentekenplaat reed. De jongen was ongeveer 24 jaar, getinte huidskleur met tatoeages op zijn arm in de vorm van twee of drie sterren in de lengterichting op de arm. Getuige herkent aan de hand van de aan hem getoonde afbeelding van de oranje crossmotor, die motor als de crossmotor waarover hij heeft verklaard.30
- Proces-verbaal betreffende het aantreffen bij gelegenheid van een doorzoeking op 22 september 2008 op het woonwagencentrum aan [adres] te [woonplaats] van een oranje crossmotor, merk KTM, zonder kentekenplaat, kleur oranje.31
- De verklaring van [getuige 6] op 23 april 2009 bij de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken dat hij op 17 september 2008 samen met [verdachte] op een oranje motor bij het park bij de golfbaan te Veldhoven reed, dat hij een man op een fiets langs zag komen en dat [verdachte] de man bij zijn jas vastpakte en op de grond gooide. Hierna is hij weer bij [verdachte] achterop de motor gestapt.32
Weliswaar heeft [getuige 6] bij de politie aanvankelijk ontkennend verklaard maar op 30 september 2008 heeft [getuige 6] bij de politie verklaard zoals hiervoor weergegeven. Bij zijn verhoor op 23 april 2009 bij de rechter-commissaris heeft [getuige 6] volhard bij deze bij de politie afgelegde verklaring.
Ten aanzien van feit 10 (zaak 32)
- De aangifte op 22 september 2008 door [slachtoffer 13] van diefstal met geweld op 17 september 2008 tussen 12.00 uur en 13.00 uur, dat hij op de Welschapsedijk te Eindhoven werd aangesproken door twee personen en vervolgens buiten bewustzijn is geraakt als gevolg van een klap op zijn hoofd. De portemonnee en geld, rijbewijs, bankpassen en autopapieren en diverse pasjes en een gsm zijn weggenomen.33
- De verklaring van [getuige 7] dat zij op 17 september 2008 een motor hoorde en dat zij een jongen met een helm bij de pinautomaat van de Rabobank, [adres] te Veldhoven zag, dat een andere jongen om de hoek van pinautomaat op een oranje KTM crossmotor zat. De jongens droegen beiden een helm, met felle kleuren.34
- De digitale beelden van de transactie bij de Rabobank op 17 september 2008 om 12.35 uur.35
- De (beschadiging op de) helm, die in beslag werd genomen bij de doorzoeking op 22 september 2008 -merk Nitro Racing, kleur oranje, zwart en zilver, voorzien van een opvallende striping, opvallende klep; met op de klep een beschadiging van de striping en een beschadiging midden en aan de rand van de klep- komt overeen met de (beschadiging op de) helm op de beelden van de pintransactie.36
- De verklaring van [getuige 6] dat hij op 17 september 2009 bij [verdachte] achterop de crossmotor is gaan zitten en dat zij in de buurt van de Golfbaan te Eindhoven over een fietspad hebben gereden.37
Ten aanzien van feit 11 (zaak 31)
- De aangifte van [slachtoffer 14] van diefstal met geweld door twee personen op 11 september 2008 tussen 12.45 en 13.00 uur op de Moormanlaan te Veldhoven, dat de bestuurder van een brommer opzettelijk tegen zijn fiets reed waardoor aangever ten val kwam. Aangever werd door de bestuurder meerdere malen geslagen en geschopt en zijn portemonnee werd
uit zijn achterzak gehaald en er werd om de pincode gevraagd. De beide jongens droegen geen helm. In de portemonnee zaten passen en geld. Dezelfde dag is er 1200 euro gepind.38
- De spijkerbroek van aangever werd voor nader onderzoek gezonden naar het NFI. Van het DNA van de bemonstering van de spijkerbroek is een DNA-mengprofiel verkregen. Het DNA-profiel van [verdachte] matchte met dit DNA-mengprofiel.39
Ten aanzien van feit 13 (zaak 44)
- De aangifte op donderdag 18 september 2008 door [slachtoffer 16] van afpersing/ bedreiging. Op 17 september 2008 omstreeks 22.00 uur is aangever gebeld door een onbekende manspersoon die tegen hem zei; “Jij moet 10.000 euro klaarleggen in het grijze geldkistje bij het bureau” en “Als je het geld niet klaar legt, dan schiet ik je drie gaten in je kop” en “dan schiet ik je een kogel door je kop”. De man heeft daarna nog twee keer teruggebeld. Op 18 september 2008 omstreeks 11.30 uur werd [getuige 8] door de dezelfde man gebeld die hem de avond tevoren telefonisch had bedreigd. Deze vroeg hem wederom naar geld en zei: “Ik kan ook je paarden wat aandoen of een van je kinderen ontvoeren, dan begin je vanzelf te janken aan de telefoon”.40
- De verklaring van [getuige 8], zoon van aangever, dat hij het telefoongesprek van 17 september 2008 heeft meegeluisterd en de bedreigingen heeft gehoord.41
- Uit de historische gegevens van het telefoonnummer van aangever bleek dat de hiervoor gemelde telefoongesprekken waren gevoerd met een gsm-toestel dat was voorzien van het telefoonnummer [nummer], en
- bij een doorzoeking op 22 september 2008 is in het bed waarin verdachte op dat moment sliep een gsm-toestel, merk Nokia, type E50, aangetroffen voorzien van het nummer [nummer].42
Op grond hiervan alsmede op grond van de historische printgegevens van dat toestel en de uitgelezen sms-berichten gaat de rechtbank er vanuit dat dit toestel in de weken voor de inbeslagneming in gebruik was bij verdachte.
- Uit voormelde printgegevens bleek voorts dat de aangever op 17 september 2008 met een nummer werd gebeld dat voor hem, aangever, was afgeschermd door voor het telefoonnummer van aangever #31# in te toetsen. Uit voormelde printgegevens bleek ook dat [ex-vriendin van verdachte], de ex-vriendin van verdachte, kort voor het telefoongesprek met aangever eveneens afgeschermd is gebeld (alle andere gesprekken en sms-berichten tussen verdachte en [ex-vriendin van verdachte] werden gevoerd en verstuurd met een herkenbaar nummer).43
- De waarneming door [getuige 8] zowel op 28 juli 2008 als op 4 september 2008 van dezelfde man op respectievelijk nabij de oprit bij zijn woning. Deze persoon had drie sterren op zijn arm getatoeëerd staan.44
Ter zitting heeft de rechtbank waargenomen dat verdachte getatoeëerde sterren had op zijn rechterarm.
De bewezenverklaring.
1.
hij op 03 juli 2008 te 's-Gravenpolder, gemeente Borsele, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit de woning
[adres] heeft weggenomen een laptop en geld en mapjes met
rekeningafschriften en bankpasjes, toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij
verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/
hebben verschaft door middel van een valse sleutel
2.
hij op 16 juli 2008 te Beers, gemeente Cuijk, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit de woning [adres] heeft weggenomen
twee portemonnees met inhoud en sieraden, toebehorende aan [slachtoffer 2], waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben
verschaft door middel van een valse sleutel
3.
hij op 23 juli 2008 te Oirschot tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening uit de woning [adres] heeft weggenomen een KTM crossmotor (minibike) en een bankpas en geld, toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft door middel van een valse sleutel
5.
hij op 29 juli 2008 te Barneveld tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit de woning [adres] heeft weggenomen geld, toebehorende aan [slachtoffer 7], waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft door middel van braak (te weten het vernielen van een hor voor een raam van die woning) en inklimming
6.
hij in de periode van 01 juli 2008 tot en met 01 augustus 2008 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband van natuurlijke personen bestaande uit hem, verdachte, en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk (gekwalificeerde) diefstal uit woningen, al dan niet gepleegd door middel van braak, verbreking, inklimming of valse sleutels en/of diefstal van geld door middel van valse sleutels (te weten gestolen pinpassen met bijbehorende pincodes)
7.
hij op 29 januari 2007 te Sint-Oedenrode tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit de woning [adres] heeft weggenomen een GSM, toebehorende aan de [slachtoffer 9], waarbij verdachte en / of zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft door middel van braak, te weten het openbreken van een raam van die woning en inklimming
8.
hij op 15 augustus 2008 te Kerkdriel, gemeente Maasdriel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen uit de woning [adres] geld
en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader, met zijn mededader die woning is binnengegaan en in die woning heeft/hebben gezocht naar geld en/of goederen van zijn/hun gading, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet
voltooid, alleen tengevolge van een van hun wil onafhankelijke omstandigheid, welke poging tot diefstal werd gevolgd van geweld tegen [slachtoffer 11], gepleegd met het
oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader de vlucht mogelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en/of zijn mededader die [slachtoffer 11] heeft/hebben geslagen en/of geduwd (waardoor die [slachtoffer 11] ten val kwam)
9.
hij op 17 september 2008 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander, op de openbare weg, Welschapsedijk, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een portemonnee met inhoud (geld en bankpasjes en een creditcard en een groene kaart en een rijbewijs en diverse andere pasjes), toebehorende aan [slachtoffer 12], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer 12], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat die [slachtoffer 12] door hem, verdachte, en/of zijn mededader is vastgepakt en van de fiets getrokken of geduwd en is geslagen en geschopt
10.
hij op 17 september 2008 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander op de openbare weg, Welschapsedijk, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een portemonnee en geld en bankpasjes en een creditcard en een groene kaart en een rijbewijs en een kentekenbewijs en een keuringsbewijs en diverse andere pasjes en een GSM, toebehorende aan [slachtoffer 13], welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen die [slachtoffer 13], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, welk geweld hierin bestond dat die [slachtoffer 13] door hem, verdachte en/of zijn mededader is geslagen
11.
hij op 11 september 2008 te Veldhoven tezamen en in vereniging met een ander op de openbare weg, Moormanlaan, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een portemonnee met inhoud (waaronder een bankpas), toebehorende aan [slachtoffer 14], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer 14], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader met een brommer/scooter tegen de fiets van die [slachtoffer 14] is/zijn aangereden (waardoor die [slachtoffer 14] ten val kwam) en die [slachtoffer 14] veelvuldig en met kracht heeft/hebben geslagen en/of geschopt
13.
hij op tijdstippen in de periode van 17 september 2008 tot en met 18 september 2008 te Oost West en Middelbeers, gemeente Oirschot, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 16] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag van 10.000 euro, toebehorende aan die [slachtoffer 16], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, die [slachtoffer16] heeft opgebeld en telefonisch medegedeeld "Jij moet 10.000 euro klaarleggen in het grijze geldkistje bij het bureau" en "als je het geld niet klaarlegt dan schiet ik je drie gaten in je nek" en "dan schiet ik je een kogel door je kop" en "ik zorg dat je morgen niet meer opstaat" en "die nacht zal ik langskomen" en "als je het niet hebt klaarliggen dan licht ik je van je bed" en "leg die 10.000 euro klaar of ik schiet je kapot" en "ik kan ook je paarden wat aandoen of een van je kinderen ontvoeren, dan begin je vanzelf te janken aan de telefoon", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 24c, 27, 36f, 45, 57, 140, 310, 311, 312, 317.
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie acht alle tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen en eist:
-gevangenisstraf voor de duur van negen jaren met aftrek van voorarrest.
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8] tot een bedrag van € 141,52 en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot dat bedrag bij niet betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis; niet-ontvankelijkverklaring van de vordering voor het overige.
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] tot een bedrag van € 4.677,- en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot dat bedrag bij niet betaling en verhaal te vervangen door 99 dagen hechtenis.
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 11] tot een bedrag van
€ 225,-- en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot dat bedrag bij niet betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis; niet-ontvankelijk verklaring van de vordering voor het overige.
- toewijzing van de vordering van benadeelde partij [benadeelde ] tot een bedrag van
€ 2.890,- en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot dat bedrag bij niet betaling en verhaal te vervangen door 59 dagen hechtenis.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
De op te leggen straf(fen).
Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank ter bezware van verdachte in het bijzonder rekening houden met de navolgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden. De ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten, met name de door hem gepleegd roofovervallen, in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Verdachte werd zowel ter zake van geweldsdelicten als ter zake van vermogensdelicten blijkens een hem betreffend uittreksel uit het algemeen documentatieregister reeds eerder veroordeeld.
(mbt feit 9 t/m 11) Verdachte heeft zijn slachtoffers op straat overvallen en ernstig mishandeld. Hij is er niet voor teruggeschrokken om dergelijk zwaar geweld tegen zijn medemensen te gebruiken. Slachtoffers van dergelijke overvallen ondervinden daarvan vaak nog gedurende langere tijd de nadelige gevolgen. Bovendien veroorzaken dergelijke feiten grote onrust en gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
Tot slot weegt de rechtbank in het nadeel van verdachte mee dat verdachte en zijn mededader(s) bij het plegen van de overvallen en de woninginbraken hebben gehandeld uit puur winstbejag en zich niets hebben aangetrokken van de belangen van de slachtoffers. Ook ter terechtzitting heeft verdachte geen blijk gegeven de ernst en de draagwijdte van de door hem gepleegde feiten voor de slachtoffers in te zien.
Strafverzwarend is ook de omstandigheid dat verdachte tezamen met zijn mededaders inbraken pleegde in georganiseerd verband.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank verdachte van twee feiten zal vrijspreken en de rechtbank van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
(tav feit 3)
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3].
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meerdere verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
(Tav feit 7)
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8].
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, de volgende onderdelen van de vordering: te weten een bedrag van
€ 141,52, zijnde de gesprekskosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meerdere verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige deel van de vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partij kan deze onderdelen van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
(tav feit 8)
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 11].
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, de volgende onderdelen van de vordering, te weten de kosten van de bril en het shirt, tezamen een bedrag € 125,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meerdere verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige deel van haar vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partij kan deze onderdelen van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
(tav feit 9)
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12].
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meerdere verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
(tav feit 11)
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 14].
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, de volgende onderdelen van de vordering, te weten het bedrag van het eigen risico, de kosten van fysiotherapie en de immateriële schade, tezamen een bedrag van € 2.973,36, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meerdere verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige deel van haar vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partij kan deze onderdelen van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
(tav. feit 3, 7, 8, 9, 11)
Motivering van de hoofdelijkheid.
De rechtbank stelt vast dat verdachte deze strafbare feiten samen met een ander of anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededader(s) samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij in de respectievelijke zaken telkens jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde].
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien geen sprake is van rechtstreeks door enig bewezen verklaard feit toegebrachte schade.
De rechtbank zal, nu de vordering niet wordt toegewezen, de benadeelde partij veroordelen in de kosten. Deze kosten worden tot op heden begroot op nihil.
DE UITSPRAAK
T.a.v. feit 4, feit 12:
Vrijspraak, achtende de rechtbank het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen.
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse
sleutels
T.a.v. feit 2:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse
sleutels
T.a.v. feit 3:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse
sleutels
T.a.v. feit 5:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en
inklimming
T.a.v. feit 6:
het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van
misdrijven
T.a.v. feit 7:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en
inklimming
T.a.v. feit 8:
poging tot diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het
oogmerk om bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan
het misdrijf de vlucht mogelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
T.a.v. feit 9:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld, gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt
gepleegd door twee of meer verenigde personen
T.a.v. feit 10:
diefstal, voorafgegaan van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of
meer verenigde personen
T.a.v. feit 11:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl
het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
T.a.v. feit 13:
poging tot afpersing
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf(fen) en/of maatregel(en).
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3, feit 5, feit 6, feit 7, feit 8, feit 9, feit 10, feit 11, feit 13:
Gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht
T.a.v. feit 3:
Maatregel van schadevergoeding van € 4.677,00 subsidiair 56 dagen hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3] van een bedrag van € 4.677,- (zegge: vierduizend zeshonderdzevenenzeventig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 56 dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente te rekenen vanaf de datum van het delict tot de dag der algehele voldoening.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover het bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3], van een bedrag van € 4.677,- (zegge: vierduizend zeshonderdzevenenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente te rekenen vanaf de datum van het delict tot de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover het bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij en (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) heeft/hebben
voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze
schade.
T.a.v. feit 7:
Maatregel van schadevergoeding van € 141,52 subsidiair 2 dagen hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 8] van een bedrag van € 141,52 (zegge: honderdeenenveertig euro en tweeënvijftig cent ), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 8] van een bedrag van € 141,52 (zegge: honderdeenenveertig euro en tweeënvijftig cent ).
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet
ontvankelijk is.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
Voor zover hij of (een van) zijn mededader (s) heeft/hebben voldaan aan een van
de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 8:
Maatregel van schadevergoeding van € 125,00 subsidiair 4 dagen hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 11] van een bedrag van € 125,- (zegge: honderdvijfentwintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 11]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 11] van een bedrag van € 125,- (zegge: honderdvijfentwintig euro).
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet
ontvankelijk is.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
Voor zover hij of (een van) zijn mededader (s) heeft/hebben voldaan aan een van
de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 9:
Maatregel van schadevergoeding van € 333,50 subsidiair 6 dagen hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 12], van een bedrag van € 333,50 (zegge: driehonderddrieëndertig euro en vijftig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 6 dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente te rekenen vanaf de datum van het delict tot de dag der algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 12] van een bedrag van € 333,50 (zegge: driehonderddrieëndertig euro en vijftig cent ), vermeerderd met de wettelijke rente te rekenen vanaf de datum van het delict tot de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog temaken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
Voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 11:
Maatregel van schadevergoeding van € 2.973,36 subsidiair 39 dagen hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 14] van een bedrag van € 2.973,36 (zegge: tweeduizend negenhonderddrieënzeventig euro en zesendertig cent ), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 39 dagen hechtenis.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 14]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 14] van een bedrag van € 2.973,36 (zegge: tweeduizend negenhonderddrieënzeventig euro en zesendertig cent).
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk is.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij of (een van) zijn mededader (s) heeft/hebben voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 6:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [benadeelde] in haar vordering.
Veroordeelt benadeelde partij in de kosten van verdachte tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, voorzitter,
mr. E.C.M. de Klerk en mr. M.Th. van Vliet, leden,
in tegenwoordigheid van L.F.M. Schulte, griffier,
en is uitgesproken op 6 juli 2009.
1 Pv bevindingen Regiopolitie Brabant Zuid Oost, Bovenregionale Recherche Zuid Nederland dd 13 augustus 2008; dossier blzz 232 t/m 235
2 Pv regiopolitie Brabant Zuid-Oost, unit observatie, p. 2241 e.v.
3 Pv aangifte p. 2237 e.v.
4 Pv regiopoltie Brabant Zuid-Oost, unit observatie, p. 2518 e.v.
5 Pv regiopolitie Brabant Zuid-Oost, BRZNederland, p. 2521 e.v.
6 Pv aangifte p. 2501 e.v.
7 Pv regiopolitie Brabant Zuid-Oost, BRZNederland, p. 2537 e.v.
8 Pv regiopolitie Brabant-Noord, team Boxmeer, p. 2510 e.v.
9 Pv regiopolitie Brabant Zuid-Oost, BRZNederland, p. 2513 e.v.
10 Pv regiopolitie Brabant Zuid-Oost, unit observatie, p. 2648 e.v.
11 Pv aangifte p. 2642 e.v.
12 Pv regiopolitie Brabant Zuid-Oost, p. 2963 e.v.
13 Pv aangifte p. 2951 e.v.
14 Pv aangifte p. 2151
15 Pv Technisch Sporenonderzoek p. 2155 e.v.
16 Pv Identificatie Dactyloscopisch Spoor p. 2173
17 Pv regiopolitie Brabant-Noord, district AA&Dommel, team oost, p. 2158
18 Pv BRZNederland p.147 e.v.
19 Gebruikersspecificatie p. 2176 e.v.
20 Pv. BRZNederland p. 2147 e.v.
21 Pv. aangifte p.5058 e.v.
22 Pv. verhoor [slachtoffer 11] p. 5062 e.v.
23 Pv. verhoor verdachte p. 5038 e.v.
24 Pv aangifte p. 4002 e.v.
25 Pv verhoor [getuige 4] p. 4026 e.v.
26 Pv bevindingen p. 4089
27 Pv verhoor [getuige 4] en foto’s p. 4028 t/m 4031
28 Pv. technisch onderzoek p. 4017 e.v.
29 Pv. Forensisch Technische Ondersteuning p. 4159 e.v.
30 Pv verhoor [getuige 5] p. 4066 e.v.
31 Pv. Forensich Technische Ondersteuning p. 4159 e.v.
32 Proces-verbaal getuigenverhoor RC op 23 april 2009 in de zaak van [verdachte]
33 Pv. aangifte p. 3832 e.v.
34 Pv. verhoor [getuige 7] p. 3891 e.v.
35 Bijlage 2 p. 3939
36 Pv Technisch Onderzoek p. 3934 e.v.
37 Pv verhoor [getuige 6] p. 3966 e.v.
38 Pv aangifte p. 3678 e.v.
39 Rapport Nederlands Forensisch Instituut p. 3753 e.v.
40 Pv aangifte p. 4363 e.v.
41 Pv verhoor [getuige 8] p. 4378 e.v.
42 Pv bevindingen p. 4400 e.v.
43 Pv. bevindingen p. 4400 e.v.
44 Pv. verhoor [getuige 8] p. 4379 e.v.
??
??
25
Parketnummer: 01/889066-08
[verdachte]