3.2.1. Uit de door Innov-X in het geding gebrachte financiële gegevens met betrekking tot haar bedrijfsvoering en met betrekking tot de verwachte resultaten in de toekomst, die door [verweerder] niet althans onvoldoende gemotiveerd zijn weersproken, volgt dat de bedrijfseconomische situatie van Innov-X sterk achteruit is gegaan en dat de prognoses ongunstig zijn. [verweerder] heeft ter zitting ook verklaard dat hij heeft gemerkt dat er sedert september/oktober 2008 sprake is van een duidelijke terugloop van de omzet. Hij is in verband daarmee sedert 2 februari 2009 vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden. Gezien deze omstandigheden is voldoende aannemelijk dat Innov-X zich genoodzaakt ziet naast de verlaging van operationele kosten, waartoe zij onbetwist reeds maatregelen heeft getroffen, ook haar personele kosten te verlagen.
3.2.2. [verweerder] vervult de functie van assistent boekhouder, evenals een andere werknemer van Innov-X, [M]. Daarnaast is er op de afdeling administratie nog een Senior Financieel Accountant, [B], werkzaam die thans afwezig is in verband met zwangerschapsverlof. Zowel [M] als [verweerder] hebben een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. [verweerder] is eerder in dienst getreden dan [M]. Indien het afspiegelingsbeginsel zou worden gehanteerd dan zou [M] ten opzicht van [verweerder] als eerste in aanmerking komen voor beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst.
Innov-X heeft in het verzoekschrift echter aangevoerd dat zij de voorkeur geeft aan handhaving van [M] omdat [M] beschikt over passender ervaring en opleiding. [verweerder] heeft dit echter gemotiveerd weersproken, stellende dat hij meer ervaring en een hogere opleiding heeft, hetgeen door Innov-X niet is betwist. Dit argument van Innov-X voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst met [verweerder], kennelijk in plaats van die met [M], gaat derhalve niet op.
Voorts heeft Innov-X in het verzoekschrift gesteld dat [verweerder] lijdt aan een lichte vorm van autisme, hetgeen tussen partijen vast staat, waardoor hij begeleiding behoeft. Volgens Innov-X wordt de functie van assistent boekhouder in de nieuwe organisatie belangrijk verzwaard en kan aan [verweerder] geen begeleiding meer worden geboden. Dat sprake is van een belangrijke verzwaring van de functie als deze door één persoon wordt uitgeoefend valt vooralsnog niet in te zien. De gestelde terugloop van de omzet zal immers ook een afname van boekhoudkundige werkzaamheden meebrengen. Uit de door Innov-X als productie 12 in het geding gebrachte stukken blijkt genoegzaam dat [verweerder] enige begeleiding nodig heeft bij de uitoefening van zijn functie, waardoor niet aannemelijk is dat hij volledig zelfstandig zal kunnen werken. Het enkel terugbrengen van de twee functies assistent boekhouder tot een functie assistent boekhouder brengt echter niet mee dat aan [verweerder] niet de benodigde begeleiding kan worden geboden. Uit genoemde productie 12 blijkt immers dat [verweerder] naast beperkte begeleiding van zijn jobcoach, begeleiding heeft ontvangen van [B].
Ter zitting heeft Innov-X aangevoerd dat het in haar bedoeling ligt om na afloop van het bevallingsverlof van [B], de arbeidsovereenkomst met haar te beëindigen, zodat uiteindelijk nog slechts één persoon op de afdeling administratie werkzaam zal zijn. Volgens Innov-X kan [verweerder] die functie niet aan. Gelet op het feit dat [verweerder] bij de uitvoering van zijn werkzaamheden begeleiding nodig heeft is aannemelijk dat hij die functie in elk geval niet zonder enige begeleiding zal kunnen uitoefenen. Nog afgezien van de omstandigheid dat Innov-X dit argument niet in het verzoekschrift naar voren heeft gebracht, is beëindiging van de arbeidsovereenkomst met [B] thans in elk geval niet aan de orde en is het nog maar de vraag of en wanneer het tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met [B] zal komen. Bovendien heeft Innov-X de afwezigheid van [B] opgevangen door inschakeling van een externe medewerker gedurende enkele dagen per week, zoals zijdens Innov-X ter zitting is verklaard. Hieruit volgt dat er kennelijk in de begeleiding van [verweerder] kan worden voorzien en dat er - nog – geen sprake van is dat de werkzaamheden op de afdeling administratie door één medewerker moeten worden uitgevoerd. De omstandigheid dat [verweerder] begeleiding behoeft rechtvaardigt derhalve niet de conclusie dat bij het vervallen van één van de twee functies assistent boekhouder de keuze voor wat betreft de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in afwijking van het afspiegelingsbeginsel op [verweerder] zou moeten vallen.
Naast het voorgaande is ook van belang dat [verweerder] moet worden aangemerkt als een werknemer met een arbeidshandicap, hetgeen meebrengt dat hij een zwakkere arbeidsmarktpositie heeft dan [M] en dat hij bij beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst een groter nadeel ondervindt dan een werknemer met een normale arbeidsmarktpositie.
Voorts is van belang dat [verweerder] een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft die per 9 juli 2010 eindigt en dat Innov-X voor [verweerder] een loondispensatie heeft van 40%, in verband waarmee zij aan salaris slechts € 720,97 bruto per maand exclusief vakantiegeld verschuldigd is. Het financiële belang van Innov-X bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] is derhalve beperkt, ook indien in aanmerking wordt genomen de eventuele vergoeding die Innov-X bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan [verweerder] verschuldigd zou worden, bij de vaststelling waarvan rekening zou worden gehouden met het feit dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
Tussen partijen is niet in geschil dat [verweerder] steeds goed heeft gefunctioneerd zodat zijn functioneren geen belemmering voor voortzetting van de arbeidsovereenkomst kan worden geacht.