ECLI:NL:RBSHE:2009:BI8622
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.W.H. Renneberg
- W.A.F. Damen
- F.P.E. Wiemans
- Rechtspraak.nl
Ontuchtige handelingen tussen minderjarigen met uitlokking door verdachte
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 19 juni 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 15-jarige verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met zijn 12-jarige vriendin. De verdachte heeft niet alleen zelf ontuchtige handelingen gepleegd, maar heeft ook twee vrienden uitgelokt om met zijn vriendin seksuele handelingen te verrichten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 22 september 2007 tot en met 23 oktober 2008 in Eindhoven met zijn vriendin, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd. Dit bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam van de vriendin. De verdachte heeft zijn penis in de mond van de vriendin gebracht, wat als een ontuchtige handeling wordt beschouwd onder artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte zijn vrienden heeft uitgelokt om ook ontuchtige handelingen met zijn vriendin te plegen. Dit gebeurde door de vrienden te vertellen dat de vriendin seks met hen wilde hebben en hen naar haar toe te brengen. De rechtbank heeft de verklaringen van de betrokkenen, waaronder die van de vriendin en de vrienden, als bewijs gebruikt om de feiten vast te stellen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte zijn invloed heeft misbruikt om zijn vriendin te dwingen tot seksuele handelingen met zijn vrienden, wat in strijd is met de sociaal-ethische normen.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen jeugddetentie, en 6 maanden voorwaardelijke jeugddetentie met een proeftijd van twee jaren. De bijzondere voorwaarde is dat de verdachte zich houdt aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering, inclusief eventuele ambulante behandeling. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen bij het opleggen van de straf.