ECLI:NL:RBSHE:2009:BI3469
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling en gezag in een familierechtelijke procedure met lijfsdwang
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 8 april 2009 uitspraak gedaan in een familierechtelijke procedure betreffende de omgangsregeling en het gezag over een minderjarig kind. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J.C.W. van de Ven, verzocht om wijziging van het gezag en het vaststellen van een omgangsregeling met zijn zoon, die bij de vrouw woont. De vrouw frustreerde echter de omgang tussen vader en zoon, wat leidde tot een verzoek van de man om lijfsdwang toe te passen als dwangmiddel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen communicatie tussen de ouders plaatsvond en dat de vrouw de omgang met de man actief tegenwerkte. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in zijn rapportage aangegeven dat het in het belang van het kind is dat er een omgangsregeling wordt vastgesteld, ondanks de weigerachtige houding van de vrouw. De rechtbank heeft de vrouw veroordeeld tot betaling van de proceskosten en heeft de omgangsregeling vastgesteld, waarbij de man recht heeft op omgang met zijn zoon gedurende één middag per week.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat, gezien de omstandigheden en de falende eerdere dwangmiddelen, het toepassen van lijfsdwang gerechtvaardigd is. Dit betekent dat de vrouw gedwongen kan worden om mee te werken aan de omgangsregeling. De rechtbank benadrukt dat het belang van het kind voorop staat en dat het essentieel is voor de ontwikkeling van het kind om contact te hebben met beide ouders. De uitspraak is uitvoerbaar bij lijfsdwang, wat inhoudt dat de vrouw kan worden gedwongen om de omgangsregeling na te leven. De beslissing is openbaar uitgesproken en de vrouw is in de proceskosten veroordeeld.