vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer: 01/825063-09
Datum uitspraak: 06 mei 2009
Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
wonende te [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd te: P.I. Breda - HvB De Boschpoort.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 22 april 2009.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 25 maart 2009.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 09 december 2008 te Helmond
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (naam)
modezaak, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2], gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s)
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die
[slachtoffer1]/of [slachtoffer2] heeft/hebben gericht, althans die [slachtoffer1]/of
[slachtoffer2] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp
heeft/hebben voorgehouden/getoond en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer1]/of [slachtoffer2] met tape heeft/hebben vastgebonden en/of
(vervolgens)
- tegen die [slachtoffer1]/of [slachtoffer2] heeft/hebben gezegd: "Waar ligt het
geld", althans woorden van gelijke aard of strekking;
(Artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 07 januari 2009 te Someren
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere
siera(a)d(en) en/of een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer3] en/of [bedrijf van slachtoffer3], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd
voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen voornoemde [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die
[slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] heeft/hebben gericht en/of gericht
gehouden en/of (daarbij)
- tegen die [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] heeft/hebben gezegd:
"Dit is een overval", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
(vervolgens)
- tegen die [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] heeft/hebben gezegd: "Ga
op de grond liggen" en/of "Ga op de grond zitten" en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] heeft/hebben geslagen/gestompt
en/of geschopt/getrapt en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] heeft/hebben vastgebonden;
(Artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht)
3.
hij op of omstreeks 17 januari 2009 te Helmond tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in / uit een bedrijfspand gelegen aan [adres1] heeft
weggenomen een kluis (met inhoud) en/of meerdere, althans een autosleutel(s)
en/of een cd-rom met daarop autodata en/of twee, althans meerdere, althans een
personenauto('s) en/of een scooter, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan garage [slachtoffer6] en/of [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of
zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te
nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel
van braak, verbreking en / of inklimming te weten door een ruit van voornoemd
pand stuk te maken en/of te forceren en/of door toegangsdeur in voornoemd pand
stuk te maken en/of te forceren;
(artikel 311 juncto 310 WvSr)
(parketnummer 825035-09)
4.
hij in of omstreeks de periode van 16 januari 2009 tot en met 17 januari 2009
te Helmond tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk een (toegangs)poort, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf1], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield
en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(Artikel 350 juncto 47 van het Wetboek van Strafrecht)
(Parketnummer 825035-09)
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of omissies voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en/of aangevuld. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
1.
op 09 december 2008 te Helmond tezamen en in vereniging met een ander
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
geldbedrag, toebehorende aan [bedrijf2], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slac[slachtoffer1] [slachtoffer2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte
en zijn mededader
- aan die [slachtoffer1] [slachtoffer2] een op een vuurwapen gelijkend voorwerp
hebben voorgehouden/getoond en vervolgens
- die [slachtoffer1] [slachtoffer2] met tape hebben vastgebonden en
vervolgens
- tegen die [slachtoffer1] hebben gezegd: "Waar ligt het
geld", althans woorden van gelijke aard of strekking.
2.
op 07 januari 2009 te Someren tezamen en in vereniging met anderen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen sieraden en een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer3] en/of [bedrijf van slachtoffer3], welke diefstal werd
voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer3] en [slachtoffer4] en [slachtoffer5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld
hierin bestonden dat verdachte en/of zijn mededaders
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer3] en [slachtoffer4] en [slachtoffer5] hebben gericht en daarbij
- tegen die [slachtoffer3] hebben gezegd:"Dit is een overval", althans woorden van gelijke aard of strekking en vervolgens
- tegen die [slachtoffer3] en [slachtoffer4] en [slachtoffer5] hebben gezegd: "Ga
op de grond liggen" en/of "Ga op de grond zitten" en vervolgens
- die [slachtoffer3] hebben geslagen/gestompt en geschopt/getrapt en vervolgens
- die [slachtoffer3] en [slachtoffer4] en [slachtoffer5] hebben vastgebonden.
3.
op 17 januari 2009 te Helmond tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in / uit een bedrijfspand gelegen aan [adres1] heeft
weggenomen een kluis met inhoud en autosleutels en een cd-rom met daarop autodata en twee personenauto’s en een scooter, toebehorende aan garage [slachtoffer6] en/of [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak, te weten door een ruit van voornoemd pand stuk te maken en door een toegangsdeur in voornoemd pand te forceren.
4.
in de periode van 16 januari 2009 tot en met 17 januari 2009 te Helmond tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en wederrechtelijk een toegangspoort, toebehorende aan [bedrijf1], heeft vernield.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Verdachte heeft de feiten 3 en 4 bij de politie en ook ter terechtzitting van 22 april 2009 ontkend.
De rechtbank acht de betrokkenheid van verdachte bij de inbraak onder 3 en de vernieling onder 4 wettig en overtuigend bewezen op grond van de bij de politie afgelegde belastende verklaringen van de medeverdachten [medeverdacht[medeverdachte1] en [medeverdachte2]. Deze medeverdachten belasten niet alleen verdachte maar ook zichzelf. Bovendien wordt verdachte door de politie kort na de vernieling van de toegangspoort in de buurt van de plaats van het delict aangetroffen, in aanwezigheid van [medeverdachte1] en [medeverdachte2] voornoemd.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 24c, 27, 36f, 47, 57, 60a, 310, 311, 312, 350.
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID
De eis van de officier van justitie.
Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 4.
- een gevangenisstraf van 6 jaar met aftrek conform artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- gehele hoofdelijke toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer1], [slachtoffer2], [bedrijf van slachtoffer3] en [slachtoffer3] en telkens oplegging van de maatregel 36f van het Wetboek van Strafrecht;
- niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer6] in haar vordering.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
De op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en).
Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank enerzijds in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden ten bezware van verdachte:
- de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- verdachte werd ter zake van strafbare feiten soortgelijk aan de door hem gepleegde feiten blijkens een hem betreffend uittreksel uit het algemeen documentatieregister reeds eerder veroordeeld;
- verdachte heeft de onderhavige strafbare feiten gepleegd kort na de tenuitvoerlegging van een eerdere veroordeling voor soortgelijke feiten;
- het gewelddadige karakter van de door verdachte gepleegde strafbare feiten, dat verdachte er niet voor is teruggeschrokken om samen met anderen dergelijk geweld tegen zijn medemensen te gebruiken alsmede dat verdachte zich om het lot van de slachtoffers kennelijk volstrekt niet heeft bekommerd;
- de gevolgen voor de slachtoffers, waarbij met name de overval op de modezaak diepe sporen heeft achtergelaten bij de nog jonge slachtoffers.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank anderzijds in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheid die tot matiging van de straf heeft geleid:
- de psycholoog drs. A.F.J.M. Zwegers concludeert in het rapport d.d. 30 maart 2009
dat verdachte ten tijde van het plegen van de feiten licht verminderd toerekeningsvatbaar was. De rechtbank neemt deze conclusie over en maakt deze tot de hare.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
De vordering van de benadeelde partij [bedrijf1].
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, het volgende onderdeel van de vordering, werkverlet met loondoorbetaling, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige deel van de vordering, aangezien dit deel niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
De benadeelde partij kan deze onderdelen van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededader samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer1].
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededader samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer2].
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededader samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De vordering van de benadeelde partij [bedrijf van slachtoffer3].
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededaders samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer3].
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededaders samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op EUR 39,60.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer6].
De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer6] niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. Ten aanzien van de gevorderde schade met betrekking tot de auto is de rechtbank van oordeel dat de vordering onvoldoende is onderbouwd. Daarnaast is onduidelijk wat door de verzekeraar is vergoed dan wel waaruit het gevorderde bedrag is opgebouwd.
De benadeelde partij kan deze onderdelen van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen
personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen.
T.a.v. feit 2:
diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen
personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen.
T.a.v. feit 3:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
T.a.v. feit 4:
Medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten
dele aan een ander toebehoort, vernielen.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf(fen) en/of maatregel(en).
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3, feit 4:
Gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht
T.a.v. feit 1:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 98,48 subsidiair 1 dag hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten
behoeve van het slachtoffer [bedrijf1] van een bedrag van EUR 98,48
(zegge: achtennegentig euro en achtenveertig eurocent), bij gebreke van
betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, vermeerderd met de
wettelijke rente vanaf datum delict (9 december 2008) tot de dag van algehele
voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door
zijn mededader is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [bedrijf1].:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij [bedrijf1] van een bedrag van EUR 98,48
(zegge: achtennegentig euro en achtenveertig eurocent, terzake werkverlet met
loondoorbetaling), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict (9
december 2008) tot de dag van algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet
ontvankelijk is.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door zijn mededader is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij of zijn mededader heeft voldaan aan een van
de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 1:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 2.300,00 subsidiair 33 dagen hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten
behoeve van het slachtoffer [slachtoffer1], van een bedrag van EUR 2.300,--
(zegge: tweeduizend driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te
vervangen door 33 dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
datum delict (9 december 2008) tot de dag van algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door
zijn mededader is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer1]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer1] van een bedrag van EUR 2.300,--
(zegge: tweeduizend driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente
vanaf datum delict (9 december 2008) tot de dag van algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door zijn mededader is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 1:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 2.000,00 subsidiair 30 dagen hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten
behoeve van het slachtoffer [slachtoffer2], van een bedrag van EUR 2.000,--
(zegge: tweeduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen
door 30 dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict
(9 december 2008) tot de dag van algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door zijn mededader is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer2]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer2] van een bedrag van EUR 2.000,--
(zegge: tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum
delict (9 december 2008) tot de dag van algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door zijn mededader is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 2:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 531,55 subsidiair 10 dagen hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten
behoeve van het slachtoffer [bedrijf van slachtoffer3],van een bedrag van EUR 531,55
(zegge: vijfhonderdeenendertig euro en vijfenvijftig eurocent), bij gebreke van
betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis, vermeerderd met de
wettelijke rente vanaf datum delict (7 januari 2009) tot de dag van algehele
voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s) is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [bedrijf van slachtoffer3]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij [bedrijf van slachtoffer3] van een bedrag van EUR 531,55
(zegge: vijfhonderdeenendertig euro en vijfenvijftig eurocent), vermeerderd met
de wettelijke rente vanaf datum delict (7 januari 2009) te de dag van algehele
voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
Maatregel van schadevergoeding van EUR 1.900,00 subsidiair 29 dagen hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten
behoeve van het slachtoffer [slachtoffer3], van een bedrag van EUR 1.900,--
(zegge: negentienhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te
vervangen door 29 dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
datum delict (7 januari 2009) tot de dag van algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s) is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer3]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer3] van een bedrag van EUR 1.900,--
(zegge: negentienhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum
delict (7 januari 2009) tot de dag van algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op EUR 39,60.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
Beslissing op vordering van de benadeelde partij [slachtoffer6]
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij
[slachtoffer6] in haar vordering, zijnde de vordering niet eenvoudig van
aard en m.b.t. de auto('s) onvoldoende onderbouwd.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden
begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. K. Visser, voorzitter,
mr. drs. W.A.F. Damen en mr. A.M.R. van Ginneken, leden,
in tegenwoordigheid van mr. K. Smits, griffier,
en is uitgesproken op 6 mei 2009.