ECLI:NL:RBSHE:2009:BI2575
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J.H. Bruggink
- P.J.H. van Dellen
- Ch. Dunnewijk
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van anale, orale en vaginale verkrachting met twijfel over bewijs
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Hertogenbosch, is verdachte beschuldigd van anale, orale en vaginale verkrachting van aangeefster op 28 juni 2008 in Helmond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De tenlastelegging omvatte het dwingen van aangeefster tot seksuele handelingen door middel van geweld en bedreiging. Aangeefster heeft verklaard dat verdachte haar meerdere keren heeft geslagen en gedwongen tot seksuele handelingen. De verdachte heeft de beschuldigingen ontkend en verklaard dat de seksuele handelingen vrijwillig waren.
De rechtbank heeft de verklaringen van zowel de aangeefster als de verdachte zorgvuldig gewogen. De verklaringen van de aangeefster waren consistent en werden ondersteund door forensisch bewijs, waaronder DNA-sporen op een doekje dat in de auto van de aangeefster was aangetroffen. De verdachte heeft echter wisselend verklaard en zijn verklaringen waren niet altijd consistent. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verkrachting wettig en overtuigend te bewijzen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er te veel twijfel bestond over de feitelijke toedracht van de zaak. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, waarbij zij heeft teruggevallen op de grondregel dat bij twijfel het voordeel aan de verdachte moet worden gegeven. De benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, en de kosten van de verdachte zijn op nihil begroot. Dit vonnis is uitgesproken op 4 mei 2009.