ECLI:NL:RBSHE:2009:BH0965
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verkoop en bezit van cocaïne met vrijspraak voor XTC-pillen
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank 's-Hertogenbosch, is de verdachte beschuldigd van het opzettelijk verkopen en aanwezig hebben van cocaïne en XTC-pillen. De tenlastelegging omvatte twee feiten: het verkopen van cocaïne in de periode van 1 juni 2006 tot en met 16 oktober 2008 en het opzettelijk aanwezig hebben van 6,5 gram cocaïne op 17 oktober 2008. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van 30 maanden, terwijl de verdediging pleitte voor een lagere straf met voorwaardelijke elementen.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk cocaïne had verkocht en aanwezig had gehad, maar sprak hem vrij van de verkoop van XTC-pillen. Dit kwam voort uit het ontbreken van bewijs dat de pillen de in de tenlastelegging genoemde werkzame stoffen bevatten. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 21 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, en stelde bijzondere voorwaarden aan het voorwaardelijke deel van de straf, waaronder toezicht van de reclassering.
De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact van de drugshandel op de samenleving, maar hield ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals zijn bereidheid tot hulpverlening en het feit dat hij eerder had meegewerkt aan het onderzoek. De uitspraak werd gedaan op 27 januari 2009, waarbij de rechtbank ook besliste over de verbeurdverklaring van inbeslaggenomen goederen.