ECLI:NL:RBSHE:2009:BH0895
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.J.H. van Dellen
- J.M.P. Willemse
- M.T. van Vliet
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in kinderporno-zaak met betrekking tot de opslag van afbeeldingen op de computer van verdachte
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 27 januari 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De tenlastelegging was gebaseerd op afbeeldingen die waren aangetroffen op de harde schijf van de computer van de verdachte, opgeslagen in de mappen Lost Folders en Unallocated Clusters. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 18 februari 2008 zijn computer had laten doorzoeken door de Digitale Recherche, waarbij honderden afbeeldingen van (half-)naakte jongens zijn aangetroffen. De verdachte heeft verklaard dat hij geen kinderpornografische afbeeldingen op zijn computer heeft opgeslagen, maar dat het mogelijk is dat hij dergelijke afbeeldingen heeft gedownload en vervolgens heeft verwijderd.
De officier van justitie vorderde een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak. De verdediging stelde dat de verdachte niet opzettelijk kinderpornografisch materiaal in zijn bezit had, omdat de afbeeldingen alleen zichtbaar waren met speciale programma's en dat de verdachte geen computerdeskundige was. De rechtbank heeft de argumenten van de verdediging overwogen en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor opzet op het in bezit hebben van de afbeeldingen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij opzettelijk kinderpornografisch materiaal in zijn bezit had.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging en heeft tevens besloten dat de in beslag genomen goederen, waaronder de computer en de harde schijf, aan de verdachte moeten worden teruggegeven. De uitspraak is gedaan in het kader van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht, dat betrekking heeft op kinderpornografie. De rechtbank heeft de beslissing gegrond op de artikelen 36b en 36d van het Wetboek van Strafrecht.