Uitspraak
[gedaagde 3],
Rechtbank 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 25 november 2009 een herstelvonnis gewezen in een civiele procedure tussen een eiseres en meerdere gedaagden. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J.W. van Ingen, had de rechtbank verzocht om een verbetering van een eerder vonnis dat op 28 oktober 2009 was gewezen. Het verzoek betrof een wijziging van het in het dictum genoemde bedrag van EUR 171.133,00 naar EUR 174.133,00. De rechtbank heeft de gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.A.P. Mulders, in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren. De gedaagden hebben zich aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een kennelijke fout in het eerdere vonnis, die eenvoudig te herstellen was. De rechtbank baseerde deze conclusie op de feiten die waren vastgesteld in een tussenvonnis van 27 februari 2008, waaruit bleek dat het openstaande bedrag per 31 december 2006 inclusief rente EUR 174.133,00 bedroeg. De rechtbank heeft het verzoek van de eiseres dan ook toegewezen en het bedrag in het dictum van het eerdere vonnis aangepast.
In de beslissing heeft de rechtbank bepaald dat het eerdere vonnis, waar stond dat gedaagde 3 aan eiseres moest betalen, gewijzigd wordt in het nieuwe bedrag van EUR 174.133,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2007 tot de dag van volledige betaling. Tevens is gelast dat partijen de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis na ontvangst van het herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank dienen te retourneren. Dit vonnis is uitgesproken door mr. W. Schoorlemmer.