ECLI:NL:RBSHE:2008:BG9130
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A. van Biesbergen
- G.A.F.M. Wouters
- P.A. Buijs
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor mishandeling en vernieling met voorwaardelijke gevangenisstraf en reclasseringstoezicht
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 24 december 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meermalen mishandeling en vernieling. De tenlastelegging omvatte drie feiten: de verdachte zou opzettelijk een persoon, [slachtoffer 1], hebben mishandeld in de periode van 1 april 2008 tot en met 5 september 2008, bedreigingen hebben geuit tegen [slachtoffer 1] op 31 augustus 2008, en opzettelijk en wederrechtelijk de inventaris en muren van de woning van [slachtoffer 1] hebben vernield op 5 september 2008. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de bedreiging, omdat niet wettig en overtuigend bewezen was dat deze had plaatsgevonden. Echter, de rechtbank achtte de mishandeling en de vernieling wel bewezen. De rechtbank baseerde haar oordeel op de aangifte van [slachtoffer 1], verklaringen van getuigen, en forensisch bewijs. De verdachte heeft [slachtoffer 1] op meerdere tijdstippen mishandeld, wat heeft geleid tot pijn en letsel. Daarnaast heeft hij opzettelijk teksten op de muren van de woning van [slachtoffer 1] geschreven met stroop en/of verf, wat als vernieling werd gekwalificeerd.
De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 180 dagen, waarvan 70 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De bijzondere voorwaarde was dat de verdachte zich moest houden aan de aanwijzingen van de Reclassering Nederland, inclusief het volgen van een poliklinische behandeling en urinecontroles. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn bereidheid tot behandeling voor zijn problematiek. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de noodzaak van normhandhaving.