ECLI:NL:RBSHE:2008:BG9130

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1/845459-08
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mishandeling en vernieling met voorwaardelijke gevangenisstraf en reclasseringstoezicht

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 24 december 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meermalen mishandeling en vernieling. De tenlastelegging omvatte drie feiten: de verdachte zou opzettelijk een persoon, [slachtoffer 1], hebben mishandeld in de periode van 1 april 2008 tot en met 5 september 2008, bedreigingen hebben geuit tegen [slachtoffer 1] op 31 augustus 2008, en opzettelijk en wederrechtelijk de inventaris en muren van de woning van [slachtoffer 1] hebben vernield op 5 september 2008. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging.

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de bedreiging, omdat niet wettig en overtuigend bewezen was dat deze had plaatsgevonden. Echter, de rechtbank achtte de mishandeling en de vernieling wel bewezen. De rechtbank baseerde haar oordeel op de aangifte van [slachtoffer 1], verklaringen van getuigen, en forensisch bewijs. De verdachte heeft [slachtoffer 1] op meerdere tijdstippen mishandeld, wat heeft geleid tot pijn en letsel. Daarnaast heeft hij opzettelijk teksten op de muren van de woning van [slachtoffer 1] geschreven met stroop en/of verf, wat als vernieling werd gekwalificeerd.

De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 180 dagen, waarvan 70 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De bijzondere voorwaarde was dat de verdachte zich moest houden aan de aanwijzingen van de Reclassering Nederland, inclusief het volgen van een poliklinische behandeling en urinecontroles. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn bereidheid tot behandeling voor zijn problematiek. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de noodzaak van normhandhaving.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/845459-08
Datum uitspraak: 24 december 2008
Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965,
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
thans gedetineerd te: PI Vught, Vosseveld 2 HvB Regulier.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 10 december 2008.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 7 november 2008.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot en met 5 september 2008 te 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland, (telkens) opzettelijk mishandelend een persoon (te weten (telkens) [slachtoffer 1]), heeft geslagen en/of gestoten en/of gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
(artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht);
2.
hij op of omstreeks 31 augusts 2008 te 's-Hertogenbosch [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik maak je kapot, ik pak je alles af wat je lief is, ik zorg dat je in een gekkenhuis terecht komt", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(artikel 285 Wetboek van Strafrecht);
3.
hij op of omstreeks 5 september 2008 te 's-Hertogenbosch opzettelijk en wederrechtelijk inventaris en/of muren van [adres 1], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(artikel 350 Wetboek van Strafrecht) ;
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Vrijspraak.
De rechtbank acht - met de officier van justitie en de raadsman - niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder 2 is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
De bewijsmiddelen.
- een dossier van de regiopolitie Brabant-Noord, District Den Bosch, met kenmerk PL2116/08-017431, afgesloten d.d. 20 september 2008, aantal doorgenummerde bladzijden: 134 (hierna pv);
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 10 december 2008.
Vaststaande feiten.
Ten aanzien van feit 1:
Verdachte heeft op 31 augustus 2008 te ’s-Hertogenbosch [slachtoffer 1] opzettelijk mishandeld door haar te slaan tegen het hoofd. Dit slaan veroorzaakte pijn1.
Ten aanzien van feit 3:
Op 5 september 2008 heeft verdachte opzettelijk en wederrechtelijk met stroop en/of verf teksten op muren van de woning aan de [adres 1] te ’s-Hertogenbosch, toebehorende aan [slachtoffer 1], geschreven2.
Het standpunt van de officier van justitie.
Ten aanzien van feit 1:
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen ter zake van het meermalen mishandelen van [slachtoffer 1] in de tenlastegelegde periode.
Ten aanzien van feit 3:
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen ter zake van het vernielen (foto’s) en beschadigen (fotolijst) van de inventaris en het beschadigen van de muren.
Het standpunt van de verdediging.
Ten aanzien van feit 1:
De raadsman heeft verzocht verdachte enkel te veroordelen ter zake van de door verdachte erkende gepleegde mishandeling en voor het overige vrij te spreken.
Ten aanzien van feit 3:
De raadsman heeft verzocht verdachte te veroordelen ter zake van vernieling van de muren.
Het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van feit 1:
De rechtbank acht wel vast komen te staan dat verdachte [slachtoffer 1] meerdere malen heeft mishandeld door haar te slaan. Naast de mishandeling op 31 augustus 2008, acht de rechtbank ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer 1] heeft mishandeld op 5 september 2008 en in de periode vanaf 1 augustus 2008.
Ten aanzien van de mishandeling op 5 september 2008 heeft de rechtbank gelet op de aangifte van [slachtoffer 1] inhoudende dat verdachte haar op die dag heeft geslagen, dat hij haar raakte aan de linkerzijde van haar hoofd, dat zij voelde dat dit pijn deed en nog steeds last heeft van een ruis in haar oor3. Verder heeft de rechtbank gelet op de verklaring van de [getuige 1]. [Getuige 1] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] op 5 september 2008 bij haar kwam, dat [slachtoffer 1] helemaal overstuur was, dat [slachtoffer 1] vertelde dat verdachte haar had geslagen en dat zij zag dat het gezicht van [slachtoffer 1] rood was4. Een en ander wordt ondersteund door het technisch onderzoek met een forensische lichtbron dat op dezelfde dag heeft plaatsgevonden. Uit het proces-verbaal dat daaromtrent is opgemaakt en de bijbehorende foto’s blijkt dat zich op de linkerzijde van het gezicht van [slachtoffer 1] donkerkleurige vlekken bevonden en dat deze vlekken duiden op onderhuidse verwondingen5.
Ten aanzien van de periode vanaf 1 augustus 2008 heeft de rechtbank gelet op de aangifte van [slachtoffer 1] waarin zij in het algemeen heeft verklaard over de ruzies met verdachte, dat verdachte haar tijdens die ruzies sloeg en dat dit altijd gebeurde met vlakke hand6. Verder heeft de rechtbank gelet op de relevante passages uit het dagboek van [slachtoffer 1] dat is geschreven in de periode van 31 juli 2008 tot en met 27 augustus 2008. Daarin wordt onder andere melding gemaakt van het door verdachte slaan in het gezicht van [slachtoffer 1] op 14 augustus 2008 en 27 augustus 20087. Een en ander wordt ondersteund door het technisch onderzoek met een forensische lichtbron dat op 5 september 2008 heeft plaatsgevonden. Uit het proces-verbaal dat daaromtrent is opgemaakt en de bijbehorende foto’s blijkt dat zich op de linker- en rechterzijde van het gezicht van [slachtoffer 1] donkerkleurige vlekken bevonden en dat deze vlekken duiden op onderhuidse verwondingen8.
Gelet op vorenstaande zal de rechtbank de bewezenverklaarde periode beperken tot de periode van 1 augustus 2008 tot en met 5 september 2008. De rechtbank acht onvoldoende komen vast te staan dat verdachte [slachtoffer 1] ook in de periode voor 1 augustus 2008 heeft mishandeld, zodat verdachte van dat deel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 3:
De rechtbank is van oordeel dat het schrijven van teksten op muren met stroop en/of verf beschadiging oplevert.
De rechtbank acht verder komen vast te staan dat verdachte in de woning van [slachtoffer 1] foto’s heeft verscheurd en een fotolijst heeft beklad met stroop. De rechtbank heeft hierbij gelet op de waarnemingen van [verbalisant 1]9 en de daarvan opgemaakte foto’s10 in onderlinge samenhang bezien met de bekennende verklaring van verdachte omtrent het door hem met stroop en/of verf schrijven van teksten op de muren. Vorenstaande levert vernieling respectievelijk beschadiging van de inventaris op.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
1.
op tijdstippen gelegen in de periode van 1 augustus 2008 tot en met 5 september 2008 te
's-Hertogenbosch telkens opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer 1], heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
3.
op 5 september 2008 te 's-Hertogenbosch opzettelijk en wederrechtelijk inventaris en muren van [adres 1], toebehorende aan [slachtoffer 1], heeft vernield en/of beschadigd.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 57, 300, 350.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft ten aanzien van feit 1 en 3 gevorderd een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 180 dagen waarvan 70 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht ook indien dit inhoudt het volgen van een poliklinische behandeling en urinecontroles.
De officier van justitie heeft bij haar eis rekening gehouden met de duur van het voorarrest, het feit dat verdachte reeds meerdere malen voor een geweldsdelict is veroordeeld en de omtrent verdachte opgemaakte psychologische rapportage waarin wordt geadviseerd het tenlastegelegde in licht verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. De officier van justitie heeft conform het advies van het Leger des Heils verzocht vorengenoemde bijzondere voorwaarde te verbinden aan het voorwaardelijk gedeelte van de gevangenisstraf.
Ten aanzien van het beslag heeft de officier van justitie aangegeven dat de personenauto en de mobiele telefoon reeds zijn teruggegeven aan de aangeefster. De officier van justitie heeft onttrekking aan het verkeer gevorderd van de bijl en de patronen.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft aangevoerd dat hij zich grotendeels kan verenigen met de eis van de officier van justitie. De raadsman verzoekt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de duur van het voorarrest en daarnaast een voorwaardelijke straf met een bijzondere voorwaarde. Op die manier kan verdachte werken aan zijn problematiek. De raadsman verzoekt rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, dat verdachte een bedrijf wil opstarten en een gezin wil stichten.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank enerzijds in het bijzonder rekening houden met de omstandigheid dat verdachte uit obsessieve jaloezie zijn vriendin meerdere malen heeft geslagen en dat verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel uit het algemeen documentatieregister reeds eerder is veroordeeld ter zake van feiten soortgelijk aan de door hem gepleegde feiten. Anderzijds zal de rechtbank rekening houden met de omtrent de geestvermogens van verdachte uitgebrachte psychologische rapportage door drs. A.F.J.M. Zwegers, GZ-psycholoog, d.d. 5 november 2008 waaruit blijkt, dat de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verminderde mate aan hem kunnen worden toegerekend. Ook houdt de rechtbank rekening met het omtrent verdachte opgemaakte voorlichtingsrapport door het Leger des Heils d.d. 14 november 2008 en het daarin geformuleerde advies en het feit dat verdachte zich bereid heeft getoond zich in verband met zijn persoonlijkheids-problematiek te laten behandelen.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
Met betrekking tot een deel van de op te leggen gevangenisstraf zal de rechtbank bepalen dat dat deel van die straf niet zal worden tenuitvoergelegd mits verdachte zich tot het einde van de hierna vast te stellen proeftijd aan de voorwaarde houdt dat hij zich niet aan een strafbaar feit zal schuldig maken en de hierna te melden bijzondere voorwaarde naleeft. De rechtbank wil met een en ander enerzijds de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten tot uitdrukking brengen en anderzijds door invloed uit te oefenen op het gedrag van de verdachte het door verdachte opnieuw plegen van een strafbaar feit tegengaan.
De rechtbank is van oordeel dat de totale duur van de door de officier van justitie gevorderde straf, te weten 180 dagen gevangenisstraf, in overeenstemming is met de ernst van het bewezenverklaarde. De verdachte heeft heden 110 dagen in voorarrest doorgebracht. De rechtbank is van oordeel dat dit voorarrest afdoende is en zal derhalve de voorlopige hechtenis van verdachte opheffen met ingang van heden. De rechtbank zal de overige 70 dagen gevangenisstraf in voorwaardelijke zin opleggen met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarde zoals deze door het Leger des Heils is geadviseerd.
Het beslag.
Verdachte heeft ter terechtzitting een verklaring ondertekend dat hij afstand doet van de onder hem inbeslaggenomen bijl en patronen. Deze afstandsverklaring is toegevoegd aan het dossier. Gelet op vorenstaande behoeft de rechtbank daarover niet te beslissen.
DE UITSPRAAK
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 2 is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart het tenlastegelegde onder 1 en 3 bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
mishandeling, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 3:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en/of beschadigen
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf.
T.a.v. feit 1, feit 3:
Gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan 70 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en de bijzondere voorwaarde:
dat veroordeelde zich gedurende voornoemde proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen hem te geven door of namens de Reclassering Nederland (Leger des Heils), Regio
's-Hertogenbosch, Eekbrouwersweg 6, 5233 VG te 's-Hertogenbosch, zolang deze instelling zulks noodzakelijk acht, ook indien dit inhoudt:
- het volgen van een poliklinische behandeling bij een forensische kliniek voor dubbeldiagnostiek;
- het meewerken aan urinecontroles.
Verleent aan de Reclassering voornoemd de opdracht als bedoeld in artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht.
Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.A. van Biesbergen, voorzitter,
mr. G.A.F.M. Wouters en mr. P.A. Buijs, leden,
in tegenwoordigheid van mr. H. Pol-Wildeman, griffier,
en is uitgesproken op 24 december 2008.
1 de aangifte van [slachtoffer 1] (pv pagina 26) en de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting
2 het proces-verbaal van bevindingen (pv pagina 30) en de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting
3 de aangifte van [slachtoffer 1] (pv pagina 27)
4 de verklaring van [getuige 1] (pv pagina 66 en 67)
5 het proces-verbaal technisch onderzoek met fotomap (pv pagina 69, 70 en 77)
6 de aangifte van [slachtoffer 1] (pv pagina 23)
7 het proces-verbaal (pv pagina 45 en 46) en kopieën van het dagboek van [slachtoffer 1] (pv pagina 89, 103, 104 en 124)
8 het proces-verbaal technisch onderzoek met fotomap (pv pagina 69, 70, 77 en 78)
9 het proces-verbaal van bevindingen (pv pagina 30)
10 foto’s (pv pagina 31 en 40)
??
??
8
Parketnummer: 01/845459-08
[verdachte]