ECLI:NL:RBSHE:2008:BG9079
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verkoop en bezit van hasjiesj met een werkstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 24 december 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het verkopen en aanwezig hebben van hasjiesj. De verdachte, geboren in 1956 en woonachtig in Helmond, werd beschuldigd van meerdere feiten die zich afspeelden tussen 1 mei 2006 en 12 mei 2008. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk verkopen, afleveren en/of verstrekken van meer dan 30 gram hasjiesj, wat een overtreding van de Opiumwet betreft. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de verdachte in totaal meer dan 30 gram had verkocht, maar dat de afzonderlijk verkochte hoeveelheden telkens minder dan 30 gram waren. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van het misdrijf en werd enkel een overtreding vastgesteld.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 13 mei 2008 opzettelijk ongeveer 50 gram hasjiesj en 105 gram hennep aanwezig had, wat wel als bewezen werd verklaard. De rechtbank legde een werkstraf op van in totaal 160 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaar. De officier van justitie had een zwaardere straf geëist, maar de rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de aard van de feiten. De rechtbank merkte op dat de verdachte zich gedurende een langere periode had beziggehouden met de verkoop van softdrugs, wat de ernst van de feiten onderstreept. De inbeslaggenomen goederen, waaronder een auto en mobiele telefoons, werden verbeurd verklaard. De uitspraak benadrukt de noodzaak om de verkoop van softdrugs aan jongeren tegen te gaan en de rol van de verdachte in deze problematiek.