ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5644

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
3 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/825475-08
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in openlijke geweldpleging te Eindhoven

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 3 december 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 7 augustus 2008 te Eindhoven, waarbij de verdachte samen met anderen openlijk geweld zou hebben gepleegd tegen meerdere slachtoffers en een personenauto. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De officier van justitie heeft op basis van belastende verklaringen van medeverdachten en slachtoffers betoogd dat de verdachte een actieve en wezenlijke bijdrage aan het geweld had geleverd en heeft een gevangenisstraf geëist. De verdediging heeft echter aangevoerd dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij het tenlastegelegde feit.

Na het horen van de verklaringen en het bestuderen van het dossier, heeft de rechtbank geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft overwogen dat de verklaringen van de medeverdachten en getuigen niet voldoende aanknopingspunten boden voor de betrokkenheid van de verdachte bij het geweld. De rechtbank heeft daarom de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde openlijke geweldpleging. Tevens is de vordering van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte van het tenlastegelegde feit is vrijgesproken. De kosten van de partijen zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. De voorlopige hechtenis van de verdachte is opgeheven, aangezien deze al eerder was geschorst.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/825475-08
Datum uitspraak: 03 december 2008
Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
wonende te [woonplaats], [adres].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 19 november 2008.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 17 oktober 2008.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 07 augustus 2008 te Eindhoven, in elk geval in Nederland,
met een ander of anderen, op of aan openbare weg(en), ondermeer de [adres], in elk geval op of aan (een) openbare weg(en), openlijk in
vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een (personen)auto (kenteken [nummer]), welk
geweld bestond uit:
- het (meerdere malen) slaan en/of trappen/schoppen tegen die (personen)auto
en/of
- terwijl die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] in die
(personen)auto (weg)reden, het met twee auto's achtervolgen van die
(personen)auto en/of
- (vervolgens) het met één auto kort vóór en met één auto kort achter die
(personen)auto rijden en/of
- (vervolgens) het met één auto kort links en met één auto kort rechts van die
(personen)auto rijden en/of
- het met twee, althans een auto('s) tegen die (personen)auto aanrijden en/of
- het - al rijdend - slaan tegen die (personen)auto en/of
- het afsnijden van die (personen)auto en/of
- (vervolgens) twee, althans een auto('s) tot stilstand brengen vóór die
(personen)auto en/of
- terwijl die (personen)auto stilstond, het schoppen op/tegen de voorruit van
die (personen)auto en/of
- het inslaan van en/of schoppen tegen (een) ruit(en) van die (personen)auto
en/of
- het meerdere malen, althans eenmaal schoppen/trappen en/of slaan/stompen
op/tegen het hoofd, althans het lichaam van die [slachtoffer 2] (terwijl die [slachtoffer 2]
nog in die (personen)auto zat) en/of
- het meerdere malen, althans eenmaal schoppen/trappen en/of slaan/stompen
op/tegen het hoofd, althans het lichaam van die [slachtoffer 1].
(artikel 141 Wetboek van Strafrecht)
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Het standpunt van de officier van justitie.
Met name op grond van de belastende verklaringen van [medeverdachte 1] en het [slachtoffer 1], acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een wezenlijke en actieve bijdrage aan de tenlastegelegde openlijke geweldpleging heeft geleverd. Deze bijdrage bestond zowel uit de deelname aan de achtervolging van de Opel Corsa als het slaan/schoppen van het [slachtoffer 1].
De officier van justitie eist een gevangenisstraf voor de duur van 124 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt het volgen van een agressieregulatie-training. Voorts eist hij een werkstraf voor de duur van 200 uur, subsidiair 100 dagen hechtenis. Tevens rekwireert de officier van justitie tot hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1], met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging.
Er is onvoldoende bewijs voor de betrokkenheid van verdachte bij de tenlastegelegde openlijke geweldpleging, zodat vrijspraak dient te volgen.
Vrijspraak.
De rechtbank acht het tenlastegelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende.
Verdachte was weliswaar de bestuurder van de Opel Astra1, maar op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat de achtervolging van de Opel Corsa met kenteken [nummer] hoofdzakelijk plaatsvond door de Volkswagen Golf, die bestuurd werd door [medeverdachte 2]. De verklaring van verdachte dat hij de Opel Corsa niet heeft achtervolgd, gesandwicht of afgesneden wordt naar het oordeel van de rechtbank dan ook onvoldoende weersproken door bewijsmiddelen. Evenmin is er naar het oordeel van de rechtbank bewijs dat verdachte tegen de (ruiten van de) Opel Corsa heeft geschopt of geslagen.
Behalve de verklaring van [medeverdachte 1]2 bevat het dossier naar het oordeel van de rechtbank geen aanknopingspunten voor de betrokkenheid van verdachte bij de geweldpleging tegen het [slachtoffer 1]. Zowel [medeverdachte 2]3 als [getuige 1]4 verklaren dat verdachte niet betrokken was bij het slaan en schoppen van [slachtoffer 1]. Verdachte zelf heeft verklaard dat hij alleen heeft geprobeerd om de ruzie te sussen en zijn broer tot bedaren te brengen.5 Ook de verklaring van het [slachtoffer 1] kan niet leiden tot een veroordeling. Hij heeft verklaard dat drie personen op de wal stonden nadat hij in een sloot was gesprongen en dat hij vervolgens minutenlang werd geslagen en geschopt.6 Hoewel verdachte wellicht deel uitmaakte van deze groep van drie, blijkt uit [slachtoffer 1] verklaring niet dat deze drie personen allemaal deelnamen aan het schoppen en slaan van [slachtoffer 1].
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een actieve en wezenlijke bijdrage aan de tenlastegelegde openlijke geweldpleging heeft geleverd, zodat verdachte zal worden vrijgesproken.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].
Omdat verdachte van het hem tenlastegelegde feit zal worden vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet ontvankelijk te worden verklaard in zijn vordering. De benadeelde partij kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal de kosten van partijen aldus compenseren, dat elke partij de eigen kosten draagt.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2].
Omdat verdachte van het hem tenlastegelegde feit zal worden vrijgesproken, dient de benadeelde partij in haar vordering niet ontvankelijk te worden verklaard. De benadeelde partij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal de kosten van partijen aldus compenseren, dat elke partij de eigen kosten draagt.
DE UITSPRAAK
Vrijspraak.
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 1] in de vordering.
Compenseert de kosten van partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt.
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 2] in de vordering.
Compenseert de kosten van partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt.
Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden. Deze voorlopige hechtenis is op 11 augustus 2008 reeds geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. N.M. Spelt, voorzitter,
mr. J.A. van Biesbergen en mr. A.M.R. van Ginneken, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A.K.J. Kooij, griffier,
en is uitgesproken op 3 december 2008.
mr. A.M.R. van Ginneken is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
1 Verklaring verdachte ter terechtzitting
2 Politiedossier PL2233/08-007234, afgesloten 7 augustus 2008, 164 doorgenummerde pagina’s. Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 1], p. 99 e.v.
3 Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 2], p. 104.
4 Proces-verbaal verhoor [getuige 1], p. 92.
5 Verklaring verdachte ter terechtzitting.
6 Proces-verbaal van aangifte, p. 79.