ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5258

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
26 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/825103-08
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar poging tot zware mishandeling en mishandeling van een verzorgingsafhankelijke echtgenoot

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 26 november 2008 een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van het proberen om haar verzorgingsafhankelijke man van het leven te beroven, alsook van mishandeling. De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie gewijzigd tijdens de zitting van 12 november 2008. De verdachte wordt verweten dat zij haar man, die lijdt aan Multiple Sclerose, onvoldoende vocht heeft aangeboden en hem tegen medisch advies in vanuit het ziekenhuis heeft meegenomen. De rechtbank heeft behoefte aan nadere informatie van de medische staf van het ziekenhuis waar het slachtoffer is behandeld, alsook van de huisarts en de thuiszorg, om de omstandigheden rondom de zorg voor het slachtoffer beter te begrijpen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is om van de zaak kennis te nemen. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van vijftien maanden geëist, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen en heeft de zaak geschorst tot de volgende zitting op 29 januari 2009. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om nader onderzoek te doen naar de betrokkenheid van de medische staf van het ziekenhuis, de huisarts en de thuiszorg, om de vragen die tijdens de zitting zijn opgeworpen te beantwoorden. Dit betreft onder andere de zorgbehoefte van het slachtoffer en de risico's van de zorg thuis.

De zaak is complex en raakt aan belangrijke vragen over de zorg voor kwetsbare personen en de verantwoordelijkheden van de betrokkenen. De rechtbank zal in de volgende zitting verder ingaan op de resultaten van het nader onderzoek en de implicaties daarvan voor de vervolging van de verdachte.

Uitspraak

tussenvonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/825103-08
Datum uitspraak: 26 november 2008
Tussenvonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1941,
wonende te [woonplaats], [adres]
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 12 november 2008.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 21 april 2008. De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 12 november 2008 gewijzigd.
Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging – tenlastegelegd dat:
1.
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 1999
tot en met 11 november 2007 te Someren, in elk geval in Nederland, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk
mishandelend een persoon (te weten (haar echtgenote) [slachtoffer 1]
(geboren op [geboortedatum] 1938)), (meermalen) tegen het gezicht en/of lichaam heeft
geslagen en/of gestompt (en/of (meermalen) (met kracht) (omver) geduwd,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
(artikel 304 jo 47 van het Wetboek van Strafrecht)
2.
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september
2007 tot en met 11 november 2007 te Someren ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum] 1938) van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te
brengen, met dat opzet (telkens) die [slachtoffer 1] (die lijdt aan
Multiple Sclerose en/of (geheel/gedeeltelijk) verzorgingsafhankelijk is en/of
die bij verdachten (zijn echtgenote) [verdachte] en/of (zijn zoon)
[medeverdachte] in huis woont) onvoldoende vocht heeft/hebben aangeboden,
althans die [slachtoffer 1] onvoldoende in de gelegenheid heeft/hebben
gesteld voldoende te drinken (in een periode voorafgaand aan een luchtweginfectie/longontsteking en/of tijdens de beginfase van zijn koortsende
ziekteproces) en/of tegen medisch advies in die [slachtoffer 1] vanuit het ziekenhuis mee naar huis heeft/hebben genomen en/of (vervolgens) onvoldoende zorg/hulpverlening heeft/hebben gegeven en/of toegelaten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 287 jo 45/47 van het Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september
2007 tot en met 11 november 2007 te Someren tezamen en in vereniging met
anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer 1] (die lijdt aan Multiple Sclerose en/of (geheel/gedeeltelijk) verzorgingsafhankelijk is en/of die bij voornoemde verdachten (zijn
echtgenote) [verdachte] en/of (zijn zoon) [medeverdachte] in huis
woont) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (te weten een pneumonie
(longontsteking) en/of een ernstige ontregeling van de mineralenhuishouding),
heeft toegebracht, door deze (telkens) opzettelijk onvoldoende vocht aan te
bieden, althans onvoldoende in de gelegenheid heeft/hebben gesteld voldoende
te drinken (in een periode voorafgaand aan een luchtweginfectie/longontsteking en/of tijdens de beginfase van zijn koortsende ziekteproces) en/of tegen medisch advies in die [slachtoffer 1] vanuit het ziekenhuis mee naar huis heeft/hebben genomen en/of (vervolgens) onvoldoende zorg/hulpverlening heeft/hebben gegeven en/of toegelaten;
(artikel 302 jo 47 van het Wetboek van Strafrecht)
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ten aanzien van het onder 1 (medeplegen van mishandeling) en onder 2 primair (medeplegen van poging tot zware mishandeling) zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren, met aftrek van de tijd door verdachte in voorarrest doorgebracht.
Heropening en schorsing van het onderzoek ter terechtzitting
Tijdens de beraadslaging is de rechtbank gebleken dat het onderzoek ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit niet volledig is geweest.
Ter terechtzitting van 12 november 2008 is de tenlastelegging op vordering van de officier van justitie gewijzigd. De verfeitelijking van het verwijt dat verdachte heeft geprobeerd [slachtoffer 1] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen is aangevuld met de zinsnede ‘en/of tegen medisch advies in die [slachtoffer 1] vanuit het ziekenhuis mee naar huis heeft/hebben genomen en/of onvoldoende zorg/hulpverlening heeft/hebben gegeven’. Gelet op de ten laste gelegde periode 1 september 2007 tot 11 november 2007 wordt met ziekenhuis het St. Annaziekenhuis in Geldrop bedoeld. [slachtoffer 1] is op 8 oktober 2007 uit dit ziekenhuis ontslagen en is op 11 november 2007 in het Laurentiusziekenhuis Roermond opgenomen.
Naar aanleiding van deze wijziging tenlastelegging is bij de rechtbank behoefte ontstaan aan antwoorden op de hieronder geformuleerde vragen, welke vragen aan de medische staf van het St. Annaziekenhuis te Geldrop, die betrokken is geweest bij de behandeling van [slachtoffer 1] in de periode vóór 8 oktober 2007, aan de huisarts en aan de Thuiszorg, die ná 8 oktober 2007 zouden hebben getracht contact op te nemen met voornoemde [slachtoffer 1], dienen te worden voorgelegd.
De rechtbank acht derhalve nader onderzoek noodzakelijk ter beantwoording van de in het dictum genoemde vragen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
Heropent het onderzoek.
Schorst het onderzoek tot de terechtzitting van 29 januari 2009 te 09.00 uur (zitting met onder meer mr. Kooijmans en mr. Hermans).
Gelast de officier van justitie nader onderzoek te doen verrichten bij de medische staf van het St. Annaziekenhuis te Geldrop, die betrokken is geweest bij de behandeling van [slachtoffer 1] in de periode vóór 8 oktober 2007, en bij de (betrokken medewerker(s) van) de Thuiszorg en de huisarts, die ná 8 oktober 2007 zou(den) hebben getracht contact op te nemen met voornoemde [slachtoffer 1], ter beantwoording van de navolgende vragen:
* Hoe was de lichamelijke conditie van de heer [slachtoffer 1] toen hij op 8 oktober 2007 uit het St. Annaziekenhuis te Geldrop werd ontslagen? In hoeverre was [slachtoffer 1] op dat moment verzorgingsafhankelijk? Van welke zorg was hij afhankelijk? Was hij op dat moment bijvoorbeeld aan zijn bed gekluisterd of kon hij zich in een rolstoel voortbewegen?
* Werd voorafgaand aan het ontslag uit het ziekenhuis van [slachtoffer 1] een dringende verpleeghuisindicatie afgegeven en zo ja, om welke reden of op welke gronden? Wat waren de risico’s voor de gezondheid van [slachtoffer 1] bij verzorging thuis?
* Om welke reden en op welke voorwaarden heeft het St. Annaziekenhuis er mee ingestemd dat [slachtoffer 1] naar huis ging?
* Is er sprake geweest van een verklaring, die door verdachte en/of haar zoon [medeverdachte] moest worden ondertekend, voordat zij de heer [slachtoffer 1] mee naar huis mochten nemen op 8 oktober 2007? Zo ja, wat was de precieze inhoud van deze verklaring en is deze ook daadwerkelijk door verdachte en/of haar zoon (medeverdachte] ondertekend?
* Is aan verdachte en/of haar zoon [persoon 1] bij het ontslag van voornoemde [slachtoffer 1] expliciet medegedeeld wat de risico’s waren van het tegen medisch advies in mee naar huis nemen van [slachtoffer 1] en op welke wijze zij de zorg voor [slachtoffer 1] op zich moesten nemen? Is hierbij ook medegedeeld dat het noodzakelijk was dat zij daarbij hulp van Thuiszorg en de huisarts zouden accepteren?
* Is er aan verdachte en/of haar zoon [persoon 1] voldoende duidelijk gemaakt wat de eventuele gevolgen zouden zijn voor [slachtoffer 1] als hij de noodzakelijke (medische) zorg niet zou krijgen?
* Is de Thuiszorg daadwerkelijk (meerdere malen) tevergeefs bij de [familie slachtoffer] aan de deur geweest? Is de huisarts (meerdere malen) tevergeefs bij de [familie slachtoffer] aan de deur geweest?
* Met welk doel (dat wil zeggen: voor welke (medische) handelingen) werd de Thuiszorg ingeschakeld en waren dit handelingen die uitsluitend door de Thuiszorg en niet door verdachte of door haar zoon [medeverdachte] zelf konden worden verricht?
Stelt de stukken te dien einde in handen van de officier van justitie.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting.
Beveelt tevens de kennisgeving van het tijdstip van de nadere terechtzitting aan mr. M.A.W. Ketelaars.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. S.J.W. Hermans, voorzitter,
mr. A.M. Kooijmans-de Kort en mr. P.J. Neijt, leden,
in tegenwoordigheid van L. Scholl, griffier,
en is uitgesproken op 26 november 2008.