ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5108

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/841676-07
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor culpose brandstichting, veroordeling voor hennepkwekerij, diefstal van stroom, diefstal van een fiets en opzetheling van sigaretten

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 24 november 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder culpose brandstichting, hennepteelt, diefstal van elektriciteit, diefstal van een fiets en opzetheling van sigaretten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging van culpose brandstichting, omdat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte iets had gedaan of nagelaten dat de kans op brand had vergroot. De rechtbank oordeelde echter dat de verdachte wel schuldig was aan het telen van hennepplanten, het wegnemen van elektriciteit en het voorhanden hebben van sigaretten die van misdrijf afkomstig waren.

De feiten die aan de veroordeling ten grondslag lagen, betroffen onder andere het inrichten van een hennepkwekerij in een gehuurd pand, waar de verdachte in de periode van 1 april 2007 tot en met 29 juni 2007 ten minste 240 hennepplanten had geteeld. Daarnaast had hij elektriciteit gestolen van Essent door de elektriciteitsmeter terug te draaien. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte op 18 oktober 2007 sigaretten had verworven, terwijl hij wist dat deze van misdrijf afkomstig waren. Ook werd de verdachte schuldig bevonden aan de diefstal van een fiets op 2 maart 2008.

De rechtbank legde een werkstraf op van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die inmiddels positieve stappen had gezet in zijn leven en gemotiveerd leek om geen nieuwe strafbare feiten te plegen. De rechtbank besloot de voorlopige hechtenis op te heffen, aangezien de verdachte al enige tijd niet meer in voorarrest had gezeten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummers: 01/841676-07 en 01/845112-08 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 24 november 2008
Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967,
wonende te [adres].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 10 november 2008.
Op deze zitting heeft de rechtbank de tegen verdachte onder de hiervoor genoemde parketnummers aanhangig gemaakte zaken gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlasteleggingen.
De zaak met parketnummer 01/841676-07 is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 17 oktober 2008. De zaak met parketnummer 01/845112-08 is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 9 oktober 2008.
Nadat de tenlastelegging in de zaak met parketnummer 01/841676-07 op de terechtzitting van 10 november 2008 is gewijzigd (een kopie van de vordering tot wijziging is aangehecht) is aan verdachte tenlastegelegd dat:
(01/841676-07)
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2007 t/m 29 juni 2007 te
's-Hertogenbosch opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of
verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan
[adres]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 300 hennepplanten,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een
hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde
hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan
wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Artikel 3 Opiumwet
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2007 t/m 29 juni 2007 te
's-Hertogenbosch met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan Essent, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte;
Artikel 310 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 29 juni 2007 te 's-Hertogenbosch, grovelijk, althans
aanmerkelijk onvoorzichtig en / of onoplettend en / of onachtzaam een
hennepkwekerij heeft ingericht en/of onkundig elektriciteit en/of
waterleidingen heeft aangelegd, ten gevolge waarvan het aan zijn schuld te
wijten is geweest, dat een of meer ruimten in een bedrijfspand en/of dat
bedrijfspand is / zijn verbrand, in elk geval dat er brand is ontstaan,
terwijl daardoor gemeen gevaar voor een of meer ruimten in dat bedrijfspand
en/of dat bedrijfspand en/of omliggende bedrijfspanden, in elk geval gemeen
gevaar voor goederen en / of levensgevaar voor een/of meer gebruikers van dat
bedrijfspand en/of omliggende bedrijfspanden, in elk geval levensgevaar voor
een ander of anderen, ontstond;
Artikel 158 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 18 oktober 2007 te 's-Hertogenbosch, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een of meer dozen en/of verpakkingen met sigaretten heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn
mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die
sigaretten wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het
(een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Artikel 416/417bis Wetboek van Strafrecht
Aan verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 01/845112-08 tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 02 maart 2008 te 's-Hertogenbosch tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen een fiets (merk Trek), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
art. 310 wetboek van strafrecht
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 02 maart 2008 te 's-Hertogenbosch, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een fiets (merk Trek) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven
of het voorhanden krijgen van die fiets wist(en), althans redelijkerwijs
had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren)
betrof;
art. 416/417bis wetboek van strafrecht
Voorzover in de tenlasteleggingen taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaardingen geldig zijn. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
Vaststaande feiten.
Op 29 juni 2007 vroeg in de ochtend heeft er een brand gewoed in het pand/perceel [adres] te ’s-Hertogenbosch. Op de zolder van genoemd pand werd een afgesloten ruimte aangetroffen, waarin een hennepkwekerij was ondergebracht1. Aan de buitenzijde van deze afgesloten ruimte bevond zich een meterkast. Via een gat in de kast kwam de elektrische bedrading in de hennepkwekerij. In de hennepkwekerij waren assimilatielampen aanwezig geweest alsmede koolstoffilters, een afzuiginstallatie en een ventilator. Voorts werd in de ruimte een gedeeltelijk verbrand stekje van mogelijk een hennepplant aangetroffen2. Het NFI heeft vastgesteld dat de gedeeltelijk verbrande plant een hennepplant betrof3.
Bedoeld pand werd vanaf 1 april 2007 gehuurd door verdachte4 die in het pand een hennepkwekerij heeft neergezet. Hij heeft ongeveer 240 plantjes gezaaid en verzorgd5. Op verzoek van verdachte heeft een kennis van hem de elektriciteitsmeter in de meterkast teruggedraaid6.
Op 18 oktober 2007 om 12.10 uur werd op het Hinthameind in ‘s-Hertogenbosch een doos met sigaretten gestolen, waaronder sigaretten van het merk Gauloises en een doos Brandaris shag7. Diezelfde dag omstreeks 13.51 uur werd verdachte, nadat een melding was binnengekomen bij de politie dat [verdachte] in de omgeving van de dr. Van Beurdenstraat te ’s-Hertogenbosch sigaretten aan het verkopen was, aangehouden. In de tas die verdachte bij zich had bevond zich een slof Brandaris zware shag en een slof Gauloises. Verdachte wist dat de sigaretten waarschijnlijk van diefstal afkomstig waren. Hij wilde de sigaretten doorverkopen omdat hij er 5 euro per slof mee verdiende8.
Op 2 maart 2008 omstreeks 11.00 uur werd op de Van Broeckhovenlaan te ’s-Hertogen-
bosch door verdachte en [mededader] een aldaar geparkeerde zilverkleurige herenfiets, merk Trek, in de laadbak van een personenauto geladen9 10. De fiets werd later die dag door de politie aangetroffen achter het huis van de vriendin van verdachte11. De eigenaar van de fiets heeft op 2 maart aangifte gedaan van diefstal van zijn fiets12.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie is van mening dat bewezen kan worden dat verdachte schuldig is aan het ontstaan van de brand op 29 juni 2007 in de loods te ’s-Hertogenbosch, alwaar verdachte een hennepkwekerij in werking had. Voorts acht de officier van justitie bewezen dat verdachte een hoeveelheid van 240 hennepplanten heeft geteeld en een hoeveelheid stroom heeft weggenomen, alsmede dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de heling van sigaretten.
Tot slot is de officier van justitie van mening dat de diefstal van de fiets wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Het standpunt van de verdediging,
Met betrekking tot de diefstal van de stroom voert de raadsman aan dat het door de politie uitgevoerde onderzoek onvoldoende is om aan te nemen dat de stroomafname buiten de meter om is gedaan. Bovendien heeft de heer [persoon] van Essent verklaard dat geen sprake is van illegale aftap. Er zijn op verzoek van verdachte slechts sterkere stoppen bij de meter aangebracht. Op enig moment heeft verdachte aan een kennis gevraagd de meter terug te draaien. Betwijfeld moet worden of hier sprake was van diefstal nu verdachte maandelijks voorschot voor de energie had betaald.
De raadsman bestrijdt dat uit het dossier volgt dat de brand is ontstaan door toedoen van de verdachte. Weliswaar wordt in het technisch rapport vastgesteld dat de brand is ontstaan in de kwekerij maar niet duidelijk is hoe de brand is ontstaan. Verdachte zegt dat hij niet weet hoe de brand is ontstaan. Niet verdachte maar de eigenaar van de loods wordt aangesproken voor de schade. Ten aanzien van het telen van hennep acht de verdediging, gelet op de verklaring van verdachte –en bij gebrek aan ander bewijs terzake het aantal planten- het tenlastegelegde tot maximaal 240 planten bewezen.
Met betrekking tot de heling van de sigaretten verwijst de raadsman naar hetgeen verdachte daarover heeft verklaard.
845112-08
De raadsman heeft ter terechtzitting met betrekking tot de door verdachte bij het eerste contact met de politie afgelegde verklaring aangevoerd dat aan verdachte niet de cautie was gegeven. Voorts stelt de raadsman dat verdachte bij gelegenheid van de voorgeleiding bij de rechter-commissaris door deze is geconfronteerd met [mededader] en dat hij desondanks bij zijn verklaring is gebleven. Verdachte is op verzoek van [mededader] meegegaan om de fiets op te halen. Verdachte mocht vertrouwen op de mededeling van [mededader] dat de fiets van hem was. Verdachte deed wat hem gevraagd was.
Het oordeel van de rechtbank.
(parketnummer (01/841676-07)
Feit 1:
De rechtbank stelt vast dat verdachte op 19 november 2007 uit eigen beweging, naar zijn zeggen om schoon schip te maken, alsnog bij de politie heeft verklaard dat hij de elektriciteitmeter terug heeft laten draaien13. De rechtbank acht op grond van de vastgestelde feiten, de aangifte van Essent14 en voornoemde verklaring van verdachte wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 1 april 2007 tot en met 29 juni 2007 stroom heeft weggenomen. De rechtbank overweegt daartoe dat verdachte van Essent stroom heeft afgenomen waarvoor hij Essent diende te betalen. Verdachte heeft echter de meter terug laten draaien, waardoor een verschil is ontstaan tussen de werkelijk gebruikte stroom en de stroom die kan worden afgelezen van de meter. Verdachte deed dat om reeds gebruikte stroom niet (meer) te betalen. Op dat moment is de diefstal van die hoeveelheid stroom voltooid. Dat verdachte maandelijks voorschotten had betaald terzake energiekosten doet daaraan niet af omdat die hoeveelheid stroom niet meer betrokken kan worden in de (eind)afrekening.
Feit 2
Op grond van de bekennende verklaring van verdachte bij de politie15 hetgeen hiervoor onder de vaststaande feiten over het aantreffen van de hennepkwekerij is vermeld en de vaststelling door het NFI dat bij de aangetroffen restanten van (een) plant(en) sprake is van hennep, acht de rechtbank bewezen dat verdachte in de periode van 1 april 2007 tot en met 29 juni 2007 tenminste 240 hennepplanten heeft geteeld.
Feit 3
De rechtbank acht op de grond van de overgelegde stukken de aan verdachte tenlastegelegde schuld aan brandstichting op 29 juni 2007 in de loods aan de [adres] te ’s-Hertogenbosch niet bewezen. Blijkens de overgelegde stukken is de oorzaak van de brand niet vastgesteld, zodat niet kan worden vastgesteld dat verdachte iets heeft gedaan of nagelaten dat de kans op brand op een aantoonbare wijze heeft vergroot. De rechtbank zal verdachte dan ook vrij spreken van dit feit.
Feit 4
De rechtbank acht wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 18 oktober 2007 te ’s-Hertogenbosch sigaretten voorhanden heeft gehad terwijl hij wist dat die sigaretten van misdrijf afkomstig waren, gelet op de vaststaande feiten en de bekennende verklaring van verdachte zoals afgelegd bij de politie16.
(parketnummer 01/845112-08)
Feit 1
De rechtbank overweegt dat verdachte aanvankelijk tegen de politie heeft verklaard dat hij met een vriend in de auto zat, komende vanuit Hintham en dat de fiets op de weg lag en dat zij de fiets toen maar hebben meegenomen om de fiets veilig te stellen. Later heeft verdachte zijn verklaring bijgesteld in die zin dat hij verklaarde dat [mededader] hem had gevraagd om samen met hem een fiets op te halen. Gelet op zijn wisselende verklaringen bij de politie over het aantreffen en meenemen van de fiets en over wat hij beoogde met het meenemen van de fiets acht de rechtbank de verklaringen van verdachte niet geloofwaardig. Gelet hierop en op de uiterlijke verschijningsvorm van de door de getuige [getuige] waargenomen handelingen, een en ander in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank bewezen dat verdachte op 2 maart 2008 aan de Van Broeckhovenlaan te ’s-Hertogenbosch een fiets heeft weggenomen. Het verweer van de raadsman dat aan verdachte de cautie niet was gegeven, verwerpt de rechtbank. Op het moment dat [verdachte] tegenover verbalisant voor de eerste maal verklaarde over het aantreffen van de fiets was hij nog geen verdachte. Hetgeen hij tegen verbalisant heeft gezegd is door deze dan ook vastgelegd in een proces-verbaal van bevindingen en niet in een proces-verbaal van verhoor van verdachte.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
1.
in de periode van 1 april 2007 t/m 29 juni 2007 te
's-Hertogenbosch opzettelijk heeft geteeld (in een pand aan
[adres]) een hoeveelheid van (in totaal) tenminste240 hennepplanten,
zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
2.
in de periode van 1 april 2007 t/m 29 juni 2007 te
's-Hertogenbosch met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen elektriciteit, toebehorende aan Essent.
4.
op 18 oktober 2007 te ’s-Hertogenbosch verpakkingen met sigaretten
voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die
sigaretten wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
(parketnummer 01/845112-08)
op 02 maart 2008 te ’s-Hertogenbosch met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (merk Trek), toebehorende aan [slachtoffer].
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 9, 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27, 57, 63,
310, 416
Opiumwet art. 3, 11.
De strafoplegging.
Het standpunt en de eis van de officier van justitie.
De officier van justitie eist:
- gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen hem te geven door of namens de reclassering.
- werkstraf voor de duur van 150 uren subsidiair 75 dagen hechtenis met aftrek van voorarrest.
Het standpunt van de verdediging.
Verdachte staat open voor reclasseringsbegeleiding. Hij heeft er echter geen behoefte aan. Verdachte wordt momenteel begeleid door meerdere hulpverleningsinstanties waaronder De Omslag.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verder heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden die tot matiging van de straf hebben geleid. De persoonlijke omstandigheden van verdachte hebben zich inmiddels zodanig gewijzigd dat redelijkerwijs aangenomen kan worden dat verdachte al enige tijd er alles aan doet geen nieuwe strafbare feiten te plegen. Verdachte wordt inmiddels intensief begeleid door de Stichting WAO/WSW Advies en door het Algemeen Maatschappelijk Werk die hem helpen bij het vinden van huisvesting en ervoor gezorgd hebben dat er contact werd gelegd met Reinier van Arkel en De Omslag. Verdachte is inmiddels op oproepbasis als dakdekker werkzaam. Voorts heeft hij sinds kort weer contact met zijn minderjarige zoon. Verdachte hecht hier veel waarde aan en is er zich van bewust dat als hij zich weer op het crimineel pad begeeft, de kans groot is dat hij geen contact meer mag hebben met deze zoon.
Verdachte heeft derhalve aangetoond zeer gemotiveerd te zijn om de gedragsverandering die door strafoplegging (mede) wordt beoogd op eigen initiatief te bereiken.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden, en van een werkstraf van na te melden duur.
Met betrekking tot de op te leggen gevangenisstraf zal de rechtbank bepalen dat die straf niet zal worden ten uitvoer gelegd mits verdachte zich tot het einde van de hierna vast te stellen proeftijd aan de voorwaarde houdt dat hij zich niet aan een strafbaar feit zal schuldig maken. De rechtbank wil met een en ander enerzijds de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten tot uitdrukking brengen en anderzijds door invloed uit te oefenen op het gedrag van de verdachte het door verdachte opnieuw plegen van een strafbaar feit tegengaan. De rechtbank zal aan verdachte geen reclasseringstoezicht opleggen omdat ter terechtzitting is gebleken dat verdachte zelf in staat is op vrijwillige basis contact te leggen met hulpverleningsinstanties en dat inmiddels heeft gedaan.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank verdachte van één feit zal vrijspreken en de rechtbank voorts van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt. De rechtbank overweegt dat de inspanningen van verdachte om zijn leven een positieve wending te geven, zoals ter terechtzitting naar voren is gekomen, moeten worden beloond om hem te stimuleren op de ingeslagen weg door te gaan.
Beslag.
De rechtbank stelt vast dat de verdachte ter terechtzitting schriftelijk afstand heeft gedaan van de in beslag genomen sigaretten en zal daarom hieromtrent geen beslissing meer nemen.
DE UITSPRAAK
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. 01/841676-07 feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 aanhef en onder B van de
Opiumwet gegeven verbod
T.a.v. 01/841676-07 feit 2:
diefstal,
T.a.v. 01/841676-07 feit 4:
opzetheling
T.a.v. 01/845112-08 primair:
diefstal
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf(fen) en/of maatregel(en).
BESLISSING:
T.a.v. 01/841676-07 feit 1, feit 2, feit 4, 01/845112-08 primair:
Werkstraf voor de duur van 80 uren subsidiair 40 dagen hechtenis met aftrek
overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht
De rechtbank waardeert een in verzekering en in voorlopige hechtenis
doorgebrachte dag op 2 uur te verrichten arbeid.
T.a.v. 01/841676-07 feit 1, feit 2, feit 4, 01/845112-08 primair:
Gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van
2 jaren
T.a.v. 01/841676-07 feit 3:
Vrijspraak, achtende de rechtbank het tenlastegelegde niet wettig en
overtuigend bewezen.
01/841676-07 feit 4:
Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden. Deze voorlopige hechtenis is op 19 oktober 2007 reeds geschorst.
01/845112-08:
Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met
ingang van heden. Deze voorlopige hechtenis is op 12 maart 2008 ingaande 13
maart 2008 reeds geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. drs. W.A.F. Damen, voorzitter,
mr. S. van Lokven en mr. W.J. Kolkert, leden,
in tegenwoordigheid van L.F.M. Schulte, griffier,
en is uitgesproken op 24 november 2008.
Mr. W.J. Kolkert is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1 proces-verbaal bevindingen (p. 25 e.v. van het eindpv met nummer PL2116/07-016122, hierna te noemen: eindpv I)
2 proces-verbaal van technisch onderzoek (p. 28 e.v. van het eindpv I)
3 deskundigenrapport N.F.I. d.d. 4 juli 2007 (p. 73 e.v. van het eindpv I)
4 huurovereenkomst (p. 75 e.v. van het eindpv I)
5 verklaring verdachte d.d. 12.7.07 (p. 60 e.v. van het eindpv I)
6 verklaring verdachte d.d. 19.11.07 (proces-verbaal PL2216/07-192130 d.d. 20 november 2007)
7 aangifte van [aangever] (p. 26 e.v. van het eindpv met nummer PL2116/07-019231, hierna te noemen eindpv II)
8 pv bevindingen (p. 30 e.v. van het eindpv II)
9 verklaring [getuige] (p. 32 e.v. van het eindpv met nr PL2116/08-011940, hierna te noemen eindpv III)
10 verklaring verdachte (p. 34 e.v. van het eindpv III)
11 pv aanhouding (p. 21 e.v. van het eindpv III)
12 aangifte [slachtoffer] (p. 29 van het eindpv III)
13 verklaring verdachte (proces-verbaal d.d. 19 november 2007)
14 aangifte Essent (p. 67 van het eindpv I)
15 verklaring verdachte (p. 60 e. v. van het eindpv I)
16 verklaring verdachte (p. 34 e.v. van het eindpv II)
??
??
8
Parketnummers: 01/841676-07 en 01/845112-08 (ter terechtzitting gevoegd)
[verdachte]