ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5104

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/845411-08
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedreiging van verpleegkundigen met geweld door verdachte

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 24 november 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1962 en thans gedetineerd in PI Vught. De verdachte werd beschuldigd van bedreiging van twee verpleegkundigen van Novadic-Kentron op 25 juli 2008. De tenlastelegging omvatte bedreigingen met de dood en zware mishandeling, waarbij de verdachte dreigende uitspraken deed zoals 'Ik maak jullie kapot' en 'Ik snijd je strot door'. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie achtte de bedreiging bewezen op basis van de aangiften van de slachtoffers, terwijl de verdediging zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank maar de ontkenning van de verdachte benadrukte.

De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en getuigen als overtuigend beschouwd. De bedreigingen zijn geuit in een context waarin de verpleegkundigen geen medicatie konden verstrekken aan de vriendin van de verdachte, wat leidde tot zijn woede. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de bedreiging van de verpleegkundigen. De rechtbank heeft geen onvoorwaardelijke ISD-maatregel opgelegd, maar in plaats daarvan een gevangenisstraf van vier maanden met aftrek van voorarrest en verlenging van de proeftijd van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden verbonden aan de proeftijd, waaronder deelname aan reclasseringsinterventies en het houden van contact met de reclassering. De beslissing is genomen met inachtneming van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de ernst van de gepleegde feiten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/845411-08
Parketnummer vordering: 01/845233-06
Datum uitspraak: 24 november 2008
Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1962,
wonende [adres],
thans gedetineerd te: PI Vught, Vosseveld 2 HvB Regulier.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 10 november 2008.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 9 oktober 2008.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 25 juli 2008 te 's-Hertogenbosch [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans
met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [sl[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik maak jullie kapot"
en/of "Ik snijd je strot door" en/of "Ik wacht jullie buiten op", althans
woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
Vaststaande feiten.
Op 25 juli 2008 omstreeks 11.30 uur waren [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] beiden werkzaam als verpleegkundige bij Novadic & Kentron te ’s-Hertogenbosch1,2. Op genoemd tijdstip kwamen [verdachte] (verdachte) en [betrokkene] binnen bij Novadic & Kentron en vroegen aan de verpleegkundigen om medicijnen voor [betrokkene]. Toen de verpleegkundigen daarop antwoordden dat zij deze eerst 28 juli 2008 zou krijgen, werd verdachte kwaad3.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie is van mening dat het tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard. Hij acht de bedreiging bewezen op grond van de aangiften van de beide slachtoffers.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de bewezenverklaring maar merkt op dat verdachte het feit bij de politie heeft ontkend.
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank stelt vast op grond van de verklaring van [slachtoffer 1] dat verdachte naar haar en haar collega de verpleegkundige [slachtoffer 2] wees en daarbij riep dat hij hen kapot zou maken, dat hij hen de strot door zou snijden en dat hij hen buiten zou opwachten.4. [slachtoffer 2] hoorde eveneens dat verdachte riep dat hij haar buiten op zou wachten en haar strot eraf zou snijden. Zij zag dat verdachte daarbij zijn hand langs zijn keel bewoog alsof zijn hand een mes voorstelde5.
De verklaring van de beide aangevers wordt ondersteund door de verklaring van [betrokkene] dat verdachte bedreigingen heeft geuit tegen de verpleegkundigen6 en door de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat hij tegen de verpleegkundigen had gezegd dat hij hen zou pakken.
Gelet op het vorenstaande en de hiervoor onder “vaststaande feiten” omschreven feiten en omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte beide verpleegkundigen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
op 25 juli 2008 te 's-Hertogenbosch [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik maak jullie kapot"
en "Ik snijd je strot door" en "Ik wacht jullie buiten op", althans
woorden van gelijke dreigende aard of strekking
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezen verklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feit.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van het feit of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 27, 57, 285.
De strafoplegging.
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie eist:
- oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders.
Subsidiair vordert de officier van justitie ten uitvoerlegging van de bij vonnis van deze rechtbank van 18 oktober 2006 voorwaardelijk opgelegde maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders; meer subsidiair vordert de officier van justitie verlenging van de proeftijd.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting aangevoerd dat hoewel verdachte juridisch gezien voldoet aan de voorwaarden die worden gesteld aan het opleggen van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD), thans geen sprake is van vermogensdelicten zoals voorheen, maar van bedreiging. De vraag is dan ook of er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte recidiveert. Na genoemde veroordeling heeft verdachte zich gehouden aan de aanwijzingen van Novadic en uit de rapportage van die instantie blijkt dat verdachte aan zijn toekomst wil werken. Naar het oordeel van verdediging is verdachte geen doorsnee veelpleger meer en moet aan verdachte het voordeel van de twijfel gegeven worden door hem thans geen onvoorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen maar te kiezen voor de voorwaardelijke variant van die maatregel en voor wat betreft de vordering tenuitvoerlegging de proeftijd te verlengen onder het opleggen van bijzondere voorwaarden.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt van na te melden duur.
Naar het oordeel van de rechtbank is in casu sprake van bijzondere omstandigheden die tot een andere straftoemeting leiden dan in het geval van een gemiddelde bedreiging. De bedreigingen zijn geuit tegen twee verpleegkundigen werkzaam bij Novadic toen dezen desgevraagd geen medicatie aan de vriendin van verdachte verschaften.
Beide slachtoffers hebben zich zeer bedreigd gevoeld, terwijl zij als verpleegkundigen bij de uitgifte van methadon en medicijnen aan verslaafden ongestoord hun werkzaamheden moeten kunnen uitvoeren en niet bevreesd behoeven te zijn dat cliënten hen persoonlijk bedreigen.
De rechtbank zal niet overgaan tot het opleggen van een onvoorwaardelijke ISD-maatregel, zoals door de officier van justitie primair gevorderd, doch zal verdachte nog eenmaal in de gelegenheid stellen te laten zien dat hij een positieve wending aan zijn leven kan geven.
Doorslaggevend voor deze beslissing is dat de justitiële documentatie van verdachte weliswaar zeer omvangrijk is, maar dat de laatste veroordeling van de verdachte dateert van 18 oktober 2006 en het thans bewezen verklaarde feit geen vermogensdelict betreft.
Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling (01/845233-06).
De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. In hetgeen ter terechtzitting aan de orde is gekomen, ziet de rechtbank aanleiding thans geen tenuitvoerlegging te gelasten, doch de vastgestelde proeftijd te verlengen met één jaar onder het (alsnog) stellen van bijzondere voorwaarden. In dat kader zal veroordeelde zich dienen te houden aan de aanwijzingen die de reclasseringsmedewerker hem zal geven. De rechtbank zal voorts aan de verlenging van de proeftijd de bijzondere voorwaarden verbinden dat veroordeelde zelf initiatief neemt tot het reclasseringscontact en de reclassering op de hoogte stelt en houdt van zijn verblijfplaats. Daarnaast dient veroordeelde zich te onderwerpen aan urinecontroles en hij moet werk zoeken dan wel een uitkering regelen. Veroordeelde dient voorts actief deel te nemen aan alle overige interventies van de reclassering terzake onder meer opleiding, werk/uitkering, onderdak, omgaan met geld, druggebruik, gedrag en vaardigheden.
DE UITSPRAAK
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf(fen) en/of maatregel(en).
BESLISSING:
Gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht
Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met
ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan de duur van de
opgelegde vrijheidsstraf.
(parketnummer 01/845233-06)
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling .
Verlenging van de bij vonnis van deze rechtbank van 18 oktober 2006 onder parketnummer 01/845233-06 bepaalde proeftijd, met 1 jaar, onder het stellen van de bijzondere voorwaarden:
- dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, regio s-Hertogenbosch (Novadic&Kentron), Leeghwaterlaan 14 te ’s-Hertogenbosch, zolang deze instelling zulks noodzakelijk acht,
- dat veroordeelde zelf initiatief neemt tot het reclasseringscontact en dat veroordeelde de reclassering op de hoogte stelt en steeds op de hoogte houdt van zijn woon/verblijfplaats;
- dat veroordeelde actief deelneemt/meewerkt aan interventies van de reclassering op leefgebieden zoals onder meer opleiding, werk/uitkering, onderdak, omgaan met geld, druggebruik, gedrag en vaardigheden.
Verleent aan de reclassering voornoemd de opdracht als bedoeld in artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. S. van Lokven, voorzitter,
mr. K. Visser en mr. drs. W.A.F. Damen, leden,
in tegenwoordigheid van L.F.M. Schulte, griffier,
en is uitgesproken op 24 november 2008.
1 aangifte van [slachtoffer 1] (p. 16 van het eindproces-verbaal)
2 aangifte van [slachtoffer 2] (p. 25 van het eindproces-verbaal)
3 verhoor van verdachte (p. 22 van het eindproces-verbaal)
4 aangifte van [slachtoffer 1] (p. 16 van het eindproces-verbaal)
5 aangifte van [slachtoffer 2] (p. 25 van het eindproces-verbaal)
6 verhoor van [betrokkene] (p. 19 van het eindproces-verbaal)
??
??
7
Parketnummer: 01/845411-08
Parketnummer vordering: 01/845233-06
[verdachte]