ECLI:NL:RBSHE:2008:BF5162
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.L.W.M. Viering
- S. van Lokven
- W. Overbosch
- Rechtspraak.nl
Poging tot doodslag door slaan met een hamer
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 6 oktober 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 7 mei 2008 te 's-Hertogenbosch, waarbij de verdachte samen met anderen het slachtoffer met een hamer op het hoofd heeft geslagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met opzet handelde, met de intentie om het slachtoffer van het leven te beroven of hem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet gericht had geslagen en dat de poging tot doodslag niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank oordeelde echter dat de verklaringen van getuigen meer waarde hadden dan die van de verdachte. De rechtbank achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan poging tot doodslag, ondanks dat het letsel van het slachtoffer relatief mee viel. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 18 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en reclasseringscontact als bijzondere voorwaarde. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en het feit dat hij eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten. De uitspraak benadrukt de ernst van geweldsmisdrijven en de noodzaak van gedragsbeïnvloeding van de verdachte.