ECLI:NL:RBSHE:2008:BF1903

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/889015-08
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal met geweld, afpersing en opzetheling

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 23 september 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal met geweld in vereniging, afpersing, en opzetheling van een auto. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar en 6 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft hem verplicht tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen. De zaak kwam aan het licht na een gewapende overval op een restaurant in Waardenburg op 13 januari 2008, waarbij de verdachte en zijn mededader met bivakmutsen en vuurwapens de slachtoffers bedreigden en geld en goederen eisten. De rechtbank oordeelde dat de modus operandi van de overvallen niet specifiek genoeg was om andere overvallen aan de verdachte te kunnen toerekenen, wat leidde tot vrijspraak voor enkele tenlastegelegde feiten. De rechtbank achtte echter voldoende bewijs aanwezig voor de bewezenverklaring van de diefstal en afpersing, evenals het medeplegen van opzetheling van een gestolen auto. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers meegewogen in de strafmaat. De verdachte had eerder soortgelijke delicten gepleegd, wat de rechtbank als verzwarende omstandigheid beschouwde. De vordering van de benadeelde partij werd gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de verdachte aansprakelijk stelde voor de schade aan de slachtoffers.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/889015-08
Datum uitspraak: 23 september 2008
Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
wonende te [woonplaats] [adres]
thans preventief gedetineerd te: PI Arnhem - De Berg, Arnhem Noord.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 3 juli 2008 en 9 september 2008.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 5 juni 2008.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
(Zaak BRZ66.001)
A.
hij op of omstreeks 31 december 2007 te Heesch gemeente Bernheze, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
hoeveelheid geld (ongeveer 2700 euro) en/of een hoeveelheid cadeaubon(nen)
(ter waarde van ongeveer 900 euro) en/of een mobiele telefoon, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 1] in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd door geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
en/of/althans
B.
hij op of omstreeks 31 december 2007 te Heesch gemeente Bernheze, tezamen met
een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van
een hoeveelheid geld (ongeveer 2700 euro) en/of een hoeveelheid cadeaubon(nen)
(ter waarde van ongeveer 900 euro) en/of een mobiele telefoon, in elk geval
van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 1] in elk geval aan een ander of
anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf, zijnde het [bedrijf 1] restaurant aan de [adres 1] te Heesch,
heeft/hebben verschaft en/of voornoemd geldbedrag onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
bestaande hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- een of meer ste(e)n(en), althans (een) hard(e) en/of zwa(a)r(e)
voorwerp(en), door/tegen een ruit van voornoemd [bedrijf 1] restaurant
heeft/hebben gegooid, althans de ruit van voornoemd voornoemd [bedrijf 1]
restaurant heeft/hebben geforceerd,
en/of
- (vervolgens) door de ontstane opening voornoemd [bedrijf 1] restaurant
heeft/hebben betreden
en/of
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
-met (een) bivakmuts(en) het [bedrijf 1] restaurant is/zijn binnengekomen en/of
-een of meer vuurwapen(s) heeft/hebben getoond/gericht aan/op [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] en/of
-heeft/hebben geroepen: "liggen, liggen" en/of "Sleutels" en/of
"Schnell/Schneller" en/of "geld, geld" en/of "open, open.", en/of
-tegen [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd dat zij, [slachtoffer 2] de kluis
moest openmaken;
(artikel 312/317 Wetboek van Strafrecht)
2.
(Zaak BRZ66.002.1)
A.
hij op of omstreeks 13 januari 2008 te Waardenburg, gemeente Neerijnen,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
hoeveelheid geld (ongeveer 4188 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd door geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4]
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
en/of/althans
B.
hij op of omstreeks 13 januari 2008 te Waardenburg, gemeente Neerijnen,
tezamen met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3], heeft gedwongen tot de afgifte van een
hoeveelheid geld (ongeveer 4188 euro), in elk geval van enig goed, geheel of
ten dele
toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
-met (een) bivakmuts(en) het [bedrijf 1] restaurant is/zijn binnengekomen en/of
-een of meer vuurwapens, althans (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e)
voorwerp(en), heeft/hebben getoond/gericht aan/op [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3]
en/of
-heeft/hebben gezegd dat [slachtoffer 4] naar achteren moest lopen en/of met een
vuurwapen, althans met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, naar het
achterste gedeelte van het restaurant heeft/hebben gewezen en/of
-met een vuurwapen, althans met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen
de buik en/of het lichaam van [slachtoffer 4] heeft/hebben getikt/geduwd en/of
-met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkende voorwerp, naar een
kassa te wijzen en/of hierbij heeft/hebben geroepen: "papier, papier";
(artikel 312/317 Wetboek van Strafrecht)
3.
(Zaak BRZ66.003)
A.
hij op of omstreeks 19 januari 2008 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen enig geldbedrag en/of goederen van
zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] Rosmalen, in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen
vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
een of meer medewerker(s) van de [bedrijf 1] te Rosmalen, te plegen met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of/althans
B.
hij op of omstreeks 19 januari 2008 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich
en / of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en / of
bedreiging met geweld een of meer medewerker(s) van de [bedrijf 1] te
Rosmalen te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag en/of goederen van
zijn/hun gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [bedrijf 1] Rosmalen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte
en / of zijn/haar mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf, zijnde het [bedrijf 1] restaurant te Rosmalen,
heeft/hebben proberen te verschaffen door middel van braak, verbreking en/of
inklimming,
bestaande hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- een of meer ste(e)n(en), althans (een) hard(e) en/of zwa(a)r(e)
voorwerp(en), tegen (een) ruit(en) van voornoemd [bedrijf 1] restaurant
heeft/hebben gegooid
en/of
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
-met (een) bivakmuts(en) voor de zijdeur(en) van het [bedrijf 1] restaurant
is/gaan staan en/of
-een of meer ste(e)n(en), althans (een) hard(e) en/of zwa(a)r(e)
voorwerp(en), tegen (een) ruit(en) van voornoemd [bedrijf 1] restaurant
heeft/hebben gegooid,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 312/317 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
4.
(Zaak BRZ66.004)
A.
hij op of omstreeks 19 januari 2008 te Grave ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg
te nemen enig geldbedrag en/of een of meer goed(eren) van zijn/hun gading,
geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2] Grave, in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die
voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te
doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 5] en/of
een of meer andere medewerker(s) van [bedrijf 2] Grave, te plegen met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of/althans
B.
hij op of omstreeks 19 januari 2008 te Grave, ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer 5] en/of een of meer andere medewerker(s) van [bedrijf 2]
Grave, te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag en/of een of meer
goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [bedrijf 2] Grave, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
-met (een) bivakmuts(en) de [bedrijf 2] is/zijn binnengekomen en/of
-een vuurwapen en/of een breekijzer, althans (een) op (een) vuurwapen en/of
breekijzer gelijkend(e) voorwerp(en), heeft/hebben getoond/gericht aan/op
[slachtoffer 5] en/of een of meer andere medewerker(s) van de [bedrijf 2] en/of
-tegen een of meer medewerker(s) heeft/hebben gezegd: "geht liegen" en/of
"still liegen", en/of
- [slachtoffer 5] naar/in de richting van het kantoor heeft/hebben geduwd, in
elk geval naar het kantoor heeft/hebben laten lopen en/of
- (in het kantoor) tegen die [slachtoffer 5] heeft/hebben gezegd:"aufmachen.",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 312/317 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
5.
(Zaak BRZ66.005)
A.
hij op of omstreeks 20 januari 2008 te Velp, gemeente Grave ter uitvoering van
het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening weg te nemen enig geldbedrag en/of een of meer goed(eren) van
zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 3],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te
doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld
tegen [slachtoffer 6] en/of een of meer andere medewerker(s) van [bedrijf 3], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren,
en/of/althans
B.
hij op of omstreeks 20 januari 2008 te Velp, gemeente Grave, ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer 6] en/of een of meer andere medewerker(s) van [bedrijf 3], te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag en/of een of meer
goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [bedrijf 3], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
-met (een) bivakmuts(en) de [bedrijf 3] is/zijn binnengekomen en/of
-een vuurwapen en/of een breekijzer, althans (een) op (een) vuurwapen en/of
breekijzer gelijkend(e) voorwerp(en), heeft/hebben getoond/gericht aan/op
[slachtoffer 6] en/of een of meer andere medewerker(s) van de [bedrijf 3] en/of
-met een breekijzer, althans met een hard en/of zwaar voorwerp, tegen het
lichaam van die [slachtoffer 6] heeft/hebben geslagen (waarna die Meurs op de
grond terecht is gekomen) en/of
-(in de Duitse taal) tegen een of meer medewerker(s) van de [bedrijf 3] heeft/hebben gezegd dat ze op de grond moest(en) gaan liggen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 312/317 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
6.
(Zaak BRZ66.006)
A.
hij op of omstreeks 20 januari 2008 te Waalwijk, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
hoeveelheid geld (ongeveer 1972 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd door geweld
en/of bedreiging met geweld tegen een of meer werknemer(s) en/of een of meer
bezoeker(s) van het [bedrijf 1] restaurant,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
en/of/althans
B.
hij op of omstreeks 20 januari 2008 te Waalwijk, tezamen met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld een of meer werknemer(s) en/of een of meer bezoeker(s) van het [bedrijf 1], heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld
(ongeveer 1972 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
-met (een) bivakmuts(en) het [bedrijf 1] restaurant is/zijn binnengekomen en/of
-een vuurwapen en/of een breekijzer, althans (een) op (een) vuurwapen en/of
breekijzer gelijkend(e) voorwerp(en), heeft/hebben getoond/gericht aan/op een
of meer werknemer(s) en/of een of meer bezoeker(s) van het [bedrijf 1]
restaurant en/of
-(in de Duitse taal) tegen een of meer medewerker(s) en/of bezoekers van de [bedrijf 1] heeft/hebben gezegd dat ze op de grond moest(en) gaan
liggen en/of
-een breekijzer aan [slachtoffer 7] heeft/hebben getoond en (hierbij) tegen
[slachtoffer 7] heeft/hebben gezegd dat ze de kassa moest openmaken en/of geld
moest afgeven en/of
- (met kracht) tegen de deur van het kantoor van het [bedrijf 1] restaurant
heeft/hebben getrapt en/of geschopt en/of (vervolgens) tegen [slachtoffer 8]
heeft/hebben gezegd:"Geld, geld" en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan [slachtoffer 9] heeft/hebben getoond en/of tegen haar heeft/hebben gezegd dat
ze de kassalade(n) moest openen;
(artikel 312/317 Wetboek van Strafrecht)
7.
(Zaak BRZ66.007)
hij in of omstreeks de periode van 01 februari 2008 tot en met 26 maart 2008
te 's-Hertogenbosch en/of Tilburg, in elk geval in Nederland, een wapen van
categorie III, te weten een pistool (kaliber 7.62 x 25 mm), en/of munitie van
categorie III, te weten meerdere, althans een patro(o)n(en) (kaliber 7.62 x
25mm, merk:Sellier & Bellot), heeft overgedragen aan [persoon B];
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
(Artikel 26 Wet Wapens en Munitie)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 15 februari 2008 tot en met 26 maart 2008
te 's-Hertogenbosch een of meer wapens van categorie III, te weten een pistool
(kaliber 7.62 x 25 mm), en/of munitie van categorie III, te weten meerdere,
althans een patro(o)n(en) (kaliber 7.62 x 25mm, merk:Sellier & Bellot),
voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
(Artikel 26 Wet Wapens en Munitie)
8.
(Zaak BRZ66.002.2)
hij op of omstreeks 28 november 2007 of 29 november 2007 te Heeswijk-Dinther,
gemeente Bernheze, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
auto (merk Audi, kleur blauw, type A8 Quattro, [kenteken 1]) en/of een of
meer sleutel(s) behorende bij deze auto, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
(artikel 310/311 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 28 november 2007 tot en met 20 januari 2008
te Heeswijk-Dinter, gemeente Bernheze, en/of 's-Hertogenbosch en/of Oss, in
elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, een auto (merk Audi, kleur blauw, type A8 Quattro, kenteken
[kenteken 1]) en/of een of meer sleutel(s) behorende bij deze auto heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of
zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van
voornoemde auto en sleutel(s) wist(en), althans redelijkerwijs had moeten
vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(artikel 416/417bis Wetboek van Strafrecht)
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of omissies voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en/of aangevuld. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewijsbeslissing.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder 1, 3, 4, 5, 6 en onder 8 primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank is van oordeel dat de modus operandi van de overvallen onder 1, 3, 4, 5 en 6, afgezet tegen de in deze zaak wel bewezen verklaarde overval, te weinig specifiek is om te kunnen spreken van een zelfde modus operandi. Voorts is er, naar het oordeel van de rechtbank, geen steunbewijs dat naar verdachte wijst.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de
bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
2.
A.
op 13 januari 2008 te Waardenburg, gemeente Neerijnen,
tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geld toebehorende aan [bedrijf 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld door bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te
maken en
B.
op 13 januari 2008 te Waardenburg, gemeente Neerijnen, tezamen met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met
geweld [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3], heeft gedwongen tot de afgifte van geld, toebehorende aan [bedrijf 1],
welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte
en zijn mededader
-met bivakmutsen het [bedrijf 1] restaurant zijn binnengekomen en
-een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, hebben getoond/gericht aan/op [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3]
en
- met een vuurwapen, althans met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, naar het
achterste gedeelte van het restaurant hebben gewezen en
-met een vuurwapen, althans met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen
de buik van [slachtoffer 4] hebben getikt/geduwd.
7.
in de periode van 01 februari 2008 tot en met 26 maart 2008 in Nederland, een wapen van categorie III, te weten een pistool (kaliber 7.62 x 25 mm) en munitie van
categorie III, te weten patronen (kaliber 7.62 x 25mm, merk:Sellier & Bellot), heeft overgedragen aan [persoon B].
8.
Subsidiair:
in de periode van 28 november 2007 tot en met 13 januari 2008 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander een auto (merk Audi, kleur blauw, type A8 Quattro, [kenteken 1]) en sleutels behorende bij deze auto voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader ten tijde van het voorhanden krijgen van
voornoemde auto en sleutels wisten, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Nadere bewijsoverwegingen.
Ten aanzien van feit 2:
Op 13 januari 2008 vindt er tussen 23.00 uur en 23.10 uur een gewapende overval plaats bij [bedrijf 1] te Waardenburg. De twee daders dragen ieder een zwarte bivakmuts. Er is een geldbedrag van ongeveer € 3.217,85 buit gemaakt met daarbij een aantal zwarte geldbakjes. Kort voor de overval parkeerde bij de [bedrijf 1] een auto, Audi met het [kenteken 2]. Direct na de overval is de auto weggereden.
Op 28 mei 2008 wordt in de Maas een Audi, met voornoemd kenteken, aangetroffen. De auto blijkt te zijn voorzien van gestolen kentekenplaten en eerder te zijn gestolen.
Op 13 januari 2008 omstreeks 23.50 uur, nog geen uur na de overval, worden [verdachte] en [medeverdachte 1] door de politie aangehouden in een bestelbus op een parkeerplaats aan de [adres 2] te St. Michielsgestel. In de bestelbus van verdachte treft de politie onder meer een sporttas met € 3.432,03, een aantal kassabakjes, een bivakmuts en een Audi-sleutel aan. Buiten de bestelbus treft de politie nog een bivakmuts aan. Op het moment van controle door de politie heeft [verdachte] deze bivakmuts weggegooid.
Het aangetroffen bedrag is (ongeveer) gelijk aan het bij [bedrijf 1] weggenomen bedrag. De aangetroffen geldbakjes worden door [slachtoffer 4], manager van [bedrijf 1] Waardenburg, herkend als de bij [bedrijf 1] gebruikte kassabakjes. Voorts heeft Van Oort voornoemd de aangetroffen sporttas herkend als de door de daders gebruikte tas.
De in de bestelbus aangetroffen Audi-sleutel, alsmede de sleutel die is aangetroffen bij de fouillering van verdachten, blijken bij voornoemde Audi te horen.
In de respectievelijke bivakmutsen is blijkens NFI-onderzoek dna-materiaal van [verdachte] en [medeverdachte 1] aangetroffen.
Tot slot passen de door de slachtoffers van [bedrijf 1] Waardenburg aan de politie opgegeven signalementen van de daders, inhoudende dat één van de overvallers slank was en de andere forser bij de [verdachte] en [medeverdachte 1].
Op grond van de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met [medeverdachte 1] het onder 2 ten laste gelegde feit heeft gepleegd. Daarnaast baseert de rechtbank haar overtuiging mede op het gegeven dat [verdachte] geen consistente verklaringen heeft afgelegd omtrent de herkomst van het geld, de bivakmuts en zijn bezigheden die avond. Voorts heeft hij anderen aangezet tot het afleggen van leugenachtige verklaringen.
[medeverdachte 1] ontkent de zwarte bivakmuts te hebben gedragen terwijl het NFI onderzoek anders uitwijst.
Ten aanzien van feit 8:
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en [medeverdachte 1] op 13 januari 2008 een overval te Waardenburg hebben gepleegd, waarbij gebruik is gemaakt van de onder 8 in de tenlastelegging genoemde, van diefstal afkomstige, Audi met daarop valse kentekenplaten.
Onder verdachten zijn door de politie kort na de overval de sleutels (een garagesleutel en een portemonneesleutel) van voornoemde Audi aangetroffen.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de code van deze sleutel overeenkomt met de sleutelcode van de gestolen Audi. Op 28 mei 2008 wordt de gestolen Audi aangetroffen in de Maas. De in de bestelbus aangetroffen sleutels blijken op de auto te passen.
Zowel verdachte als [medeverdachte 1] zwijgen over de herkomst van de sleutels.
Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden kan het, naar het oordeel van de rechtbank, niet anders zijn dat de verdachte en zijn mededader wetenschap hadden van de herkomst van de auto en de sleutels. De rechtbank acht dan ook opzetheling van de auto en de sleutels wettig en overtuigend bewezen.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 24c, 27, 33, 33a, 36b, 36c, 47, 56, 57, 310, 312,
317, 416
Wet wapens en munitie art. 1, 2, 31, 55.
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID
De eis van de officier van justitie.
Ten aanzien van de feiten 3, 4, 5, 6 en 8 primair: vrijspraak.
Ten aanzien van de feiten 1,2, 7 primair en 8 subsidiair:
- een gevangenisstraf van 7 jaar met aftrek conform artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- verbeurdverklaring van het in beslag genomen geld;
- onttrekking aan het verkeer van de overige op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen vermelde goederen;
- hoofdelijke toewijzing vordering benadeelde partij [slachtoffer 1] (€ 600,--) en oplegging van de maatregel 36f Wetboek van Strafrecht € 600,-- subsidiair 12 dagen hechtenis;
- hoofdelijke toewijzing vordering benadeelde partij [slachtoffer 4] tot een bedrag van
€ 600,--, niet-ontvankelijk overige deel van de vordering en oplegging van de maatregel 36f van het Wetboek van Strafrecht € 600,-- subsidiair 12 dagen hechtenis;
- vorderingen [bedrijf 1]/[bedrijf 1], [slachtoffer 9] en [bedrijf 3] niet-ontvankelijk.
De op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en).
Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden ten bezware van verdachte:
- de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- verdachte heeft met een ander omstreeks 23.00 uur een overval gepleegd op [bedrijf 1] waarbij verdachten er niet voor zijn teruggschrokken een wapen aan de slachtoffers te tonen. Omdat een van de slachtoffers niet snel genoeg was, heeft een van de daders nog met het wapen tegen de buik van dit slachtoffer getikt.
Het is een feit van algemene bekendheid dat een overval als de onderhavige aan de slachtoffers psychische schade, soms zelfs aanzienlijke schade, kan toebrengen. Een misdrijf als het onderhavige brengt een aanzienlijke maatschappelijke onrust en gevoelens van onveiligheid teweeg.
Voorts is bewezen verklaard dat verdachte een vuurwapen met daarbij behorende munitie heeft overgedragen. De rechtbank rekent verdachte dit feit zwaar aan.
- uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat verdachte eerder ter zake
soortgelijke delicten tot (forse) onvoorwaardelijke gevangenisstraffen is veroordeeld. Dit heeft verdachte er niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat voor de bewezenverklaarde feiten een gevangenisstraf van aanzienlijke duur op zijn plaats is.
De rechtbank legt een lagere straf op dan door de officier van justitie gevorderd, nu zij komt tot een andere bewezenverklaring.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien de verdachte wordt vrijgesproken voor het feit waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft. De rechtbank zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten van de verdachte als bedoeld in artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering. Deze kosten worden begroot op nihil.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4].
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum vonnis tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum vonnis tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededader samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9]
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien de verdachte wordt vrijgesproken voor het feit waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft. De rechtbank zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten van de verdachte als bedoeld in artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering. Deze kosten worden begroot op nihil.
De vordering van de benadeelde partij [bedrijf 1]/[bedrijf 1].
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien de verdachte wordt vrijgesproken voor het feit waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft. De rechtbank zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten van de verdachte als bedoeld in artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering. Deze kosten worden begroot op nihil.
De vordering van de benadeelde partij [bedrijf 3]
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien de verdachte ten aanzien van de primair ten laste gelegde diefstal wordt vrijgesproken. De rechtbank zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten van de verdachte als bedoeld in artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering. Deze kosten worden begroot op nihil.
Beslag.
De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit voorwerpen zijn met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid en deze voorwerpen ten tijde van het begaan van de feiten aan verdachte toebehoorden.
De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit voorwerpen zijn met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.
De rechtbank zal de teruggave gelasten van het in het dictum nader te noemen geldbedrag aan [bedrijf 1] Waardenburg omdat naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de inbeslaggenomen goederen aan de rechtmatige eigenaar.
DE UITSPRAAK
Verklaart het onder 2, 7 primair en 8 subsidiair tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 2:
A. Diefstal voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen
personen, gepleegd met het oogmerk om diefstal voor te bereiden en gemakkelijk
te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde
personen en
B. Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde
personen
in voortgezette handeling gepleegd.
T.a.v. feit 7 primair:
Handelen in strijd met artikel 31, eerste lid van de Wet wapens en munitie en
het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
Handelen in strijd met artikel 31, eerste lid van de Wet wapens en munitie.
T.a.v. feit 8 subsidiair:
medeplegen van opzetheling
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
BESLISSING:
T.a.v. feit 1, feit 3, feit 4, feit 5, feit 6, feit 8 primair:
Vrijspraak, achtende de rechtbank het tenlastegelegde niet wettig en
overtuigend bewezen.
T.a.v. feit 2, feit 7 , feit 8 subsidiair:
Gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar en 6 maanden met aftrek overeenkomstig
artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 1:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij
[slachtoffer 1] in haar vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden
begroot op nihil.
T.a.v. feit 2:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 1.250,-- subsidiair 25 dagen hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten
behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4],van een bedrag van EUR 1.250,-- (zegge:
twaalfhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen
door 25 dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum vonnis
tot de dag der algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van een bedrag van EUR 1.250,--
(zegge: twaalfhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
datum vonnis tot de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 6:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij
[slachtoffer 9] in haar vordering.
Veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
T.a.v. feit 6:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij
[bedrijf 1]/[bedrijf 1]. in haar vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden
begroot op nihil.
T.a.v. feit 8 primair, feit 8 subsidiair:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij
[bedrijf 3] in haar vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden
begroot op nihil.
Verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen goederen, te weten:
sporttas, handschoen en sleutel.
Onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen goederen, te weten:
2 koevoeten en 2 bivakmutsen.
Teruggave inbeslaggenomen goederen, te weten:
een geldbedrag van EUR 3.432,03 aan [bedrijf 1] Waardenburg.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. S.J.W. Hermans, voorzitter,
mr. M.L.W.M. Viering en mr. P.J. Neijt, leden,
in tegenwoordigheid van L. Scholl, griffier,
en is uitgesproken op 23 september 2008.
19
Parketnummer: 01/889015-08
[verdachte]