vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer: 01/889016-08
Datum uitspraak: 23 september 2008
Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,
wonende te [woonplaats], [adres]
thans gedetineerd te: P.I. HvB Grave (Unit A + B).
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 3 juli 2008 en 9 september 2008.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 5 juni 2008.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
A.
hij op of omstreeks 31 december 2007 te Heesch gemeente Bernheze, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
hoeveelheid geld (ongeveer 2700 euro) en/of een hoeveelheid cadeaubon(nen)
(ter waarde van ongeveer 900 euro) en/of een mobiele telefoon, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 1], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd door geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
B.
hij op of omstreeks 31 december 2007 te Heesch gemeente Bernheze, tezamen met
een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van
een hoeveelheid geld (ongeveer 2700 euro) en/of een hoeveelheid cadeaubon(nen)
(ter waarde van ongeveer 900 euro) en/of een mobiele telefoon, in elk geval
van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf, zijnde het [bedrijf 1] restaurant aan de [adres 1] te Heesch,
heeft/hebben verschaft en/of voornoemd geldbedrag onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
bestaande hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- een of meer ste(e)n(en), althans (een) hard(e) en/of zwa(a)r(e)
voorwerp(en), door/tegen een ruit van voornoemd [sla[bedrijf 1] restaurant
heeft/hebben gegooid, althans de
ruit van voornoemd voornoemd [bedrijf 1] restaurant heeft/hebben geforceerd,
en/of
- (vervolgens) door de ontstane opening voornoemd [bedrijf 1] restaurant
heeft/hebben betreden
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
-met (een) bivakmuts(en) het [bedrijf 1] restaurant is/zijn binnengekomen en/of
-een of meer vuurwapen(s) heeft/hebben getoond/gericht aan/op [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] en/of
-heeft/hebben geroepen: "liggen, liggen" en/of "Sleutels" en/of
"Schnell/Schneller" en/of "geld, geld" en/of "open, open.", en/of
-tegen [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd dat zij, [slachtoffer 2], de
kluis moest openmaken;
(artikel 312/317 Wetboek van Strafrecht)
A.
hij op of omstreeks 13 januari 2008 te Waardenburg, gemeente Neerijnen,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
hoeveelheid geld (ongeveer 4188 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd door geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4]
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
B.
hij op of omstreeks 13 januari 2008 te Waardenburg, gemeente Neerijnen,
tezamen met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3], heeft gedwongen tot de afgifte van een
hoeveelheid geld (ongeveer 4188 euro), in elk geval van enig goed, geheel of
ten dele
toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
-met (een) bivakmuts(en) het [bedrijf 1] restaurant is/zijn binnengekomen en/of
-een of meer vuurwapens, althans (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e)
voorwerp(en), heeft/hebben getoond/gericht aan/op [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3]
en/of
-heeft/hebben gezegd dat [slachtoffer 4] naar achteren moest lopen en/of met een
vuurwapen, althans met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, naar het
achterste gedeelte van het restaurant heeft/hebben gewezen en/of
-met een vuurwapen, althans met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen
de buik en/of het lichaam van [slachtoffer 4] heeft/hebben getikt/geduwd en/of
-met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkende voorwerp, naar een
kassa te wijzen en/of hierbij heeft/hebben geroepen: "papier, papier";
(artikel 312/317 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 19 januari 2008 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen enig geldbedrag en/of goederen van
zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] Rosmalen, in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen
vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
een of meer medewerker(s) van de [bedrijf 1] te Rosmalen, te plegen met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
B.
hij op of omstreeks 19 januari 2008 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich
en / of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en / of
bedreiging met geweld een of meer medewerker(s) van de [bedrijf 1] te
Rosmalen te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag en/of goederen van
zijn/hun gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [bedrijf 1] Rosmalen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte
en / of zijn/haar mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf, zijnde het [bedrijf 1] restaurant te Rosmalen,
heeft/hebben proberen te verschaffen door middel van braak, verbreking en/of
inklimming,
bestaande hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- een of meer ste(e)n(en), althans (een) hard(e) en/of zwa(a)r(e)
voorwerp(en), tegen (een) ruit(en) van voornoemd [bedrijf 1] restaurant
heeft/hebben gegooid
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
-met (een) bivakmuts(en) voor de zijdeur(en) van het [bedrijf 1] restaurant
is/gaan staan en/of
-een of meer ste(e)n(en), althans (een) hard(e) en/of zwa(a)r(e)
voorwerp(en), tegen (een) ruit(en) van voornoemd [bedrijf 1] restaurant
heeft/hebben gegooid,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 312/317 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
A.
hij op of omstreeks 19 januari 2008 te Grave ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg
te nemen enig geldbedrag en/of een of meer goed(eren) van zijn/hun gading,
geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2] Grave, in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die
voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te
doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 5] en/of
een of meer andere medewerker(s) van [bedrijf 2] Grave, te plegen met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
B.
hij op of omstreeks 19 januari 2008 te Grave, ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer 5] en/of een of meer andere medewerker(s) van [bedrijf 2]
Grave, te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag en/of een of meer
goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [bedrijf 2] Grave, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
-met (een) bivakmuts(en) de [bedrijf 2] is/zijn binnengekomen en/of
-een vuurwapen en/of een breekijzer, althans (een) op (een) vuurwapen en/of
breekijzer gelijkend(e) voorwerp(en), heeft/hebben getoond/gericht aan/op
[slachtoffer 5] en/of een of meer andere medewerker(s) van de [bedrijf 2] en/of
-tegen een of meer medewerker(s) heeft/hebben gezegd: "geht liegen" en/of
"still liegen", en/of
- [slachtoffer 5] naar/in de richting van het kantoor heeft/hebben geduwd, in
elk geval naar het kantoor heeft/hebben laten lopen en/of
- (in het kantoor) tegen die [slachtoffer 5] heeft/hebben gezegd:"aufmachen.",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 312/317 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
A.
hij op of omstreeks 20 januari 2008 te Velp, gemeente Grave ter uitvoering van
het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening weg te nemen enig geldbedrag en/of een of meer goed(eren) van
zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 3],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te
doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld
tegen [slachtoffer 6] en/of een of meer andere medewerker(s) van [bedrijf 3], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren,
B.
hij op of omstreeks 20 januari 2008 te Velp, gemeente Grave, ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer 6] en/of een of meer andere medewerker(s) van [bedrijf 3], te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag en/of een of meer
goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [bedrijf 3], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
-met (een) bivakmuts(en) de [bedrijf 3] is/zijn binnengekomen en/of
-een vuurwapen en/of een breekijzer, althans (een) op (een) vuurwapen en/of
breekijzer gelijkend(e) voorwerp(en), heeft/hebben getoond/gericht aan/op
[slachtoffer 6] en/of een of meer andere medewerker(s) van de [bedrijf 3] en/of
-met een breekijzer, althans met een hard en/of zwaar voorwerp, tegen het
lichaam van die [slachtoffer 6] heeft/hebben geslagen (waarna die Meurs op de
grond terecht is gekomen) en/of
-(in de Duitse taal) tegen een of meer medewerker(s) van de [bedrijf 3] heeft/hebben gezegd dat ze op de grond moest(en) gaan liggen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 312/317 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
A.
hij op of omstreeks 20 januari 2008 te Waalwijk, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
hoeveelheid geld (ongeveer 1972 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd door geweld
en/of bedreiging met geweld tegen een of meer werknemer(s) en/of een of meer
bezoeker(s) van het [bedrijf 1] restaurant,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
B.
hij op of omstreeks 20 januari 2008 te Waalwijk, tezamen met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld een of meer werknemer(s) en/of een of meer bezoeker(s) van het [bedrijf 1] restaurant, heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld
(ongeveer 1972 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
-met (een) bivakmuts(en) het [bedrijf 1] restaurant is/zijn binnengekomen en/of
-een vuurwapen en/of een breekijzer, althans (een) op (een) vuurwapen en/of
breekijzer gelijkend(e) voorwerp(en), heeft/hebben getoond/gericht aan/op een
of meer werknemer(s) en/of een of meer bezoeker(s) van het [bedrijf 1]
restaurant en/of
-(in de Duitse taal) tegen een of meer medewerker(s) en/of bezoekers van de [bedrijf 1] restaurant heeft/hebben gezegd dat ze op de grond moest(en) gaan
liggen en/of
-een breekijzer aan [slachtoffer 7] heeft/hebben getoond en (hierbij) tegen
[slachtoffer 7] heeft/hebben gezegd dat ze de kassa moest openmaken en/of geld
moest afgeven en/of
- (met kracht) tegen de deur van het kantoor van het [bedrijf 1] restaurant
heeft/hebben getrapt en/of geschopt en/of (vervolgens) tegen [slachtoffer 8]
heeft/hebben gezegd:"Geld, geld" en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan [slachtoffer 9] heeft/hebben getoond en/of tegen haar heeft/hebben gezegd dat
ze de kassalade(n) moest openen;
(artikel 312/317 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 03 januari 2008 te Heesch, gemeente Bernheze, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid
brandstof (37,53 liter V Power), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [tankstation x] in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte;
(artikel 310 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 28 november 2007 of 29 november 2007 te Heeswijk-Dinther,
gemeente Bernheze, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
auto (merk Audi, kleur blauw, type A8 Quattro, [kenteken 1]) en/of een of
meer sleutel(s) behorende bij deze auto, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
(artikel 310/311 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 28 november 2007 tot en met 20 januari 2008
te Heeswijk-Dinter, gemeente Bernheze, en/of 's-Hertogenbosch en/of Oss, in
elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, een auto (merk Audi, kleur blauw, type A8 Quattro, [kenteken 1]) en/of een of meer sleutel(s) behorende bij deze auto heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of
zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van
voornoemde auto en sleutel(s) wist(en), althans redelijkerwijs had moeten
vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(artikel 416/417bis Wetboek van Strafrecht)
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewijsbeslissing.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder 1, 3, 4, 5, 7 en 8 primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank is van oordeel dat de modus operandi van de overvallen onder 1, 3, 4 en 5 ten laste gelegd, afgezet tegen de in deze zaak wel bewezen verklaarde overvallen, te weinig specifiek is om te spreken van een zelfde modus operandi. Voorts is er, naar het oordeel van de rechtbank, geen dan wel onvoldoende steunbewijs dat naar verdachte wijst.
De rechtbank acht de onder 7 ten laste gelegde diefstal van benzine eveneens niet wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank acht onvoldoende wettig bewijs aanwezig dat het verdachte is geweest die op 3 januari 2008 te Heesch heeft getankt.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
A.
op 13 januari 2008 te Waardenburg, gemeente Neerijnen,
tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geld toebehorende aan [bedrijf 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld door bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te
maken en
B.
op 13 januari 2008 te Waardenburg, gemeente Neerijnen, tezamen met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met
geweld [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3], heeft gedwongen tot de afgifte van geld, toebehorende aan [bedrijf 1],
welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte
en zijn mededader
-met bivakmutsen het [bedrijf 1] restaurant zijn binnengekomen en
-een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp hebben getoond/gericht aan/op [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3]
en
- met een vuurwapen, althans met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, naar het
achterste gedeelte van het restaurant /hebben gewezen en
-met een vuurwapen, althans met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen
de buik van [slachtoffer 4] hebben getikt/geduwd.
A.
op 20 januari 2008 te Waalwijk, tezamen en in vereniging met
een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geld (ongeveer 1972 euro), toebehorende aan [bedrijf 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen werknemers en
bezoekers van het [bedrijf 1] restaurant,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te
maken , welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte
en zijn mededader
-met bivakmutsen het [bedrijf 1] restaurant zijn binnengekomen en
-een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en een breekijzer, hebben getoond/gericht aan/op werknemers en bezoekers van het [bedrijf 1]
restaurant en
-(in de Duitse taal) tegen medewerkers en bezoekers van het [bedrijf 1] restaurant hebben gezegd dat ze op de grond moesten gaan
liggen en
-een breekijzer aan [slachtoffer 7] hebben getoond en (hierbij) tegen
[slachtoffer 7] hebben gezegd dat ze de kassa moest openmaken en
- (met kracht) tegen de deur van het kantoor van het [bedrijf 1] restaurant
hebben getrapt en vervolgens tegen [slachtoffer 8] hebben gezegd:"Geld, geld" en
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan [slachtoffer 9] hebben getoond en tegen haar hebben gezegd dat
ze de kassalade moest openen.
in de periode van 28 november 2007 tot en met 13 januari 2008 in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander een auto (merk Audi, kleur blauw, type A8 Quattro, [kenteken 1]) en sleutels behorende bij deze auto voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader ten tijde van het voorhanden krijgen van
voornoemde auto en sleutels wisten dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 2:
Op 13 januari 2008 vindt er tussen 23.00 uur en 23.10 uur een gewapende overval plaats bij [bedrijf 1] te Waardenburg. De twee daders dragen ieder een zwarte bivakmuts. Er is een geldbedrag van ongeveer € 3.217,85 buit gemaakt met daarbij een aantal zwarte geldbakjes. Kort voor de overval parkeerde bij de [bedrijf 1] een auto, Audi met het [kenteken 2]. Direct na de overval is de auto weggereden.
Op 28 mei 2008 wordt in de Maas een Audi, met voornoemd kenteken, aangetroffen. De auto blijkt te zijn voorzien van gestolen kentekenplaten en eerder te zijn gestolen.
Op 13 januari 2008 omstreeks 23.50 uur, nog geen uur na de overval, worden verdachte [persoon 1] en medeverdachte [verdachte] door de politie aangehouden in een bestelbus op een parkeerplaats aan de [adres 2] te St. Michielsgestel. In de bestelbus treft de politie onder meer een sporttas met € 3.432,03, een aantal kassabakjes, een bivakmuts en een Audi-sleutel aan. Buiten de bestelbus treft de politie nog een bivakmuts aan. Op het moment van controle door de politie heeft medeverdachte [persoon 1] deze bivakmuts weggegooid.
Het aangetroffen bedrag is (ongeveer) gelijk aan het bij [bedrijf 1] weggenomen bedrag. De aangetroffen geldbakjes worden door [slachtoffer 4], manager van [bedrijf 1] Waardenburg, herkend als de bij [bedrijf 1] gebruikte kassabakjes. Voorts heeft Van Oort voornoemd de aangetroffen sporttas herkend als de door de daders gebruikte tas.
De in de bestelbus aangetroffen Audi-sleutel, alsmede de sleutel die is aangetroffen bij de fouillering van verdachten, blijken bij voornoemde Audi te horen.
In de respectievelijke bivakmutsen is blijkens NFI-onderzoek dna-materiaal van verdachte [verdachte] en medeverdachte [persoon 1] aangetroffen.
Tot slot passen de door de slachtoffers van [bedrijf 1] Waardenburg aan de politie opgegeven signalementen van de daders, inhoudende dat één van de overvallers slank was en de andere forser bij de verdachte en medeverdachte [persoon 1].
Op grond van de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen medeverdachte [persoon 1] het onder 2 ten laste gelegde feit heeft gepleegd. Daarnaast baseert de rechtbank haar overtuiging mede op het gegeven dat medeverdachte [persoon 1] geen consistente verklaringen heeft afgelegd omtrent de herkomst van het geld, de bivakmuts en zijn bezigheden die avond. Voorts heeft hij anderen aangezet tot het afleggen van leugenachtige verklaringen.
Verdachte ontkent de zwarte bivakmuts te hebben gedragen terwijl het NFI onderzoek anders uitwijst.
ten aanzien van feit 6:
Op 20 januari 2008 omstreeks 22.55 uur vindt een overval plaats bij [bedrijf 1] Waalwijk. Van deze overval zijn videobeelden.
Op 13 januari 2008 heeft er bij [bedrijf 1] Waardenburg een overval plaatsgevonden. In deze zaak heeft [slachtoffer 4] een aangifte gedaan. Zij was getuige van deze overval.
De rechtbank acht onder feit 2 wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [verdachte], zijnde de dikkere man, één van de daders in Waardenburg is geweest.
[slachtoffer 4] voornoemd heeft de videobeelden van de overval te Waalwijk gezien. Zij herkent op de beelden een overvaller van de overval in Waalwijk als één van de overvallers in Waardenburg. Zij herkent hem met name aan zijn forse postuur en de wijze waarop hij zijn wapen vast heeft.
Bij de rechter-commissaris heeft [slachtoffer 4] nog verklaard dat het dan gaat om de manier van vasthouden van het pistool en het maken van gebaren. De dader hield het wapen, aldus [slachtoffer 4], af en toe met geknikte pols vast. De rechtbank heeft de van het dossier deel uitmakende videobeelden van de overval voorafgaand aan de zitting gezien.
Ter terechtzitting van 9 september 2008 zijn de beelden van de overval in Waalwijk afgespeeld. De rechtbank heeft waargenomen dat de dikkere dader het vuurwapen op een typische manier, met geknikte pols, vasthield.
Voorts is een aantal elementen van de overval te Waalwijk gelijk aan de bewezen verklaarde overval in Waardenburg. Beide overvallen hebben plaatsgevonden bij een [bedrijf 1] restaurant rond hetzelfde tijdstip, namelijk omstreeks 23.00 uur. Er is door de daders gebruik gemaakt van een vuurwapen en er werd gesproken in de Duitse taal. In beide zaken is sprake van een dikkere of brede dader.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 20 januari 2008 te Waalwijk een [bedrijf 1] restaurant heeft overvallen.
ten aanzien van feit 8
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en medeverdachte [verdachte] op 13 januari 2008 een overval te Waardenburg hebben gepleegd, waarbij gebruik is gemaakt van de onder 8 in de tenlastelegging genoemde, van diefstal afkomstige, Audi met daarop valse kentekenplaten.
Onder verdachten zijn door de politie kort na de overval de sleutels (een garagesleutel en een portemonneesleutel) van voornoemde Audi aangetroffen.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de code van deze sleutel overeenkomt met de sleutelcode van de gestolen Audi. Op 28 mei 2008 wordt de gestolen Audi aangetroffen in de Maas. De in de bestelbus aangetroffen sleutels blijken op de auto te passen.
Zowel verdachte als medeverdachte [persoon 1] zwijgen over de herkomst van de sleutels.
Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden kan het, naar het oordeel van de rechtbank, niet anders zijn dat de verdachte en zijn mededader wetenschap hadden van de herkomst van de auto en de sleutels. De rechtbank acht dan ook opzetheling van de auto en de sleutels wettig en overtuigend bewezen.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 24c, 27, 36f, 47, 56, 57, 310, 312, 317.
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID
De eis van de officier van justitie.
Ten aanzien feit 8 primair: vrijspraak.
Ten aanzien van de feiten 1,2, 3, 4, 5, 6, 7 primair en 8 subsidiair:
- een gevangenisstraf van 9 jaar met aftrek conform artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- onttrekking aan het verkeer van de goederen vermeld op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen;
- hoofdelijke toewijzing vordering benadeelde partij [slachtoffer 1] (€ 600,--) en oplegging van de maatregel 36f Wetboek van Strafrecht € 600,-- subsidiair 12 dagen hechtenis;
- hoofdelijke toewijzing vordering benadeelde partij [slachtoffer 4] tot een bedrag van
€ 600,--, niet-ontvankelijk overige deel van de vordering en oplegging van de maatregel 36f van het Wetboek van Strafrecht € 600,-- subsidiair 12 dagen hechtenis;
- hoofdelijke toewijzing vordering benadeelde partij [bedrijf 1]/[bedrijf 1]
B.V. tot een bedrag van 1972,--, niet-ontvankelijk overige deel van de vordering en
oplegging van de maatregel 36f van het Wetboek van Strafrecht € 1972,-- subsidiair
39 dagen hechtenis;
- gehele toewijzing vordering benadeelde partij [slachtoffer 9] en oplegging van de maatregel 36f van het Wetvoek van Strafrecht € 1623,25 subsidiair 32 dagen hechtenis;
- vordering [bedrijf 3] niet-ontvankelijk.
De op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en).
Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden ten bezware van verdachte:
- de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- verdachte heeft met een ander twee overvallen gepleegd op [bedrijf 1]. Bij één overval waren er naast het personeel ook nog restaurantbezoekers aanwezig. Verdachte is er niet voor teruggeschrokken een wapen aan de slachtoffers te tonen. De overval in Waalwijk is met veel geschreeuw en forse bedreigingen gepaard gegaan. De impact van de overval is groot geweest bij het personeel.
Het is een feit van algemene bekendheid dat overvallen als de onderhavige aan de slachtoffers psychische schade, soms zelfs aanzienlijke schade, kunnen toebrengen. Misdrijven als de onderhavige brengen een aanzienlijke maatschappelijke onrust en gevoelens van onveiligheid teweeg.
- uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat verdachte eerder ter zake
soortgelijke delicten tot lange onvoorwaardelijke gevangenisstraffen is veroordeeld. Dit heeft verdachte er niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Binnen drie maanden na zijn vrijlating pleegt verdachte de bewezen verklaarde
overvallen.
Het lijkt er op dat verdachte zich telkens weer laat leiden door zijn zucht naar
financieel gewin zonder stil te staan bij de mogelijke ernstige gevolgen van zijn
handelen voor de slachtoffers.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat voor de bewezenverklaarde feiten een gevangenisstraf van aanzienlijke duur op zijn plaats is. De rechtbank legt een lagere straf op dan door de officier van justitie gevorderd, nu zij komt tot een andere bewezenverklaring.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien de verdachte wordt vrijgesproken voor het feit waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft. De rechtbank zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten van de verdachte als bedoeld in artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering. Deze kosten worden begroot op nihil.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4].
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum vonnis tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum vonnis tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededader samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9].
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, de volgende onderdelen van de vordering materiële schade € 17,25 en immateriële schade € 1.250,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum vonnis tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum vonnis tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige deel van haar vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
De benadeelde partij kan dit onderdeel van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededader samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
De vordering van de benadeelde partij [bedrijf 1]/[bedrijf 3]
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, de volgende onderdelen van de vordering geldbedrag € 1.972,10 en extra uren € 660,19, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 januari 2008 tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum vonnis tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de overige delen van haar vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard zijn dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
De benadeelde partij kan dit onderdeel van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededader samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
De vordering van de benadeelde partij [bedrijf 3]
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien de verdachte ten aanzien van de primair ten laste gelegde diefstal wordt vrijgesproken. De rechtbank zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten van de verdachte als bedoeld in artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering. Deze kosten worden begroot op nihil.
Beslag.
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen aan verdachte nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de inbeslaggenomen goederen.
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting aangevoerd dat er, naast het beslag vermeld op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, ook nog beslag rust op vier paar schoenen, bankpassen en jassen. De rechtbank zal bepalen dat deze goederen eveneens kunnen worden teruggegeven aan veroordeelde, voor zover er nog beslag op deze goederen rust. Naar het oordeel van de rechtbank verzet het belang van strafvordering zich niet meer tegen de teruggave van deze in beslag genomen goederen.
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 2:
A. Diefstal voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen
personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen
B. Afpersing terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde
personen
in voortgezette handeling gepleegd.
T.a.v. feit 6:
Diefstal, voorafgegegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen
personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen.
T.a.v. feit 8 subsidiair:
medeplegen van opzetheling
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
BESLISSING:
T.a.v. feit 1, feit 3, feit 4, feit 5, feit 7, feit 8 primair:
Vrijspraak, achtende de rechtbank het tenlastegelegde niet wettig en
overtuigend bewezen.
T.a.v. feit 2, feit 6, feit 8 subsidiair:
Gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar en 6 maanden met aftrek overeenkomstig
artikel 27 Wetboek van Strafrecht
T.a.v. feit 1:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij
[slachtoffer 1] in haar vordering, gelet op de vrijspraak ten aanzien van feit 1.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden
begroot op nihil.
T.a.v. feit 2:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 1.250,-- subsidiair 25 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten
behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4] van een bedrag van EUR 1.250,-- (zegge:
twaalfhonderdenvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen
door 25 dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum vonnis
tot de dag der algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag
en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van
een bedrag van EUR 1.250,-- (zegge: twaalfhonderdenvijftig euro), vermeerderd
met de wettelijke rente vanaf datum vonnis tot de dag der algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 6:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 1.267,25 subsidiair 25 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten
behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 9] van een bedrag van
EUR 1.267,25 (zegge: twaalfhonderdzevenenzestig euro en vijfentwintig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 25 dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum vonnis tot de dag der algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 9] van een bedrag van EUR
1.267,25 (zegge: twaalfhonderdzevenenzestig euro en vijfentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum vonnis tot de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet
ontvankelijk is.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 6:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 2.632,29 subsidiair 43 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten
behoeve van het slachtoffer [bedrijf 1]/[bedrijf 3] van een bedrag van
EUR 2.632,29 (zegge: tweeduizend zeshonderdtweeëndertig euro en negenentwintig
eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 43 dagen
hechtenis, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 20 januari 2008 tot de dag
der algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [bedrijf 1]/[bedrijf 3]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij [bedrijf 1]/[bedrijf 3] van een bedrag
van EUR 2.632,29 (zegge: tweeduizend zeshonderdtweeëndertig euro en
negenentwintig eurocent), vermeerderd met wettelijke rente vanaf 20 januari
2008 tot de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel (nazorg en extra
personeel) van de vordering niet ontvankelijk is.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 8 primair, feit 8 subsidiair:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij
[bedrijf 3] in haar vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden
begroot op nihil.
Teruggave inbeslaggenomen goederen, te weten:
de goederen vermeld op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen:
- 1 paar schoenen;
- 1 handschoen aan veroordeelde.
Voor zover er nog beslag rust op de goederen vermeld door de raadsman van
verdachte ter terechtzitting van 9 september 2008, te weten 4 paar schoenen,
bankpassen en jassen, bepaalt de rechtbank dat deze goederen eveneens dienen te
worden teruggegeven aan veroordeelde.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. S..J.W. Hermans, voorzitter
mr. M.L.W.M. Vierings en mr. P.J. Neijt, leden,
in tegenwoordigheid van L. Scholl, griffier,
en is uitgesproken op 23 september 2008.
21
Parketnummer: 01/889016-08
[verdachte]