ECLI:NL:RBSHE:2008:BE9408
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- A.W. Govers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag en voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke geschil
In deze zaak gaat het om een bijstandsaanvraag van verzoekster, die op 25 september 2005 is afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente 's-Hertogenbosch. Deze afwijzing werd in stand gehouden door een uitspraak van de voorzieningenrechter op 13 juli 2006. Verzoekster diende op 25 januari 2007 een nieuwe bijstandsaanvraag in, die ook werd afgewezen. De rechtbank vernietigde deze afwijzing op 10 maart 2008 en gaf opdracht voor een nieuw besluit. Op 8 juli 2008 werd de bijstandsaanvraag opnieuw afgewezen, wat leidde tot beroep van verzoekster. Ondertussen had verweerder per abuis bijstand verleend vanaf 28 december 2007, maar beëindigde deze bijstandsuitkering per 1 juli 2008. Verzoekster maakte bezwaar tegen deze beëindiging en vroeg om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter besloot de beroepsprocedure te combineren met het verzoek om een voorlopige voorziening en deed uitspraak op 25 augustus 2008. De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat verzoekster op 1 januari 2005 eigenaar was van de woonwagen, en dat de afwijzing van de bijstandsaanvraag op 8 juli 2008 niet deugde. De voorzieningenrechter verleende verzoekster met terugwerkende kracht bijstandsuitkering vanaf 25 januari 2007, maar verlaagde deze met 100% voor de periode van 25 januari 2007 tot 1 juli 2007, omdat verzoekster niet verantwoordelijk omging met haar vermogen. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de gemeente werd veroordeeld tot vergoeding van proceskosten en griffierechten.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige besluitvorming door de gemeente en de rechten van verzoeksters in bijstandsprocedures. De voorzieningenrechter heeft de gemeente aangespoord om eerdere besluiten in te trekken, gezien de nieuwe bevindingen.