ECLI:NL:RBSHE:2008:BD8814
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor bedreiging, vernieling en mishandeling tijdens onlusten in Den Bosch
In deze zaak, die op 29 juli 2008 door de Rechtbank 's-Hertogenbosch werd behandeld, stond de verdachte terecht voor drie tenlastegelegde feiten die plaatsvonden op 25 augustus 2007 op het Mgr. Van Roosmalenplein in Den Bosch. De verdachte werd beschuldigd van het bedreigen van hoofdagent [slachtoffer] van de Regiopolitie Brabant Zuid Oost, het vernielen van een communicatiemiddel dat toebehoorde aan de politie, en het mishandelen van de brigadier [slachtoffer]. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de feiten en een werkstraf van 60 uur, alsook toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen.
Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De verdediging pleitte voor vrijspraak van alle feiten. De rechtbank oordeelde dat de bewijsvoering niet wettig en overtuigend was, met name omdat de identificatie van de verdachte door middel van een enkelvoudige fotoconfrontatie niet betrouwbaar was. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de tenlastegelegde feiten.
Als gevolg hiervan werd de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen en werden de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank compenseerde de proceskosten, zodat elke partij de eigen kosten droeg. Dit vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. A.F. van Hoorn als voorzitter en mr. E.M.J. Raeijmaekers en mr. F.P.E. Wiemans als leden.