ECLI:NL:RBSHE:2008:BD8583
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Seksuele handelingen met minderjarige en de beoordeling van toerekeningsvatbaarheid
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 28 juli 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 31-jarige verdachte die beschuldigd werd van het plegen van seksuele handelingen met een 15-jarige. De verdachte werd beschuldigd van het seksueel binnendringen van het slachtoffer, wat in strijd is met de artikelen 242 en 245 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 4 januari 2008 in Oss het slachtoffer heeft gedwongen tot seksuele handelingen door gebruik te maken van geweld en zijn fysieke overwicht. De verdediging voerde aan dat de verdachte, gezien zijn verstandelijke beperkingen, niet volledig toerekeningsvatbaar was en dat er geen sprake was van ontuchtige handelingen. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en het slachtoffer zorgvuldig gewogen, evenals de deskundigenrapporten die de verstandelijke beperkingen van de verdachte bevestigden. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de primair tenlastegelegde verkrachting, maar dat het subsidiair tenlastegelegde, namelijk ontuchtige handelingen, wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte is vrijgesproken van de primair tenlastegelegde feiten, maar is wel veroordeeld tot een gevangenisstraf van 210 dagen, waarvan 78 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaar en bijzondere voorwaarden voor reclassering.