Beschikking
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer: 01/006812/67
Uitspraakdatum: 17 juli 2008
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1942,
thans verblijvende in de Pompestichting, locatie ‘Kempehuis’, te Nijmegen.
Het onderzoek van de zaak.
Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 6 december 1967 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst bij beschikking van deze rechtbank d.d. 26 juni 2007 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank d.d. 8 mei 2008, strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is, na aanhouding van de behandeling op 20 juni 2008, behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 juli 2008.
Hierbij zijn de officier van justitie, de getuige/deskundige drs. E.J.M. Schutgens, behandelcoördinator van de Pompestichting, locatie ‘Kempehuis’, en de ter beschikking gestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van drs. K.R. Gorthals, psychiater en plaatsvervangend hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 21 maart 2008;
- de omtrent de ter beschikking gestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van de ter beschikking gestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast terzake feitelijke aanranding van de eerbaarheid, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is, zakelijk weergegeven, onder meer het navolgende gesteld:
“Betrokkene heeft al met al een beperkt ziekte-inzicht en -besef. Intensieve behandeling heeft in de loop van de jaren niet geleid tot een positieve ontwikkeling op dat vlak.
De persoonlijkheidspathologie imponeert vooral met theatrale en antisociale trekken. Hierbij passen overigens de conversieverschijnselen. Betrokkene heeft (zeer) beperkte copingvaardigheden met betrekking tot het omgaan met externe spanningen en stress.
De delictgevaarlijkheid van betrokkene wordt nog immer en hoofdzakelijk bepaald door psychologische factoren met een fixatie op kleine kinderen. De fixatie op kinderen is – zij het in afgezwakte vorm – nog steeds waarneembaar.
Consequente toepassing van de gebruikelijke risicotaxatie-instrumenten verwijst nog steeds naar een hoog risico indien betrokkene het zonder toezicht en begeleiding zou moeten stellen. Hoewel bekend is dat de pedofiele gerichtheid ondanks het bereiken van hogere leeftijden niet vanzelfsprekend uitdooft, vergt de planning en organisatie van pedofiele handelingen inspanningen, die door de lichamelijke beperkingen minder op te brengen zijn. Risico voor recidive blijft dan wel feitelijk aanwezig, maar de beperkingen bepalen mede de mate van noodzakelijk toezicht en begeleiding.
We zijn van mening dat betrokkene zou kunnen verblijven in een minder beveiligde omgeving dan hem thans geboden wordt, mits er voldoende toezicht gegarandeerd kan worden op zijn doen en laten binnen het maatschappelijke verkeer buiten de instelling. Een lowcare plek binnen een longstay-voorziening zou passend voor hem zijn, doch een dergelijke voorziening bestaat nog niet binnen het TBS-circuit.
Onverlet blijft dat we van mening zijn dat betrokkene, mede op basis van zijn lange afzondering uit de samenleving, blijvende zorg behoeft. Tevens zijn we van mening dat het, uit oogpunt voor de maatschappelijke veiligheid, nodig blijft dat betrokkene onder niet-vrijblijvend toezicht, controle en begeleiding staat. Indien zulks gerealiseerd kan worden in een voorziening buiten het TBS-circuit, zijn we van oordeel dat een dergelijke voorziening meer recht kan doen aan de behoefte van betrokkene om te participeren aan het maatschappelijk verkeer dan mogelijk is binnen het huidige TBS-longstay kader, waarbinnen aan betrokkene proportioneel onnodige vrijheidsbeperkingen worden opgelegd.
De raadsman van betrokkene oriënteert zich samen met betrokkene op dergelijke voorzieningen buiten het TBS-systeem. Momenteel wordt met name een plaatsing onderzocht in de voorziening Dichterbij te Venray. Indien deze voorziening voldoet aan de door ons noodzakelijk geachte, niet-vrijblijvende, voorwaarden op het vlak van toezicht, controle en begeleiding, zullen we het Ministerie van Justitie verzoeken akkoord te gaan met opheffing van de longstay-status en toewijzing van transmuraal verlof.
Bij behoud van de TBS-maatregel kunnen we de ontvangende vervolgvoorziening garanderen dat we betrokkene kunnen heropnemen, mocht blijken dat een dergelijke plaatsing onverhoopt uiteindelijk toch geen kans van slagen blijkt te hebben.
Hoewel we van mening zijn dat een eventuele plaatsing in een vervolgvoorziening gewaarborgd dient te worden middels de maatregel van de terbeschikkingstelling, de duur van een jaar te boven gaand, adviseren wij u de maatregel te verlengen voor de duur van één jaar om betrokken partijen – te weten: betrokkene en zijn raadsman; de behandelverantwoordelijken van het Kempehuis; alsmede het Ministerie van Justitie – te binden aan een voortgezette inspanningsverplichting om met en voor betrokkene tot een oplossing te komen die enerzijds hem het beste past en anderzijds voldoet aan de zekerstelling van de maatschappelijke veiligheid.”
De getuige-deskundige drs. E.J.M. Schutgens, behandelcoördinator van de Pompestichting, locatie ‘Kempehuis’, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
Op 4 juli 2008 start betrokkene met een zogenaamd haalbaarheidsonderzoek van de Stichting Dichterbij te Venray. Dit betreft een onderzoek voor de duur van een drietal maanden, waarbij bekeken wordt of betrokkene past in deze voorziening. Indien betrokkene bij Dichterbij geplaatst kan worden, zal het een en ander vervolgens stapsgewijs gaan plaatsvinden. Dit zal allemaal geschieden onder de vlag van de TBS-maatregel en onder de strikte voorwaarde dat betrokkene, indien zijn verblijf bij Dichterbij niet goed verloopt, direct naar de kliniek van de Pompestichting teruggeplaatst kan worden. Betrokkene zit in de huidige longstay op zich op de juiste plek. De kliniek zou hem in principe meer vrijheden kunnen geven, maar binnen het kader van longstay zijn deze vrijheden door het Ministerie aan strikte banden gelegd.
De Pompestichting kan betrokkene de bewegingsvrijheden voor een goede oude dag minder goed bieden, maar voor de rest zit betrokkene bij ons op de longstay wel goed.
Indien betrokkene in Venray geplaatst wordt, zal een gefaseerde opbouw van vrijheden plaatsvinden. Dit kan dan een aantal jaren gaan duren. Aan de hand van onderzoek van betrokkene wil men bij die voorziening een nader plan opstellen. Betrokkene zal dan ongeveer hetzelfde pakket aan vrijheden hebben als wij hem thans in onze longstay-afdeling bieden, echter de voorziening in Venray heeft de mogelijkheid om deze vrijheden wat op te rekken. Dat is een mogelijkheid die de Pompestichting op de longstay niet heeft.
De raadsman van de ter beschikking gestelde heeft onder meer aangevoerd:
De verdediging bepleit een verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar.
Ik heb voor cliënt zes mogelijk alternatieve voorzieningen onderzocht, waarbij thans nog geen concrete voorziening kan worden aangewezen waar cliënt op dit moment geplaatst kan worden. Samen met de kliniek wordt nu met name onderzocht of cliënt mogelijk in de voorziening ‘Dichterbij’ te Venray geplaatst kan worden.
De ter beschikking gestelde heeft onder meer aangevoerd:
Ik ben het wel eens met hetgeen de heer Schutgens naar voren heeft gebracht.
Mijn wens is dat de longstay-status van de terbeschikkingstelling wordt beëindigd, zodat ik weer behandeling kan ondergaan en in ieder geval meer vrijheden kan genieten.
Ik wil op zich in de voorziening Dichterbij te Venray geplaatst worden, maar ik heb ook begrepen dat er enige tijd overeen gaat voordat duidelijk is of dit mogelijk gerealiseerd kan worden.
De rechtbank verenigt zich met het verlengingsadvies van voornoemde inrichting
en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de getuige/deskundige,
drs. E.J.M. Schutgens.
Uit het advies volgt naar het oordeel van de rechtbank dat bij de ter beschikking gestelde sprake is van pedofilie, dat zijn persoonlijkheidsstoornis nog onverminderd aanwezig is en dat delictgevaar zonder toezicht, controle en een beveiligde setting onverminderd aanwezig blijft.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De raadsman van de ter beschikking gestelde heeft zich georiënteerd op mogelijk alternatieve voorzieningen voor de ter beschikking gestelde. Een mogelijkheid zou, zoals tevens blijkt uit het advies van de Pompestichting, een toekomstige plaatsing in ‘Dichterbij’ te Venray kunnen zijn.
De rechtbank is van oordeel dat naar mate een terbeschikkingstelling langer duurt er aanleiding is om meer gewicht toe te kennen aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. In het specifieke geval van de ter beschikking gestelde, waarin de terbeschikkingstelling reeds duurt vanaf 1967, is een verlenging van één jaar aangewezen.
Verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.A. Bik, voorzitter,
mr. G.A.F.M. Wouters en mr. E.W. van den Heuvel, leden,
in tegenwoordigheid van dhr. M.J.H. Rijnbeek, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 juli 2008.
5
Parketnummer: 01/006812/67
[terbeschikkinggestelde]