ECLI:NL:RBSHE:2008:BD5705

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
25 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/889061-05
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar geestvermogens van verdachte in strafzaak Orkest

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 25 juni 2008 een tussenvonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte, die wordt beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van aanzienlijke hoeveelheden hashish en amfetamine. De rechtbank heeft het onderzoek heropend, omdat tijdens de eerdere zittingen op 18 oktober 2007, 6 december 2007, 27 en 28 mei 2008, en 4 en 11 juni 2008, is gebleken dat er behoefte is aan nader onderzoek naar de geestvermogens van de verdachte. De rechtbank heeft de stukken in handen gesteld van de rechter-commissaris, die zal beoordelen of er onderzoeken naar de geestvermogens van de verdachte geïndiceerd zijn. Tevens is de rechter-commissaris opgedragen een reclasseringsrapport op te stellen.

De verdachte wordt beschuldigd van verschillende strafbare feiten, waaronder het deelnemen aan een organisatie die zich bezighoudt met het plegen van misdrijven, zoals overtredingen van de Douanewet en de Opiumwet. De tenlastelegging omvat onder andere het opzettelijk buiten Nederland brengen van hashish en amfetamine, alsook het voorhanden hebben van wapens en munitie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dat er geen gronden zijn voor schorsing van de vervolging. De rechtbank heeft de zaak geschorst voor onbepaalde tijd en zal de verdachte oproepen voor de hervatting van het onderzoek.

De rechtbank benadrukt dat de verdachte niet in zijn verdediging is geschaad door de verbeteringen in de tenlastelegging, en dat de zaak met de nodige zorgvuldigheid wordt behandeld. De beslissing om het onderzoek te heropenen is genomen in het belang van een zorgvuldige en rechtvaardige rechtsgang.

Uitspraak

RECHTBANK ‘S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer : 01/889061-05
Uitspraak d.d. : 25 juni 2008
TEGENSPRAAK
TUSSENVONNIS
van de rechtbank ‘s-Hertogenbosch,
meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
naam : [achternaam]
voornamen : [voornamen]
geboren op : 25 december 1972 te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [postcode] [woonplaats]
1. Het onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 18 oktober 2007, 06 december 2007, 27 en 28 mei 2008 en 04 en 11 juni 2008.
2. De tenlastelegging
De verdachte staat - na wijziging van de tenlastelegging - terecht ter zake dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2004 tot en met 1 november 2006 te Rhenen en/of Oss, althans in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie bestond uit een samenwerkingsverband van hem, verdachte en een of meer natuurlijke perso(o)n(en), te weten [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk overtreding van de artikelen 46 en/of 48 en/of 50 van de Douanewet en/of 225 Wetboek van Strafrecht;
(artikel 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij in of omstreeks de periode van 14 juni 2005 tot en met 16 september 2005 te Ede en/of Olst, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van ongeveer 70 tot 80 kilogram hashish,
althans een hoeveelheid hashish, zijnde hashish een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel een middel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(artikel 3 onder A Opiumwet; p.v.'s nr. 26-051389, 25-049556 en 26-056310)
3.
hij in of omstreeks de maand april 2006 te Rhenen, althans te Mill, in elk in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een
hoeveelheid van ongeveer 120 kilogram, althans een hoeveelheid, van een
materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in
de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel een middel aangewezen krachtens
het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(artikel 2 onder A Opiumwet; p.v. 26-039441 en p.v. 26-051391)
4.
hij op of omstreeks 12 april 2006, althans op een of meer tijdstippen in of omstreeks de maand april 2006, te Rhenen, althans te Mill, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid hashish van 100 tot 150 kg, althans enige hoeveelheid, zijnde hashish een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel een middel dat is aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(artikel 3 onder A Opiumwet; p.v. 26-039441 en p.v. 26-051391)
5.
hij op of omstreeks 12 juni 2006 te Rhenen voorhanden heeft gehad: *munitie van categorie III, te weten 15, althans een aantal patronen en/of een of meer hulzen en/of *een of meer busje(s) pepperspray zoals bedoeld in catgerie II onder 6°;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
(artikel 26 lid 1 Wet Wapens en Munitie)
6.
hij op of omstreeks 10 oktober 2006 te Rhenen, een wapen van categorie II onder 7, te weten een Napolitaanse bom, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, voorhanden heeft gehad;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
(artikel 26 lid 1 Wet Wapens en Munitie)
7.
hij op of omstreeks 10 oktober 2006 te Rhenen, een wapen van categorie I onder 7°, te weten een gasdrukpistool, merk Colt, kaliber 4.5 mm, zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en/of afmeting een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen, voorhanden heeft gehad.
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
(artikel 13 lid 1 Wet Wapens en Munitie)
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.
3. De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
4. De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.
5. De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen.
6. Schorsing der vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
7. Heropening van het onderzoek
Tijdens de beraadslaging is de rechtbank gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest en dient te worden hervat. Gelet op hetgeen tijdens het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen ten aanzien van de persoon van verdachte en met name ook de indruk die hij bij de rechtbank heeft achtergelaten, zal de rechtbank de zaak verwijzen naar de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde deze te laten beoordelen of een of meerdere onderzoeken naar de geestvermogens van verdachte geïndiceerd zijn en zo ja, een of meerdere van dergelijke onderzoeken te doen of laten uitvoeren. De rechtbank zal tevens de rechter-commissaris opdracht geven tot het laten opmaken van een reclasseringsrapport omtrent verdachte.
BESLISSING
De rechtbank:
heropent het onderzoek;
stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde te bezien of een of meerdere onderzoeken naar de geestvermogens van verdachte geïndiceerd zijn en zo ja, een of meerdere van dergelijke onderzoeken te doen of laten uitvoeren. Voorts geeft de rechterbank de rechter- commissaris opdracht tot het laten opmaken van een reclasseringsrapport omtrent verdachte;
schorst vervolgens het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd en beveelt de oproeping van de verdachte tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting wordt hervat met kennisgeving van dit tijdstip aan de raadsman van verdachte.
Tussenvonnis gewezen door mrs. F. Oelmeijer, A.J.M. Huisman-Kreijn en Y.J.C.A. Roeffen, rechters, van wie mr. F. Oelmeijer voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.C.W. Gubbels-Willems als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 25 juni 2008.