ECLI:NL:RBSHE:2008:BD2317

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
175419 - KG ZA 08-318
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.F.M. Strijbos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitsluiting van leerling van het Centraal Eindexamen door school niet toegestaan

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vorderen eisers, de ouders van een leerling van het Mondriaan College, dat hun zoon onvoorwaardelijk wordt toegelaten tot het Centraal Examen Havo 2008. De leerling, die in de vijfde klas van de Havo zit, was door de school uitgesloten van deelname aan het examen omdat hij niet aan alle eisen van het Examenreglement had voldaan. De ouders stellen dat de school niet het recht heeft om hun zoon uit te sluiten van het examen, en dat de gevolgen van deze uitsluiting niet in verhouding staan tot de tekortkomingen van hun zoon.

De voorzieningenrechter heeft op 19 mei 2008 uitspraak gedaan. Hij oordeelt dat de school, op basis van het Eindexamenbesluit en het Examenreglement, niet bevoegd is om de leerling uit te sluiten van het Centraal Examen. De voorzieningenrechter concludeert dat de beslissing van de school om de leerling uit te sluiten onrechtmatig is, en dat de leerling moet worden toegelaten tot het examen. De vordering van de ouders wordt toegewezen, met uitzondering van het deel dat betrekking heeft op het handelingsonderdeel ‘leeservaringsverslag’, dat niet vereist is voor toelating tot het examen. De school wordt ook veroordeeld in de proceskosten van de ouders.

Deze uitspraak benadrukt de rechten van leerlingen in het voortgezet onderwijs en de verantwoordelijkheden van scholen bij het toepassen van hun reglementen. De voorzieningenrechter stelt dat de school niet zomaar kan besluiten tot uitsluiting van een leerling zonder een duidelijke wettelijke basis, en dat de gevolgen van dergelijke beslissingen zorgvuldig moeten worden afgewogen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK's-Hertogenbosch
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 175419 / KG ZA 08-318
Vonnis in kort geding van 19 mei 2008
in de zaak van

1.[eis sub 1] ,

2.
[eis sub 2] ,
gezamenlijk handelend als wettelijke vertegenwoordigers van hun minderjarige zoon
[naam zoon] ,
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers,
procureur mr. H.J. Rosens,
advocaat mr. K.J. Slump te Alkmaar
tegen
De Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs te Oss, als bevoegd gezag van het
MONDRIAAN COLLEGE,
gevestigd te Oss,
verweerder,
in persoon verschenen.
Partijen zullen hierna [eisers] en het Mondriaan College genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Op daartoe op 18 mei 2008 gedaan verzoek van [eisers] heeft de voorzieningenrechter de mondelinge behandeling bepaald op 19 mei 2008.
1.2.
Hethet Mondriaan College is vrijwillig verschenen.
1.3.
De raadsvrouw van [eisers] heeft tijdens de mondelinge behandeling de vordering nader toegelicht, mede aan de hand van door haar overgelegde pleitnotities en producties.
1.4.
het Mondriaan College heeft tijdens de mondelinge behandeling verweer gevoerd
1.5.
Ten slotte heeft de voorzieningenrechter aanstonds uitspraak gedaan.

2.De feiten

2.1.
De zoon van [eisers] , [naam zoon] is leerling van de vijfde (eindexamen-)klas Havo van het Mondriaan College te Oss.
2.2.
In artikel 9 van het Examenreglement van het Mondriaan College staat het volgende:
Het handelingsdeel
. In het programma van toetsing en afsluiting zijn de streefdata vermeld waarop de handelingsdelen per vak afgesloten behoren te zijn. Deze data liggen uiterlijk één maand voor het begin van het centraal examen.
. Aan kandidaten die op de streefdata niet voldaan hebben aan het onder 1 genoemde handelingsdeel, wordt voor de desbetreffende activiteit de kwalificatie onvoldoende gegeven. De leerling kan dit herstellen door, in overleg met zijn examinator, op een nader vast te stellen tijdstip alsnog de gevraagde activiteit te verrichten. Hij verliest hierdoor wel het recht op één herkansing voor een schoolexamentoets uit de toetsperiode waarin het desbetreffende handelingsdeel naar behoren had moeten worden gedaan.
. Kandidaten die op 2 april in het eindexamenjaar om 13.00 uur hun handelingsdeel niet naar behoren hebben afgesloten, worden niet toegelaten tot het centrale examen.
2.3.
Omdat [naam zoon] op 2 april 2008 nog niet aan alle handelingsonderdelen had voldaan, heeft het Mondriaan College op 9 april 2008 een contract met hem gesloten met als doel hem zowel de gelegenheid te bieden als te stimuleren de laatste taken af te ronden. Het ging daarbij om een leeservaringsverslag voor Nederlands, een profielwerkstuk voor aardrijkskunde, een geschiedeniswerkstuk en muziekopdracht.
2.4.
Bij brief van 24 april 2008 heeft de rector van het Mondriaan College [naam zoon] laten weten dat hij niet alle onderdelen had afgerond en dat hij daarom zou worden uitgesloten van deelname aan het Centraal Examen.
2.5.
Tegen deze beslissing heeft [naam zoon] bij brief van 30 april 2008 beroep ingesteld bij de Commissie van Beroep. Bij brief van 18 mei 2008 heeft de Commissie van beroep het bezwaar ongegrond verklaard.
2.6.
Op maandagmiddag 19 mei vindt het eerste examen van het Centraal Examen plaats.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vorderen samengevat – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
het Mondriaan College te veroordelen om hun zoon, [naam zoon] , onvoorwaardelijk toe te laten tot het Centraal Examen Havo 2008 en hem in staat te stellen, indien (daartoe) vereist, om het handelingsonderdeel ‘leeservaringsverslag’ van het schoolexamen literatuur, af te ronden, op straffe van verbeurte van een dwangsom.
3.2.
[eisers] leggen daaraan – kort weergeven – het volgende ten grondslag:
Het Eindexamenbesluit Havo/Vwo geeft de school niet het recht een leerling uit te sluiten van het Centraal Examen;
Het Examenreglement van de school is niet duidelijk en wordt door vertegenwoordigers van de school verschillend geïnterpreteerd;
Het besluit van de rector en de Commissie Examens voldoet niet aan de zorgvuldigheidseisen;
De gevolgen van uitsluiting van het Centraal Examen zijn te ingrijpend en niet in verhouding tot de tekortkoming van [naam zoon] .
3.3.
Het Mondriaan College voert verweer.

4.De beoordeling

4.1.
In dit kort geding gaat het allereerst om de vraag (waarover partijen van mening verschillen) of er een wettelijke bevoegdheid voor de onderhavige uitsluiting bestaat. Voorshands wordt deze vraag ontkennend beantwoord. Uit het onder 2.2 geciteerde artikel van het Examenreglement, in onderling verband en samenhang beschouwd, volgt dat indien een eindexamenleerling een handelingsdeel niet naar behoren heeft afgesloten, hij of zij niet tot het Centraal Examen wordt toegelaten.
4.2.
Ingevolge art. 4, lid 1 van het (op art. 29, lid 4 van de Wet op het voortgezet onderwijs gebaseerde) Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o., m.a.v.o.-v.b.o. (hierna het Eindexamenbesluit te noemen) kan het eindexamen voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel uit beide. Lid 2 van dat artikel bepaalt dat het schoolexamen v.w.o.-h.a.v.o. mede een zogenaamd profielwerkstuk omvat, dat betrekking heeft op tenminste twee vakken, twee deelvakken of een vak en een deelvak.
4.3.
Voor zover thans van belang bevat het Eindexamenbesluit voorts de navolgende bepalingen:
“Art. 32.1. (…)
2. (…) Het schoolexamen h.a.v.o. (…) wordt afgesloten voor de aanvang van het
centraal examen (…)
Art. 35. 1. Het cijfer van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van
cijfers lopende van 1 tot en met 10.
(…)
In afwijking van het eerste lid wordt het profielwerkstuk beoordeeld met
‘voldoende’of ‘goed’. Deze beoordeling geschiedt op de grondslag van het
genoegzaam voltooien van het profielwerkstuk, zoals blijkend uit het
examendossier.
(…)
Art. 49. 1. (…)
2. De kandidaat die eindexamen v.w.o. of h.a.v.o. heeft afgelegd en het centraal
examen voor alle vakken heeft afgelegd binnen een schooljaar, is geslaagd indien
hij (…)
3. In aanvulling op het tweede lid geldt tevens als voorwaarde dat het
profielwerkstuk en (…) moeten zijn beoordeeld als ‘voldoende’of ‘goed’.”
4.4.
Op grond van art. 31 van het Eindexamenbesluit heeft het Mondriaan College het eerder genoemde Examenreglement vastgesteld.
4.5.
Uitsluiting van (onder meer) het Centraal Examen is geregeld in artikel 5 van het Eindexamenbesluit in de daarin genoemde gevallen, maar dat artikel is, zoals tussen partijen ook niet in geschil is, hier niet van toepassing. Het ligt ook niet voor de hand om aan te nemen dat de wetgever door te bepalen wanneer de kandidaat voor het examen is geslaagd, in een geval als dat van [naam zoon] tevens uitsluiting van deelname aan het centraal examen heeft bedoeld. Ingevolge artikel 53 van het Eindexamenbesluit bestaat immers de mogelijkheid voor de eindexamenkandidaten om voor vakken waarin men een zes of hoger heeft behaald, afzonderlijke certificaten te ontvangen om daarmee (bijvoorbeeld in het avondonderwijs) hun diploma (verder) op te bouwen. Niet valt in te zien waarom aan [naam zoon] deze mogelijkheid onthouden zou moeten worden. Aan het voorgaande doet niet af dat in het Examenreglement van het Mondriaan College het hiervoor onder 2.2. geciteerde artikel 9 is opgenomen. Voorshands moet worden aangenomen dat voor deze bepaling geen wettelijke basis aanwezig is en dat deze daarom rechtskracht ontbeert.
4.6.
Reeds op grond van het vorenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat de beslissing van 24 april 2008 om hem uit te sluiten, onrechtmatig is en dat [naam zoon] moet worden toegelaten tot deelname het Centraal Examen Havo op 19 mei 2008. De overige stellingen van partijen behoeven daarom geen bespreking meer.
4.7. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering onder 3.1. toewijsbaar is, met dien verstande dat geen aanleiding bestaat de gevorderde dwangsom op te leggen, nu het Mondriaan College ter zitting heeft aangegeven te zullen handelen naar het oordeel van de voorzieningenrechter.
4.8.
Nu voor toelating (als zodanig) tot het Centraal Examen Havo 2008 niet vereist is dat het handelingsonderdeel ‘leeservaringsverslag’ van het schoolexamen literatuur, is afgerond, zal dat deel van de vordering worden afgewezen.
4.9. Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij dient het Mondriaan College in de kosten van dit kort geding te worden veroordeeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt het Mondriaan College om de zoon van [eisers] , [naam zoon] , onvoorwaardelijk toe te laten tot het Centraal Examen Havo 2008;
5.2.
veroordeelt het Mondriaan College in de proceskosten, aan de zijde van [eisers] tot op heden begroot op € 1.254,--, waarvan € 1.000,-- salaris procureur en € 254,-- vastrecht;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F.M. Strijbos en in het openbaar uitgesproken op 19 mei 2008.