ECLI:NL:RBSHE:2008:BD1988

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
7 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
170491 - HA ZA 08-266
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake sponsorcontract en ongedaanmaking van betaling

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 7 mei 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen Eternit B.V. en MCB, alsook een derde partij aangeduid als [gedaagde sub 2]. De zaak betreft een sponsorovereenkomst die Eternit had gesloten met [gedaagde sub 2], handelend onder de naam Stratics Direct, voor het Project Architectenmap 2005. Eternit vorderde terugbetaling van een sponsorbijdrage van EUR 7.735,-, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een ontbindende clausule in de overeenkomst, omdat het project niet was uitgevoerd zoals afgesproken.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen Eternit en [gedaagde sub 2] als natuurlijke persoon is gesloten, en dat de afgesproken prestaties, met name de levering van de Architectenmap 2005, niet zijn nagekomen. De rechtbank oordeelde dat Eternit zich terecht op de ontbindende clausule kon beroepen, aangezien het project eind 2007 nog niet gereed was. De rechtbank heeft [gedaagde sub 2] veroordeeld tot terugbetaling van EUR 7.259,-, inclusief wettelijke rente, en heeft de vorderingen van Eternit tegen MCB afgewezen.

De rechtbank heeft ook de proceskosten aan de zijde van Eternit toegewezen, en de provisionele vordering van [gedaagde sub 2] tot opheffing van het beslag afgewezen. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor partijen om duidelijke afspraken te maken en de gevolgen van het niet nakomen van contractuele verplichtingen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 170491 / HA ZA 08-266
Vonnis van 7 mei 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ETERNIT B.V.,
gevestigd te Goor,
eiseres,
procureur mr. P.C.M. van der Ven,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MARKETING COMMUNICATION BEHEER B.V.,
gevestigd te Eersel,
2. [gedaagde sub 2],
wonende te Valkenswaard,
gedaagden,
procureur mr. M. Ambags.
Partijen zullen hierna Eternit , MCB en [gedaagde sub 2] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 26 maart 2008
- het proces-verbaal van comparitie van comparitie van 29 april 2008.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Op of omstreeks 18 oktober 2004 heeft Eternit een overeenkomst gesloten met [gedaagde sub 2], handelend onder de naam Stratics Direct, waarbij Eternit zich heeft verbonden op te treden als hoofdsponsor voor het Project Architectenmap 2005. In dat kader heeft Eternit een bedrag van EUR 6.500,- vermeerderd met BTW betaald.
2.2. Het sponsorpakket (voor hoofdsponsors) hield in:
“- 1 “Architecten Kunstmap” uit de gelimiteerde serie van 65 ex.
- 5 ex. Kleine Architecten Kunstmap
- 25 boeken “Architectenmap”gratis (optional). Opdruk bedrijfslogo optional. Er bestaat de mogelijkheid om een bedrijfsgerelateerde CD-Rom op te nemen. Kosten exclusief.
- Vermelding met bedrijfsprofiel in “Archi-Kunstmap” en boek “Archi-Kunstmap”
- Kunstwerken, kleine kunstmap en boeken kunnen als relatiegeschenk worden gebruikt
- 25% korting bij voorintekening op extra exemplaren Archi-Kunstmap
- 1 originele prent van [C] uit de map 1991
- Relatiebijeenkomst in de periode voorjaar 2005. Catering excl
- Naamsvermelding in Direct Mailings
- Vermelding op Internet
- Exposure op Tentoonstellingen
- Gebruik van de originele kunstwerken in de kantoren van de deelnemers en/of door hun te organiseren bijeenkomsten
- Publiciteit in diverse media en vakbladen
- Minimaal 2 sponsorbijeenkomsten voor onderlinge contacten en informatie uitwisseling
- Acties uitwerken in samenwerking met de Sponsors”.
2.3. De overeenkomst vermeldt verder “De sponsors worden regelmatig op de hoogte gehouden over de voortgang van het project”, terwijl de overeenkomst aan het slot een ontbindende clausule bevat die inhoudt dat de door de hoofdsponsor betaalde sponsorgelden per omgaande worden teruggestort indien mocht blijken dat het project – om wat voor reden dan ook – alsnog geen doorgang vindt. Uit de toelichting op het sponsorproject die voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst is verstrekt volgt dat de campagne naar verwachting van medio mei 2005 tot eind 2005/begin 2006 zal lopen.
2.4. In december 2007 was de Architecten Kunstmap 2005 noch de Kleine Architecten Kunstmap gereed. Naar verwachting komt de map thans voor het einde van 2008 uit; [gedaagde sub 2] is te dien einde doende nieuwe sponsors te werven.
3. Het geschil
3.1. Eternit vordert samengevat - veroordeling van MCB of [gedaagde sub 2] tot betaling van EUR 7.735,- vermeerderd met rente en kosten. Zij stelt daartoe dat zij met [gedaagde sub 2] in prive een sponsorovereenkomst heeft gesloten die niet nagekomen is en ook niet meer nagekomen kan worden. Eternit beroept zich primair op de ontbindende clausule in de sponsorovereenkomst die haar het recht geeft de sponsorbijdrage terug te vorderen indien het project geen doorgang vindt. Gegeven het feit dat de sponsorbijdrage betrekking had op de Architecten Kunstmap 2005 en deze map eind 2007 nog niet gereed was moet er van worden uitgegaan dat het project geen doorgang heeft gevonden of nog zal vinden. Subsidiair roept Eternit de vernietiging in van de sponsorovereenkomst wegens bedrog, misbruik van omstandigheden of dwaling en dat [gedaagde sub 2] danwel MCB uit dien hoofde gehouden is de gevolgen van de overeenkomst ongedaan te maken. Meer subisidiair beroept Eternit zich op wanprestatie en vordert uit dien hoofde de ontbinding van de overeenkomst en ongedaanmaking van hetgeen gepresteerd is. Voor zover zou komen vast te staan dat [gedaagde sub 2] heeft gehandeld namens MCB vordert Eternit dat MCB tot betaling wordt veroordeeld.
3.2. [gedaagde sub 2] en MCB voeren verweer. [gedaagde sub 2] voert om te beginnen aan dat niet hij, maar MCB de contractspartij van Eternit is. [gedaagde sub 2] heeft gehandeld als directeur van de besloten vennootschap MCB, handelend onder de naam Stratics Direct.
Doordat een aantal architecten afzag van deelname aan het project en Kunst Galerie Peninsula haar toezeggingen aan de projectgroep c.q. MCB niet gestand deed is de introductie en uitvoering van het project vertraagd. Hierover is met alle sponsoren, waaronder Eternit, gecommuniceerd en deze hebben daarmee ingestemd. De vertraging hield tevens in dat de levering van de Architectenmap ook uitgesteld zou worden. De sponsors, waaronder Eternit, hadden daar geen probleem mee. Een deel van de sponsorovereenkomst is bovendien al wel nagekomen; dit deel ziet met name op de promotionele activiteiten. In oktober 2007 heeft MCB het initiatief genomen om tot afronding van het project te komen; daartoe is een gewijzigde projectgroep gevormd en zijn nieuwe sponsoren geworven.
Uitgezonderd 2 prestaties (de Architecten Kunstmap en de 5 Kleine Architecten Kunstmappen) zijn alle aan Eternit in de sponsorovereenkomst toegezegde prestaties geleverd; de ontbindende clausule in de sponsorovereenkomst gaat derhalve niet op omdat het project doorgang heeft gevonden (uitgezonderd genoemde 2 prestaties). Om die reden dient ook de meer subsidiair gevorderde ontbinding te worden afgewezen.
Voor zover Eternit al een vordering heeft betreft deze uitsluitend deze 2 prestaties, die een (gezamenlijke) waarde vertegenwoordigen van EUR 2.695,- exclusief BTW. Er zal in ieder geval rekening dienen te worden gehouden met de waarde van de wel geleverde, doch niet meer ongedaan te maken prestaties van MCB.
Er is geen sprake van een wilsgebrek zoals gesteld; dit wordt ook niet feitelijk door Eternit onderbouwd. Verder worden ook de buitengerechtelijke incassokosten, de wettelijke rente en de beslagkosten betwist.
3.3. provisioneel vordert [gedaagde sub 2] dat het te zijnen laste gelegde conservatoir beslag onder de ABN-AMRO bank wordt opgeheven. [gedaagde sub 2] is geen partij bij de overeenkomst en lijdt schade als gevolg van het beslag. MCB is de wederpartij van Eternit en zo er al een verplichting bestaat jegens Eternit dan is het MCB die daar voor op zal dienen te komen. [gedaagde sub 2] heeft een spoedeisend belang omdat een omvangrijke transactie als gevolg van dit beslag wordt geblokkeerd.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Ter comparitie is aan de hand van een beschikbaar volledig afschrift van de als productie 2 bij dagvaarding overgelegde factuur vastgesteld dat uit de voettekst onderaan het briefpapier, dat volgens opgave van [gedaagde sub 2] identiek is aan het briefpapier waarop de overeenkomst tussen partijen is afgedrukt niet blijkt dat MCB, al dan niet handelend onder de naam Stratics Direct, een besloten vennootschap is en dat [gedaagde sub 2] bij het aangaan van de overeenkomst heeft gehandeld in hoedanigheid van bestuurder van deze vennootschap, alzo de vennootschap bindend. Nu verder door [gedaagde sub 2] geen feiten of omstandigheden zijn gesteld die, zo deze zouden komen vast te staan, met zich brengen dat Eternit wist althans heeft moeten begrijpen dat zij een overeenkomst sloot met een besloten vennootschap en niet met [gedaagde sub 2] als natuurlijk persoon, moet er bij de verdere beoordeling van uit worden gegaan dat de in dit geding aan de orde zijnde overeenkomst gesloten is tussen Eternit enerzijds en [gedaagde sub 2] als natuurlijke persoon anderzijds.
4.2. Op grond van het verhandelde ter comparitie staat vast dat de kenmerkende, door [gedaagde sub 2] te leveren prestatie die – nagenoeg – de volledige sponsorovereenkomst beheerst bestond uit het vervaardigen van de Architectenmap 2005. Nagenoeg alle prestaties waartoe [gedaagde sub 2] zich in de overeenkomst jegens Eternit had verbonden waren daar rechtstreeks aan verbonden of waren daar van afgeleid. Het ging daarbij dan behalve om de Architectenmap 2005 om een 5-tal boeken, 25 boeken ‘optioneel’, de mogelijkheid bij voorintekening en met korting meer mappen te verwerven, de relatiebijeenkomsten en publicitaire uitlatingen in de map, de boeken en diverse media. Zoals [gedaagde sub 2] ter zitting zelf ook aangaf was de map de kapstok waar het gehele project aan was opgehangen en moet de map met het project worden vereenzelvigd. Zonder map was er geen project.
4.3. Onweersproken staat vast dat [gedaagde sub 2] zijn prospectieve sponsors heeft voorgehouden1 dat het project een looptijd zou hebben van mei 2005 tot eind 2005/begin 2006. De naam van het project – ‘Project Architectenmap 2005’- sluit daar ook op aan. Op grond hiervan mochten sponsors – althans Eternit – er van uitgaan dat het project – en dus ook de Architectenmap 2005 en alle daarvan afgeleide producten, acties en uitingen binnen dit door [gedaagde sub 2] geschetste tijdpad zouden worden geleverd. Vast staat dat de Architectenmap 2005 eind 2007 niet gereed was. Tegen die achtergrond was de conclusie gerechtvaardigd dat de Architectenmap 2005 (en daarmee ‘het project’) geen doorgang zou vinden en kon Eternit zich met recht beroepen op de ontbindende clausule in de overeenkomst, op grond waarvan [gedaagde sub 2] gehouden was de sponsorbijdrage terug te storten.
4.4. De omstandigheid dat [gedaagde sub 2] in het voorjaar van 2005 tijdens een sponsorbijeenkomst heeft aangekondigd dat het project vertraging had opgelopen brengt – daargelaten of [gedaagde sub 2] aldus en eenzijdig wijziging kon aanbrengen in de gemaakte afspraken – niet met zich dat Eternit er rekening mee had dienen te houden dat de map eind 2007 nog steeds niet gereed zou zijn. De tijdens voornoemde bijeenkomst bekend gemaakte vertraging voorzag, naar [gedaagde sub 2] stelt, in een uitstel van circa één jaar, waarmee de voltooiing van dit project – globaal – nog steeds binnen de initieel door [gedaagde sub 2] genoemde planning zou vallen. [gedaagde sub 2] erkent dat hij van de nader opgetreden vertragingen zijn sponsors – althans Eternit – geen mededeling (meer) heeft gedaan, hoewel de overeenkomst hem daartoe wel verplichtte.
4.5. [gedaagde sub 2] heeft zich er – subsidiair – op beroepen dat de wél door hem geleverde prestaties ( het gaat daarbij dan om de sponsorbijeenkomsten, de originele prent van [C] alsmede de vermeldingen in direct mailings, op internetsites en het blad ‘De Architect’) bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden en dat daarmee rekening dient te worden gehouden bij het vaststellen van zijn eventuele terugbetalingsverplichting.
Uitgezonderd de originele prent van [C] moet aan de genoemde prestaties van [gedaagde sub 2]s een reële waarde worden ontzegd, nu het allemaal prestaties betreft die hun betekenis, waarde en context ontleenden aan het verschijnen van de Architectenmap 2005. Gesteld noch gebleken is dat de betreffende prestaties – ook lós van de Architectenmap 2005 – voor de betrokken sponsors van enige – op geld te waarderen – betekenis zijn geweest.
4.6. Met betrekking tot de originele prent van [C] heeft [gedaagde sub 2]s gesteld dat deze aan Eternit is geleverd en dat deze prent een waarde vertegenwoordigd van EUR 400,- tot EUR 600,-. Deze prestatie heeft naar het oordeel van de rechtbank wel zelfstandige waarde en betekenis, onafhankelijk van het verschijnen van de Architectenmap 2005. Eternit heeft ter comparitie niet weersproken dat de prent is geleverd. Zij betwist wel de door [gedaagde sub 2]s gestelde waarde ervan, zonder zelf aan te geven wat de waarde van de prestatie dan wel zou zijn. Eternit erkent tevens dat de prestaties, voor zover geleverd, niet meer ongedaan kunnen worden gemaakt en dus – eventueel – verdisconteerd dienen te worden bij het vaststellen van de terugbetalingsverplichting.
Anders dan Eternit is de rechtbank van oordeel dat ook bij toewijzing van de vordering op grond van de ontbindende clausule rekening dient te worden gehouden met de waarde van eventueel al wel geleverde prestaties voor zover die prestaties niet ongedaan gemaakt kunnen worden, althans voor zover aan die prestaties naar objectieve maatstaven een waarde moet worden toegekend. Een andersluidend oordeel zou onder de gegeven omstandigheden leiden tot een onredelijke uitkomst waarop de bedoeling van partijen, naar mag worden aangenomen, bij het tot stand komen van de betreffende ontbindende clausule niet geacht moet worden te zijn gericht.
Rekening houdend met de zeer beperkte aanknopingspunten die partijen de rechtbank hebben geboden om de waarde van de prent te bepalen (Eternit biedt in het geheel géén aanknopingspunten) en gegeven het feit dat de door [gedaagde sub 2] gestelde waarde van de prent niet zal opwegen tegen de kosten van het inwinnen van deskundigenbericht om die waarde te doen bepalen zal de rechtbank deze waarde ex aeqo et bono vaststellen op EUR 400,-.
4.7. [gedaagde sub 2] zal, gezien het voorgaande, aan Eternit dienen terug te betalen de somma van EUR 6.100,- te vermeerderen met 19% BTW, derhalve een bedrag van EUR 7.259,-. Het verweer van [gedaagde sub 2]s met betrekking tot de omzetbelasting wordt verworpen. Bij toewijzing van de vordering van Eternit op de primaire grondslag zal [gedaagde sub 2] middels een creditnota de inmiddels afgedragen BTW terug kunnen vorderen. De wettelijke rente kan, gelijk gevorderd, worden toegewezen. De door [gedaagde sub 2] aangevoerde omstandigheden leveren geen grond op voor matiging daarvan.
4.8. [gedaagde sub 2] heeft verweer gevoerd tegen de (hoogte van) de op voet van artikel 6:96 Burgerlijk Wetboek gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, stellende dat Eternit de opgevoerde kosten niet deugdelijk specificeert en bovendien de opgevoerde kosten alle betrekking hebben op werkzaamheden waarvoor de proceskostenvergoeding ex artikel 237 e.v. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geacht wordt dekking te bieden.
Voorafgaand aan noch ter gelegenheid van de comparitie is door Eternit een (nadere) specificatie verstrekt op de werkzaamheden waarop de gevorderde kosten betrekking hebben. Hierdoor is de rechtbank niet in staat zich een oordeel te vormen over de door [gedaagde sub 2] – op zichzelf terecht – opgeworpen vragen. Om die reden wordt de vordering van Eternit op dit onderdeel als onvoldoende onderbouwd afgewezen.
4.9. [gedaagde sub 2] dient als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de kosten te worden veroordeeld, waaronder begrepen de beslagkosten, voor zover betrekking hebbend op het ten laste van [gedaagde sub 2] gelegde beslag. Van rauwelijks dagvaarden is, anders dan [gedaagde sub 2] stelt, geen sprake geweest, nu aan de dagvaarding brieven zijn voorafgegaan die er geen twijfel over lieten bestaan dat rechtsmaatregelen zouden worden getroffen indien [gedaagde sub 2] niet aan de sommatie tot terugbetaling van de sponsorbijdrage zou voldoen.
De kosten van Eternit worden aldus begroot:
- dagvaarding EUR 71,80
- vast recht 300,-
- salaris procureur 3 pnt à EUR 384 1.152,-
- beslagkosten 265,30
1.789,10
4.10. De vorderingen van Eternit tegen MCB worden alle afgewezen. Eternit wordt veroordeeld in de kosten van MCB, welke tot heden begroot worden op nihil.
4.10. provisionele eis
Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt reeds dat de provisionele eis van [gedaagde sub 2] tot opheffing van het beslag met nevenvorderingen dient te worden afgewezen. [gedaagde sub 2] wordt veroordeelt in de kosten die op deze voorziening vallen. De kosten aan de zijde van Eternit worden begroot op nihil.
5. De beslissing
De rechtbank:
hoofdzaak
veroordeelt [gedaagde sub 2] om aan Eternit te betalen EUR 7.259,-, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover ingaande 19 december 2007 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde sub 2] in de proceskosten, aan de zijde van Eternit tot heden begroot op EUR 1.789,10, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de derde dag na betekening van dit vonnis;
verklaart dit vonnis in zoverre uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af de vorderingen tegen MCB;
veroordeelt Eternit in de kosten van MCB, aan die zijde tot op heden begroot op nihil;
provisionele vordering
wijst af de provisionele eis tot opheffing van het beslag met nevenvorderingen;
veroordeelt [gedaagde sub 2] in de kosten van Eternit op deze voorziening, aan die zijde tot heden begroot op nihil;
hoofdzaak en incident:
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Schoorlemmer en in het openbaar uitgesproken op 7 mei 2008.
1 Productie 3 bij dagvaarding