De rechtbank betrekt bij haar overweging de navolgende verklaringen uit het procesdossier:
- [medeverdachte 1] bij de rechter-commissaris van 29 mei 2006:
Ik vulde MCO-gegevens in. Bij het systeem bij de bank moeten een aantal standaarddingen worden ingevuld. Bij de meeste personen vulde ik deze zelf in en dan kon je al heel makkelijk aan het maximum geldbedrag komen. Op een gegeven moment kwamen de mensen niet meer en kreeg ik de gegevens aangeleverd via mijn ex-collega [medeverdachte 6]. Meestal kwam [medeverdachte 6] met een lijst met daarop naam, voorletter, postcode en geboortedatum. Later deed ik de BKR-toetsing zelf waarna ik zelf de gegevens in het systeem aanpaste.
Ik heb één keer gezien dat [verdachte] zelf met twee salarisspecificaties aankwam. Op pagina 20 van het ‘140-dossier’ heb ik verklaard over de werkwijze dat gebruik werd gemaakt van een looncarrousel dat [bedrijf 1] valse loonbetalingen verzorgde. Ik kon in het systeem op het rekeningnummer van het [bedrijf 1] zien dat een aantal mensen geld overgemaakt kreeg, maar ook dat het geld weer werd teruggestort. [verdachte] was tussenpersoon voor het [bedrijf 1] Ik heb één keer gezien dat [verdachte] een lijst gaf aan mijn ex-collega [medeverdachte 6]. [medeverdachte 6] gaf deze lijst aan mij. [verdachte] was zelf ook kredietnemer. Van die lijst zijn een aantal mensen aan een geldkrediet gekomen. Op een gegeven moment zag hij dat de kredietnemers niks terugbetaalden. [medeverdachte 6] pakte steeds geld en betaalde dit uit. Als [medeverdachte 6] geld gaf, liet hij de kredietnemer een kasbon tekenen, die hij vervolgens weggooide. Wij hadden een code afgesproken. [medeverdachte 6] gaf mij tevoren datum en tijdstip door. Hij vertelde dat de kredietnemer een afspraak met mij had. [medeverdachte 7] vertelde dat hij als manager werkte bij [bedrijf 1]. De kredietnemer komt naar mij toe met een legitimatie, een originele arbeidsovereenkomst en de laatste twee salarisspecificaties. De vestigingsmanager controleerde de bronstukken niet. Bij de rekening van [bedrijf 1] waren twee procuratiehouders. Ze hadden wel een toegangscontract en de bedragen van de mensen waren elektronisch overgemaakt;
- [medeverdachte 2] bij de rechter-commissaris d.d. 31 mei 2006 (ten aanzien van feit 1):
Ik heb [medeverdachte 7] een keer gezien. Ik ben toen met [medeverdachte 8] naar Veghel gegaan. Ik moest van [verdachte] een acceptgiro of zoiets ondertekenen. Daarop stond een bedrag van 20.000 euro. [verdachte] heeft mij toen samen met [medeverdachte 8] naar de bank gebracht. We zijn in totaal tweemaal bij de bank geweest. Ik had niet in de gaten dat ze een lening afsloten. Ze hebben geld gestort op mijn rekening. Dat was omdat gezien moest worden dat er geld op mijn rekening binnen kwam. Dat heeft er maar een paar uur of een dag op gestaan, toen is het er weer afgehaald. Bij de bank kreeg ik het geld in een envelop. Ik kreeg de helft van het geld. [medeverdachte 8] nam het geld mee. Na de eerste keer zijn we bij een man in Veldhoven geweest. Die zou valse papieren regelen (p15250). [verdachte] is daar toen ook even geweest. [medeverdachte 8] heeft geld aan een van die twee Turkse mannen gegeven. Ik heb het kaartje van mijn nieuwe bankrekening aan de oudere man gegeven. Het was zijn woning. [medeverdachte 8] sprak de Turkse taal met hem. De tweede keer heb ik ongeveer 9.000 euro gekregen en voor 20.000 euro getekend. Het bedrag is toen weer onderverdeeld. [verdachte] kwam zomaar binnen. Ik dacht dat die andere man aan hem ook geld gaf. Ik heb dat alleen gezien. [medeverdachte 5] liegt in zijn verklaring bij de politie. Ik ben samen met [medeverdachte 8] bij zijn woning geweest. Ik heb deze woning van [medeverdachte 5] de politie aangewezen;
- [medeverdachte 8] bij de politie d.d. 13 december 2005 (ten aanzien van feit 1):
(p15206/ 15207/ 15208/ 15209) Ik kwam vaak in een café, genaamd (naam café), aan de (straat) te Eindhoven. Daar hoorde ik dat een man die [medeverdachte] werd genoemd kon regelen dat via hem bij de bank geld opgenomen kon worden. [medeverdachte] bemoeide zich daar verder niet zo mee, maar dit werd meer geregeld door een andere jongen, een neef of schoonzoon van [medeverdachte]. In het begin was er sprake van dat je 45.000 euro kon lenen. Van dit bedrag werd dan 15.000 euro afgehouden als hun deel. Later werd het bedrag verlaagd naar 42.500 euro. Later vertelde de schoonzoon van [medeverdachte] mij dat de bedragen die afgedragen moesten worden verhoogd werden, omdat zij meer risico namen. Later werd het [bedrijf 1] erbij betrokken als zijnde degene waar men in dienst was. Via dit [bedrijf 1] werd je dan zogenaamd op de loonlijst gezet en dan werd geld op jouw rekening gestort als zijnde salaris. Verder zou men naar de ABN-AMRO bank in Veghel moeten gaan om daar een rekeningnummer te openen. Na drie dagen zou het krediet dan geregeld worden. Ik ben hier zelf niet op ingegaan, omdat ik met een schuld van 42.500 euro of 45.000 euro zou komen te zitten. Later heb ik dit aan [medeverdachte 2] verteld. Toen [medeverdachte 2] zo’n lening wilde, heb ik telefonisch contact opgenomen met [medeverdachte]. Ik heb een kopie van het paspoort van [medeverdachte 2] aan [medeverdachte] gegeven. Zij heeft vervolgens tweemaal een krediet afgesloten. De schoonzoon van [medeverdachte] heet [medeverdachte 7]. Hij is ook met ons naar de bank gereden om het geld van [medeverdachte 2] op te halen. Zij kreeg het geld nadat zij een kastransactiebon ondertekend had van 20.000 euro. Deze bon had [medeverdachte 7] bij zich. De bon werd buiten de bank ondertekend en door [medeverdachte 7] meegenomen. Ik weet dat [medeverdachte 2] in totaal 42.500 euro op haar naam heeft staan. Van dit bedrag heeft zij in totaal 24.500 euro gekregen. [medeverdachte 7] heeft de afspraak bij de bank voor haar gemaakt, daarna konden wij pas bij de bank terecht. Ik ben samen met [medeverdachte 2] in de woning van [medeverdachte] geweest, aan de (straat) in de wijk (naam wijk). Daar waren degenen aanwezig die het mogelijk hadden gemaakt dat zij het geld kreeg. Het was een soort kennismaking.
(p15212) [medeverdachte had de bankgegevens van [medeverdachte 2] nodig zodat hij een geldbedrag op haar rekening kon storten alsof zij salaris had ontvangen. Hierna werd een geldbedrag van 1650 euro op haar rekening gestort. Ik weet dat [medeverdachte 2] hierna die 1650 euro van die rekening heeft opgenomen en deze weer terug aan [medeverdachte] heeft gegeven. [medeverdachte] vertelde mij dat [medeverdachte 7] het deel bij de bank allemaal zou regelen. Toen wij in de woning van [medeverdachte] waren, kwam [medeverdachte 7] ook binnen. Hij heeft het geld toen meegenomen.
- [medeverdachte 9] bij de politie d.d. 15 december 2005:
[medeverdachte 7] (verdachte) hielp wel eens me[bedrijf 1]] Hij ging dan naar bedrijven om te praten. [medeverdachte 7] heeft zelf een kaartje laten maken. Het logo en dergelijke heeft boekhoudster [persoon 2] een zus van hem, laten maken. [medeverdachte 7] is geen werknemer van mij geweest. Deze man heeft een WW- of ziektewetuitkering. Ik heb geen arbeidsovereenkomst van [bedrijf 1] met hem ondertekend (p72 en 73, ‘140 Sr-dossier’);
- [medeverdachte 4] bij de rechter-commissaris d.d. 7 juni 2006 (ten aanzien van feit 4):
Ik ken [medeverdachte 5], dat is (naam medeverdachte 5), de schoonvader van [medeverdachte 7]. Het eerste contact over het krediet had ik met [medeverdachte 5] en (verdachte) samen. [medeverdachte 5] was degene die mij lekker heeft gemaakt en [verdachte] nam het over. [verdachte] regelde alles. Hij heeft mijn legitimatiebewijs meegenomen en hij heeft het krediet geregeld. [medeverdachte 7] heeft gezegd dat ik me bij de bank moest melden bij een Turkse jongen bij de balie en die zou me leiden naar een zwarte jongen, [medeverdachte 1]. Ik had toen een arbeidsovereenkomst. [medeverdachte 5] en [verdachte] hadden meerdere uitzendbureau’s. Ik ben tweemaal naar de bank gegaan. De eerste keer heb ik getekend voor ontvangst van een bedrag van 16.500 euro, maar toen niets mee gekregen. De tweede keer kreeg ik 6.500 euro mee. Alleen de eerste keer is [medeverdachte 7] mee naar de bank gegaan. De helft van het openstaande bedrag bij de bank, 45.000 euro, heb ik nooit ontvangen.
- [medeverdachte 5] bij de politie d.d. 6, 7 en 8 december 2005):
(p 15161) [bedrijf 1] was van [medeverdachte 9]. Hij werd bijgestaan door zijn schoonbroer [medeverdachte 7]. Ik had feitelijk geen leidinggevende functie. Wanneer [medeverdachte 9] of [medeverdachte 7] geen tijd hadden dan regelde ik zaken. Ik had ook pasjes bij mij van onder andere mijn dochters en van [medeverdachte 9]. Op verzoek van hen regelde ik wel zaken.
(p15165/ 15166) Ik heb de overboeking van 2.000 euro op naam van [medeverdachte 2] niet gedaan. Ik wist wel dat het gebeurd was. [medeverdachte 7] heeft die storting gedaan, ook heeft hij het bedrag van 2.000 euro overgeboekt naar de rekening van [medeverdachte 2].
- Eigen verklaring van verdachte d.d. 6 december 2005 (ten aanzien van feit 3):
Ik kwam voor een lening bij de ABN-AMRO Bank in Veghel bij de bankbediende [medeverdachte 1]. Deze [medeverdachte 1] heeft mij verteld dat ik maximaal 45.000 euro kon krijgen. Ik heb een formulier, wat ik niet verder had bekeken, op aanwijzen van [medeverdachte 1], ondertekend. Een paar dagen later heb ik in de bank een deel van het geld contant opgenomen. Korte tijd later heb ik de rest van het geld contant opgenomen. Dit geld werd aan de kas uitbetaald door een man van Turkse afkomst.