ECLI:NL:RBSHE:2008:BC8207
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in complexe verkrachtingszaken te Eindhoven wegens onvoldoende bewijs
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 2 april 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere verkrachtingen en andere geweldsdelicten in Eindhoven. De tenlastelegging omvatte ernstige beschuldigingen, waaronder het seksueel binnendringen van slachtoffers en het wederrechtelijk ontnemen van vrijheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zaak aanhangig was gemaakt op basis van een dagvaarding van 20 juni 2007, en dat de feiten zich voornamelijk in de jaren '90 en begin 2000 hebben voorgedaan.
Tijdens de rechtszitting op 19 maart 2008 heeft de officier van justitie een gevangenisstraf van acht jaar geëist, evenals terbeschikkingstelling met dwangverpleging. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. Er was geen DNA-materiaal, vingerafdrukken of andere forensische bewijzen die de verdachte aan de delicten konden koppelen. Bovendien waren de signalementen van de slachtoffers niet consistent met de verdachte.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, omdat de bewijsvoering niet voldeed aan de vereisten van wettigheid en overtuigendheid. Dit leidde tot de niet-ontvankelijkheid van de vorderingen van de benadeelde partijen, die schadevergoeding hadden geëist. De rechtbank heeft ook overwogen dat de dagvaarding voldeed aan de wettelijke eisen en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.