ECLI:NL:RBSHE:2008:BC5330

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/845626-07
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor diefstallen met braak en poging tot diefstal

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 28 februari 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen met braak en een poging tot diefstal. De verdachte, geboren in 1969 en thans gedetineerd in P.I. Breda, heeft op verschillende tijdstippen in 2007 in 's-Hertogenbosch en Rosmalen inbraken gepleegd. De tenlastelegging omvatte onder andere het wegnemen van goederen zoals laptops, sieraden, een DVD-speler en een zaag, waarbij de verdachte zich toegang tot de woningen heeft verschaft door middel van braak, waaronder het stukmaken van ramen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. De bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van slachtoffers en DNA-onderzoek, hebben geleid tot de conclusie dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft een schadevergoeding van 932,36 euro aan de benadeelde partij toegewezen.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de recidive van de verdachte en de noodzaak van beveiliging van de maatschappij. De vordering van de benadeelde partij is in zijn geheel toegewezen, en de rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld in de kosten van de benadeelde partij. De beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte.

Uitspraak

vonnis (promis)
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer dagvaarding 01/845626-07
Parketnummer vordering: 01/847716-05
Datum uitspraak: 28 februari 2008
Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,
thans gedetineerd te: P.I. Breda - HvB De Boschpoort.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 14 februari 2008.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 17 januari 2008.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 25 juni 2007 te 's-Hertogenbosch met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning ([adres]) heeft weggenomen
een laptop en/of een filmcamera en/of sieraden en/of computeronderdelen en/of
een fotocamera en/of geld en/of een telefoon en/of schrijfgerei en/of een tas
en/of een navigatiesysteem, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming te
weten, door het stukmaken van een raam/ruit van die woning; (incident 1)
(artikel 311 Wetboek van strafrecht)
2.
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 juli 2007 tot en
met 4 juli 2007 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch (telkens) met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning ([adres])
heeft weggenomen een DVD-speler en/of een spelcomputer en/of computerspelen
en/of DVD's en/of een fiets en/of sieraden en/of een filmcamera en/of een
spaarpot en/of een of meer tassen en/of een pruik, in elk geval enig goed,
(telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte (telkens)
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het
weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braak, verbreking te weten: het stukmaken van een raam/ruit van die woning
en/of inklimming;
(incident 5 en 6)
(artikel 311 Wetboek van strafrecht)
3.
hij op of omstreeks 11 juli 2007 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning ([adres])heeft weggenomen een zaag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming te weten:
het stukmaken van een ruit van die woning; (incident 3)
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
4.
hij op of omstreeks 11 juli 2007 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een woning ([adres]) weg te nemen geld en/of goederen,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot die
woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder
zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
te weten: het stukmaken van een ruit van die woning, terwijl de uitvoering van
dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; (incident 4)
(artikel 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 14 februari 2008 gewijzigd. Van deze vordering is een kopie aan dit vonnis gehecht.
De vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De zaak met parketnummer 01/847716-05 is aangebracht bij vordering van 4 februari 2008. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de politierechter te 's-Hertogenbosch d.d. 10 mei 2006. Een kopie van de vordering is aan dit vonnis gehecht.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vordering worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
t.a.v. feit 1:
De rechtbank acht op grond van:
-de verklaring van aangever [slachtoffer]1
-het proces-verbaal m.b.t. het veiligstellen van de DNA-sporen2
-een rapport van het NFI betreffende de resultaten van het DNA-onderzoek3
-de bekennende verklaring van verdachte tegenover de politie4
wettig en overtuigend bewezen dat verdachte dit feit heeft gepleegd.
t.a.v. feit 2:
-de verklaringen van aangevers [slachtoffer 4] en [slachtoffer 2]5
-de bekennende verklaring van verdachte6
t.a.v. feit 3:
-de verklaring van aangever [slachtoffer 3]7
-de bekennende verklaring van verdachte8
t.a.v. feit 4:
-de verklaring van aangeefster [slachtoffer 2]9
-het proces-verbaal m.b.t. het veiligstellen van de DNA-sporen10
-een rapport van het NFI betreffende de resultaten van het DNA-onderzoek11
-de bekennende verklaring van verdachte tegenover de politie12
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
1.op 25 juni 2007 te 's-Hertogenbosch met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning ([adres]) heeft weggenomen een laptop en een filmcamera en sieraden en computeronderdelen en een fotocamera en geld en een telefoon en schrijfgerei en een tas en een navigatiesysteem toebehorende aan [slachtoffer], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, te weten, door het stukmaken van een raam/ruit van die woning.
2.op tijdstippen in de periode van 3 juli 2007 tot en met 4 juli 2007 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning ([adres]) heeft weggenomen een DVD-speler en een spelcomputer en computerspelen en DVD's en een fiets en sieraden en een filmcamera en een
spaarpot en een of meer tassen en een pruik toebehorende aan [slachtoffer 2], waarbij verdachte (telkens) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, te weten: het stukmaken van een raam/ruit van die woning.
3. op 11 juli 2007 te Rosmalen gemeente 's-Hertogenbosch met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening uit een woning ([adres]) heeft weggenomen een zaag, toebehorende aan [slachtoffer 3], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, :
het stukmaken van een ruit van die woning.
4. op 11 juli 2007 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening uit een woning ([adres]) weg te nemen geld en/of goederen,
toebehorende aan [slachtoffer 2] zich daarbij de toegang tot die
woning te verschaffen door middel van braak, te weten: een ruit van die woning heeft stukgemaakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 24c, 27, 36f, 45, 57, 63, 310, 311
De strafoplegging.
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie eist een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren met aftrek van het voorarrest, toewijzing van de vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 01/847716-05 en toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2].
Het standpunt van de verdediging:
De raadsman verwijst naar het advies van [persoon], verdachtes begeleider bij Novadic & Kentron, d.d. 6 februari 2008. [persoon] adviseert een opname van verdachte bij Novadic & Kentron, waarin verdachte zijn motivatie voor de behandeling kan laten zien. Vervolgens zou verdachte naar een beschermende woonvorm bij de RvAgroep gaan. Binnen drie weken kan [persoon] een concrete opnamedatum geven. Voor wat betreft de vordering van de benadeelde partij volgt de raadsman het standpunt van de officier van justitie.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft in ruim twee weken een vijftal woninginbraken gepleegd, waarvan de laatste in de poginsvariant. Uit het 45 bladzijde tellende uittreksel uit het algemeen documentatieregister blijkt dat verdachte gedurende een lange periode een zeer groot aantal vermogensdelicten heeft gepleegd. In 2001 is verdachte geplaatst in een inrichting voor de opvang van verslaafden. Na het SOV traject heeft verdachte veelvuldig gerecidiveerd en is hij meerdere malen behandeld, al dan niet in een klinisch kader. Gelet hierop heeft de rechtbank weinig vertrouwen op een succesvolle behandeling van verdachte bij Novadic & Kentron. De rechtbank kiest derhalve voor een strafoplegging waarbij het accent ligt op beveiliging van de maatschappij en vergelding.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2].
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar. De benadeelde parij vordert een bedrag van 932, 36 euro.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening t.a.v. de materiële schade.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 01/847716-05.
De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bijzondere omstandigheden die aan de tenuitvoerlegging in de weg staan zijn niet aanwezig. De rechtbank zal de gevorderde tenuitvoerlegging dan ook gelasten.
De beslissing.
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak
T.a.v. feit 2:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 3:
dieftal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak
T.a.v. feit 4:
poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
BESLISSING:
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3, feit 4:
Gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht
T.a.v. feit 2:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 932,36 subsidiair 18 dagen hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten
behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] van een bedrag van EUR
932,36 (zegge: negenhonderdtweeendertig euro en zesendertig eurocent ), bij
gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 18 dagen hechtenis.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij :
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte
mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] , van een
bedrag van EUR 932,36 (zegge: negenhonderdtweeendertig euro en zesendertig cent
euro).
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling:
Last tot tenuitvoerlegging van de straf, voorzover voorwaardelijk opgelegd bij
vonnis van de politierechter te 's-Hertogenbosch d.d. 10 mei 2006 , gewezen
onder parketnummer 01/847716-05 , te weten:
Gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, voorzitter,
mr. C.B.M. Bruens en mr. S.J.W. Hermans, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A.C. Colceriu, griffier,
en is uitgesproken op 28 februari 2008.
1 Het ambtsedig proces-verbaal van politie Brabant-Noord, nr. PL2113/07-190216, d.d. 2 juli 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door C.J.K. de Wit, agent van politie (blz. 23-24 van het eindproces-verbaal nr. PL216E/07-020104).
2 Het ambtsedig proces-verbaal van de politie Brabant-Noord, nr. PL2100/07-198504-13.11.2007-0366, d.d. 13 november 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [persoon], brigadier van politie, met bijlagen, (blz. 66-68)
3 Rapport NFI d.d. 24 augustus 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door ing. A.L.W. Janssen-Peeters, vast gerechtelijk deskundige
4 Het ambtsedig eindproces-verbaal van politie Brabant-Noord, nr. PL216E/07-190216, d.d. 19 november 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [persoon 2], hoofdagent van politie, en [persoon 3], burgerpersoneel van politie, (blz. 33 van het eindproces-verbaal)
5 Het ambtsedig proces-verbaal van politie Brabant-Noord, nr. PL2114/07-194833, d.d. 9 juli 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [persoon 4], brigadier van politie, met bijlage, en het ambtsedig proces-verbaal van politie Brabant-Noord, nr. PL2114/07-195011, d.d. 9 juli 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [persoon 5], hoofdagent van politie, met bijlage.
6 Het ambtsedig proces-verbaal van politie Brabant-Noord, nr. PL216E/07-190216, d.d. 20 november 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [persoon 2], hoofdagent van politie (blz. 58-59 van het eindproces-verbaal )
7 Het ambtsedig proces-verbaal van politie Brabant-Noord, nr. PL2114/07-198404, d.d. 11 juli 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [persoon 6], agent van politie (blz. 36-37 van het eindproces-verbaal )
8 Het ambtsedig proces-verbaal van politie Brabant-Noord, nr. PL216E/07-190216, d.d. 20 november 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [persoon 2], hoofdagent van politie, en [persoon 3], burgerpersoneel van politie, (blz. 41-42 van het eindproces-verbaal )
9 Het ambtsedig proces-verbaal van politie Brabant-Noord, nr. PL2114/07-198504, d.d. 11 juli 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [persoon 7], agent van politie, (blz. 44-45 van het eindproces-verbaal )
10 Zie noot 2
11 Zie noot 3,
12 Zie noot 4
??
??
??
??
6
Parketnummer dagvaarding 01/845626-07
Parketnummer vordering: 01/847716-05
[verdachte]