ECLI:NL:RBSHE:2008:BC4804
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.A.F. Damen
- K. Visser
- M. Lammers
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van poging tot afpersing en vrijspraak van medeplichtigheid aan handel in drugs
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 25 februari 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplegen van poging tot afpersing en medeplichtigheid aan handel in drugs. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de medeplichtigheid aan de handel in drugs, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de verkoop of levering van verdovende middelen. De rechtbank concludeerde dat, hoewel er aanwijzingen waren voor handel in verdovende middelen, het niet met zekerheid kon worden vastgesteld of deze handel betrekking had op middelen van lijst I of II van de Opiumwet.
De rechtbank heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan de poging tot afpersing. De feiten wezen uit dat de verdachte samen met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] een slachtoffer had bedreigd met geweld om een geldbedrag van € 3.000,- te verkrijgen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op de hoogte was van de dreigende communicatie en dat hij actief betrokken was bij het creëren van een situatie waarin het slachtoffer onder druk werd gezet om te betalen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 180 dagen, waarvan 102 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder met justitie in aanraking was gekomen. De uitspraak is gedaan na een grondige beoordeling van de bewijsvoering en de argumenten van zowel de officier van justitie als de verdediging.