ECLI:NL:RBSHE:2008:BC3917

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/825286-07
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders met bijzondere voorwaarden na mishandeling en diefstal

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 11 februari 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere feiten, waaronder mishandeling en diefstal. De verdachte, geboren in 1985 en thans gedetineerd in P.I. Breda, is beschuldigd van het opzettelijk mishandelen van zijn vriendin in de periode van 1 februari 2007 tot en met 7 mei 2007. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte haar meermalen heeft geslagen, getrapt en zelfs een kopstoot heeft gegeven, wat heeft geleid tot letsel en pijn bij het slachtoffer. Dit valt onder artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht.

Daarnaast is de verdachte ook aangeklaagd voor diefstal van zonneschermen van Bouwonderneming Goevaers BV en BEM BV, waarbij hij zich toegang heeft verschaft door middel van braak. De rechtbank heeft de dagvaardingen geldig verklaard en de bevoegdheid van de rechtbank bevestigd. De officier van justitie heeft vrijspraak geëist voor een van de tenlastegelegde feiten, maar de rechtbank heeft de verdachte voor de overige feiten schuldig bevonden.

De rechtbank heeft besloten om de verdachte voor de duur van twee jaar te plaatsen in een inrichting voor stelselmatige daders, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden. Deze voorwaarden omvatten onder andere het volgen van trainingen en het meewerken aan hulpverlening. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de noodzaak van behandeling voor zijn psychische problemen. De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis opgeheven voor de betrokken parketnummers, waarmee de verdachte de kans krijgt om zich te rehabiliteren onder toezicht van de reclassering.

Uitspraak

verkort vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/825286-07, 01/825434-07 en 01/825576-07 (ter terechtzitting gevoegd)
datum uitspraak: 11 februari 2008
Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
wonende te [adres]
thans gedetineerd te: P.I. Breda - HvB De Boschpoort.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 28 januari 2008.
Op deze zitting heeft de rechtbank de tegen verdachte, onder de hiervoor genoemde parketnummers, aanhangig gemaakte zaken gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaardingen van respectievelijk 20 december 2007, 20 december 2007 en 2 januari 2008.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
parketnummer 01/825286-07
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2007 tot en met 07 mei 2007 te Eindhoven (telkens) opzettelijk heeft mishandeld een persoon (te weten (zijn vriendin) [slachtoffer]), immers heeft hij, verdachte (telkens):
- [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) geslagen en/of gestompt in/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of
- [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) getrapt en/of geschopt op/tegen de benen en/of elders tegen het lichaam en/of
- die (zwangere) [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) een kopstoot gegeven,
waardoor deze [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
(artikel 304/300 van eht Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 08 november 2006 te Eindhoven [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is verdachte toen daar opzettelijk dreigend vlak voor voornoemde [slachtoffer] gaan staan en heeft hij, verdachte, geroepen: "Ik maak iedereen kapot", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
(artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht)
(820253-07)
parketnummer 01/825434-07
hij op of omstreeks 02 augustus 2007 te Veldhoven met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen meerdere, althans een, zonnescherm(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Bouwonderneming Goevaers BV en/of BEM BV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking te weten door met
een klauwhamer voornoemde schermen van de gevel en/of ramen van een pand gelegen aan de (adres) te wrikken en/of te breken en/of te forceren;
(artikel 311/310 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 02 augustus 2007 te Veldhoven ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen meerdere, althans een, zonneschermen, geheel of ten dele toebehorende aan Bouwonderneming Goevaers BV en/of BEM BV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich die/dat weg te nemen schermen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een klauwhamer doende is geweest om die schermen los te wrikken en/of te breken van de gevel van een pand gelegen aan de (adres), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 311/310 juncto 45 Wetboek van Strafrecht)
parketnummer 01/825576-07
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2007 tot en met 17 oktober 2007 te Eindhoven (telkens) opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), heeft geschopt en/of geslagen en/of geduwd en/of een of meer kopstoten gegeven, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
(Artikel 304/300 van het Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 20 september 2007 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen negen (zogenaamde) ijzerlooppaden en/of vijf ijzeren roosters, althans een of meer hoeveelheden (oud) ijzer en/of metaal, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan BAM-rail;
(Artikel 311/310 van het Wetboek van Strafrecht)
De geldigheid van de dagvaardingen.
De dagvaardingen voldoen aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
De bewijsbeslissing.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder parketnummer 01/825434-07 primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Bewijsoverweging.
De raadsman heeft ten aanzien van het onder parketnummer 01/825434-07 subsidiair ten laste gelegde naar voren gebracht dat zijn cliënt, voordat hij de zonneschermen demonteerde, hiervoor eerst toestemming heeft gevraagd en gekregen. Er was dus geen sprake van “oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening”. Volgens de raadsman zou vrijspraak moeten volgen.
De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende. Volgens de aangifte is namens de rechthebbende geen toestemming gegeven om de zonneschermen van de gevel te halen en mee te nemen. Verdachte stelt dat hij, voordat hij begon de schermen te demonteren, aan een op het terrein aanwezige persoon heeft gevraagd of hij de zonneschermen mocht hebben en dat die persoon hem toestemming gaf. Verdachte verklaart dat hij niet heeft gevraagd wie deze persoon was en wat hij daar deed. Zo dit verhaal van verdachte al juist is,- de juistheid van verdachtes lezing wordt in het proces-verbaal op geen enkele wijze bevestigd -, dan nog had verdachte zich er te voren van moeten vergewissen dat deze persoon ook beschikkingsbevoegd was ten aanzien van de zonneschermen. Dit heeft verdachte, naar eigen zeggen, niet gedaan. Onder deze omstandigheden gaat verdachtes beroep op de vermeende toestemming niet op. De rechtbank verwerpt derhalve het verweer.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, ten aanzien van verdachte wettig en overtuigend bewezen, dat
parketnummer 01/825286-07
1.
hij op tijdstippen in de periode van 9 februari 2007 tot en met 07 mei 2007 te Eindhoven telkens opzettelijk heeft mishandeld een persoon, te weten zijn vriendin [slachtoffer], immers heeft hij, verdachte:
- [slachtoffer] meermalen, geslagen en/of gestompt in/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of
- [slachtoffer] meermalen, getrapt en/of geschopt op/tegen de benen en/of elders tegen het lichaam en/of
- die zwangere [slachtoffer] meermalen een kopstoot gegeven,
waardoor deze [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2.
hij op 08 november 2006 te Eindhoven [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers is verdachte toen daar opzettelijk dreigend vlak voor voornoemde [slachtoffer] gaan staan en heeft hij, verdachte, geroepen: "Ik maak iedereen kapot".
parketnummer 01/825434-07 (subsidiair)
hij op 02 augustus 2007 te Veldhoven ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen meerdere zonneschermen, toebehorende aan Bouwonderneming Goevaers BV en/of BEM BV, en zich die weg te nemen schermen onder zijn bereik te brengen door middel van verbreking, met een klauwhamer doende is geweest om die schermen los te wrikken van de gevel van een pand gelegen aan de (adres), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
parketnummer 01/825576-07
1.
hij op 17 oktober 2007 te Eindhoven opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer], heeft geslagen en geduwd en een kopstoot gegeven, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
2.
hij op 20 september 2007 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen negen (zogenaamde) ijzerlooppaden en vijf ijzeren roosters, toebehorende aan BAM-rail;
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 38m, 38n, 38p, 45, 57, 63, 285, 300, 310 en 311
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden vrij gesproken van het onder parketnummer 01/825434-07 primair ten laste gelegde feit en dat hem ter zake van de overige feiten de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders zal worden opgelegd.
De op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en).
Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank enerzijds in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden ten bezware van verdachte:
- de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- blijkens een hem betreffend uittreksel uit het algemeen documentatieregister is verdachte, ondanks zijn jonge leeftijd, al vele malen veroordeeld voor vermogensdelicten;
- verdachte heeft enkele van de onderhavige strafbare feiten gepleegd gedurende een schorsing van de voorlopige hechtenis die was bevolen wegens een ander door hem gepleegd feit.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank anderzijds in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden die tot matiging van de straf hebben geleid:
- uit een omtrent de geestvermogens van verdachte uitgebracht rapport door drs. B.Y. van Toorn, GZ-psycholoog van 22 juli 2007 blijkt, dat de door hem gepleegde strafbare feiten in verminderde mate aan hem kunnen worden toegerekend. Dit rapport houdt onder meer zakelijk weergegeven in:
“Er is bij betrokkene sprake van zowel een ziekelijke stoornis als van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin dat er op de As-II sprake is van zwakbegaafdheid en van een persoonlijkheidsstoornis NAO met voornamelijk antisociale en narcistisch kenmerken. Op As-I is er sprake van een stoornis in de impulsbeheersing, in casu agressieregulatieproblematiek, en een partner-relatie probleem. (…) Ongetwijfeld vloeien de verhoogde krenkbaarheid, het onvermogen om de gevoelens op adequate wijze te doen afvloeien, de neiging om agressie om te zetten in acting-out gedrag en de verlaagde frustratietolerantie alle voort uit de stoornis van betrokkene. Anderzijds is er in de laatste tijd meerdere malen getracht om hulpverleningstrajecten op te starten maar betrokkene onttrekt zich iedere keer aan behandeling en begeleiding. Daarbij dient wel in overweging genomen te worden dat betrokkene door zijn narcisme en zijn onvermogen om introspectie te verdragen ook onvermogend is om op een constructieve manier mee te werken aan hulpverlening. Een en ander tegen elkaar afwegende is het advies om betrokkene als licht verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen. (…) De problematiek van betrokkene behoeft zeker behandeling. Speerpunt van de behandeling dient het aanleren van nieuwe copingmechanismen te zijn, zodat betrokkene niet meer over zal gaan tot acting-out gedrag bij boosheid. Een soortgelijk trainingstraject zou ondersteund kunnen worden met dempende medicatie. (…)Gezien de weerstand van betrokkene tegen bemoeienis en behandeling adviseert onderzoeker om betrokkene een soortgelijke behandeling/begeleiding op te leggen binnen een zo dwingend mogelijk juridisch kader.”
- verdachte heeft zich bereid getoond zich in verband met zijn psychische problemen, zoals die uit het omtrent hem uitgebrachte rapport naar voren zijn gekomen, te laten behandelen en heeft zich bereid verklaard om een cursus sociale vaardigheden te gaan volgen.
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van een voorlichtingsrapport omtrent verdachte opgemaakt door Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering d.d. 22 oktober 2007. Dit rapport houdt onder meer het volgende in:
“Vanuit de afname van de Risc kwam naar voren dat het risico op recidive hoog is. (…) Er is sprake van problemen op vrijwel alle leefgebieden. Betrokkene mist de vaardigheden en capaciteiten, het verantwoordelijkheidsgevoel en de sociale steun om problemen adequaat het hoofd te bieden. Eerdere hulpverleningstrajecten mislukten omdat betrokkene daarnaast zelf wil bepalen en bovendien zo’n intensieve begeleiding nodig heeft, dat enkel een verblijf in een specialistische setting met 24 uurs begeleiding, passend en haalbaar lijkt. (…)Vanuit het casus overleg veelplegers zal er een ISDtraject gevraagd gaan worden. Binnen detentie kan betrokkene zijn vaardigheden vergroten. Detentie biedt bovendien het strakke, gestructureerde kader waar betrokkene behoefte aan heeft. Binnen de PI zou betrokkene de volgende trainingen en programma’s kunnen volgen:
- Cova + (Cognitieve vaardigheden “Eerst denken dan doen” speciaal voor minder begaafde mensen);
- Schoolloopbaan begeleiding/onderwijs, aansluitend op het arbeidspsychologisch onderzoek van mevrouw, Hijl, Atlant Groep;
- Schuldhulpverlening;
- ART (Agressie Regulatie Training), mits passend bij zijn beperkte verstandelijk vermogens;
- Mogelijk behandeling door een psycholoog;
Aansluitend aan detentie en vanuit het eventuele ISDtraject zou betrokkene moeten doorstromen naar een passende woonvorm met intensieve begeleiding. Vanuit detentie zou nader onderzocht moeten worden welke setting passend is betrokkenes problematiek. Na detentie zou er een verplicht kader moeten zijn waarin dit intensieve traject wordt voortgezet. (…)Aandachtspunten zijn dan naast huisvesting en wonen, dag- en vrijetijdsbesteding (opleiding/werk), inkomen, omgaan met geld en schulden, sociale relaties (familie/vrienden, kennissen), (soft)druggebruik:
- Behandeling GGZ;
- Omgangsregeling kinderen via derden, bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg;
- Contact- en straatverbod.
De rechtbank overweegt verder nog het volgende. De door verdachte begane feiten betreffen misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.
Verdachte is in de vijf jaar voorafgaand aan de door hem begane feiten vier maal terzake misdrijven onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf veroordeeld. Het bewezenverklaarde is begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en voorts moet er, mede gelet op voormelde rapportage, ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte wederom misdrijven zal begaan.
De veiligheid van personen en goederen eist in principe het opleggen van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders, waarbij wordt verwezen naar het feit dat verdachte steeds opnieuw met justitie in aanraking komt en dat de oplegging van vrijheidsstraffen hem daarvan kennelijk niet weerhoudt.
De rechtbank overweegt dat is voldaan aan de voorwaarden die artikel 38m, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht stelt aan het opleggen van de maatregel tot plaatsing van een verdachte in een inrichting voor stelselmatige daders.
De rechtbank is van oordeel dat de maatregel tot plaatsing van verdachte in een inrichting voor stelselmatige daders van groot belang is, zowel voor de maatschappij als voor verdachte zelf, nu de maatregel er mede toe strekt een bijdrage te leveren aan de oplossing van de problemen ter zake de in het rapport genoemde leefgebieden.
Het onvoorwaardelijk opleggen van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders is echter een uiterst middel, dat de rechtbank alleen wil toepassen wanneer er geen reële kans is dat verdachte op andere wijze – bijvoorbeeld onder de druk van een voorwaardelijk opgelegde maatregel - volledig zal meewerken aan de voor hem noodzakelijke hulpverlening. De rechtbank acht die kans in dit geval aanwezig en vindt daarbij steun in eerder genoemde rapportage van de Reclassering als ook in het aanvullend voorlichtingsrapport van de Reclassering d.d. 24 januari 2008.
Verdachte heeft ter zitting aangegeven alle voorwaarden van de reclassering te zullen accepteren en daaraan mee te werken wanneer de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voorwaardelijk zal worden opgelegd en heeft gevraagd hem deze kans te geven. De rechtbank wil verdachte deze laatste kans geven.
De rechtbank zal - gelet op het verhandelde ter terechtzitting - bepalen dat de maatregel niet zal worden tenuitvoergelegd, mits verdachte zich gedurende een hierna vast te stellen proeftijd aan de voorwaarde houdt dat hij zich niet aan een strafbaar feit zal schuldig maken en de hierna te melden bijzondere voorwaarden naleeft ter bescherming van de veiligheid van personen en goederen. De rechtbank wil met een en ander enerzijds de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit tot uitdrukking brengen en anderzijds door invloed uit te oefenen op het gedrag van de verdachte het door verdachte opnieuw plegen van een strafbaar feit tegengaan.
Mocht de thans voorwaardelijk op te leggen maatregel op enig moment tenuitvoergelegd
moeten worden, dan acht de rechtbank het van groot belang dat alsdan de maximale termijn van 2 jaar benut kan worden. De tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal derhalve niet in mindering worden gebracht op de duur van de maatregel. Daarmee kan alle kans worden gegeven aan het beteugelen van recidive en het leveren van een bijdrage aan de oplossing van verdachtes problematiek.
De rechtbank zal ten aanzien van parketnummer 01/825286-07 en parketnummer 01/825434-07 het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.
De rechtbank zal ook ten van parketnummer 01/825576-07 het bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.
DE UITSPRAAK
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
ten aanzien van parketnummer 01/825286-07
feit 1:
mishandeling, meermalen gepleegd
feit 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
ten aanzien van parketnummer 01/825434-07
subsidiair:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van verbreking
ten aanzien van parketnummer 01/825576-07
feit 1:
mishandeling
feit 2:
diefstal door twee of meer verenigde personen
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
BESLISSING:
ten aanzien van parketnummer 01/825434-07 primair:
Vrijspraak, achtende de rechtbank het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen.
ten aanzien van parketnummer 01/825286-07 feit 1 en feit 2, parketnummer 01/825434-07 subsidiair en parketnummer 01/825576-07 feit 1 en feit 2:
Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren,
met de algemene voorwaarde dat veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit
en met de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd
zal gedragen naar de aanwijzingen, hem te geven door of namens de Reclassering
Nederland, Regio 's-Hertogenbosch, Eekbrouwersweg 6, 5233 VG te
's-Hertogenbosch, zolang deze instelling zulks noodzakelijk acht, ook indien
dit inhoudt:
1. het volgen van een CoVa+-training;
2. het volgen van een agressieregulatietraining;
3. meewerken aan schoolloopbaan begeleiding;
4. meewerken aan een arbeidspsychologisch onderzoek en zonodig arbeidstoeleiding;
5. meewerken aan behandeling door een psycholoog en/of behandeling bij de GGZ/De Omslag;
6. meewerken aan een omgangsregeling met zijn kind via derden, zoals Bureau Jeugdzorg;
7. zich houden aan een contactverbod met [slachtoffer] en/of een straatverbod van
maximaal 6 maanden;
8. het eventueel volgen van een partner-relatietherapie.
Verleent aan de Reclassering voornoemd de opdracht als bedoeld in artikel 14d
van het Wetboek van Strafrecht.
Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis in
de zaak met parketnummer 01/825286-07 met ingang van heden. Deze voorlopige
hechtenis is op 19 juni 2007 reeds geschorst.
Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis in
de zaak met parketnummer 01/825434-07 met ingang van heden. Deze voorlopige
hechtenis is op 3 augustus 2007 reeds geschorst.
Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis in
de zaak met parketnummer 01/825576-07 met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. K. Visser, voorzitter,
mr. M. Lammers en mr. A.B. Baumgarten, leden,
in tegenwoordigheid van mr. M.A. Bijl, griffier,
en is uitgesproken op 11 februari 2008.
Mr. A.B. Baumgarten is niet in staat dit vonnis mede te ondertekenen.