ECLI:NL:RBSHE:2008:BC3503

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
529119
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke ontbinding van een koopovereenkomst betreffende een teakhouten bloktafel

In deze zaak vorderde eiser A. de gedeeltelijke ontbinding van een koopovereenkomst die op 8 oktober 2005 was gesloten met de besloten vennootschap B.V. A. had een teakhouten bloktafel besteld met de afmetingen 150x150x78 cm, maar de B.V. had deze tafel tot op heden niet geleverd. In plaats daarvan had de B.V. een andere tafel aangeboden die niet voldeed aan de afgesproken specificaties. A. had herhaaldelijk contact gehad met de B.V. over de levering van de tafel, maar de B.V. bleef in gebreke. Tijdens een comparitie op 10 januari 2008 was de B.V. niet verschenen, wat leidde tot de conclusie dat zij niet in haar verweer wilde volharden.

De kantonrechter oordeelde dat het tekortschieten van de B.V. dermate ernstig was dat dit een gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigde. A. had recht op terugbetaling van de koopsom van € 738,24, vermeerderd met rente. De kantonrechter stelde vast dat de B.V. niet bereid was om een tafel te leveren die voldeed aan de overeenkomst, en dat A. de geleverde tafel niet hoefde te accepteren. De B.V. werd als de in het ongelijk gestelde partij aangemerkt en moest de kosten van het geding vergoeden.

De beslissing van de kantonrechter was dat de koopovereenkomst voor de bloktafel werd ontbonden en dat de B.V. de koopsom diende terug te betalen, evenals de kosten van de procedure. Dit vonnis werd in geanonimiseerde vorm gepubliceerd ter informatie van het publiek.

Uitspraak

Kantonrechter te Helmond*
Zaaknummer : 529119
Rolnummer : 3275/07
Uitspraak : 23 januari 2008
in de zaak van:
A.,
wonende te …,
eiser,
gemachtigde: Baudoin & Geene Gerechtsdeurwaarders,
t e g e n :
de besloten vennootschap B.,
gevestigd te …,
gedaagde,
procederend in persoon, bij monde van …..
1. De procedure.
Eiser heeft bij dagvaarding gesteld en gevorderd als na te melden. Gedaagde is in rechte verschenen en heeft een conclusie van antwoord genomen. Bij rolbeslissing van de kantonrechter is vervolgens een comparitie van partijen gelast, welke heeft plaatsgevonden op 10 januari 2008. Hoewel deugdelijk opgeroepen, is gedaagde bij die gelegenheid niet verschenen. Een bericht van verhindering werd niet ontvangen. Na afloop van de comparitie is vonnis bepaald. Onder de genoemde processtukken bevonden zich tevens de in die stukken nader aangeduide producties.
Partijen zullen verder worden aangeduid als “A.” en “de B.V.”.
2. Het geschil.
1. A. vordert de gedeeltelijke ontbinding van een koopovereenkomst d.d. 8 oktober 2005, voor zover het betreft de bestelde teakhouten bloktafel en betaling van een bedrag van € 738,24, te vermeerderen met rente en kosten als vermeld in de dagvaarding.
A. legt daaraan ten grondslag dat hij van de B.V. een bloktafel van teak hout heeft gekocht met de maten 150x150x78 cm. Deze tafel heeft de B.V. nog altijd niet geleverd. De B.V. heeft wel laten weten dat zij een tafel voor A. in voorraad heeft, maar deze tafel heeft niet de (hoogte)maat die door A. is besteld. De B.V. heeft uiteindelijk in een telefonisch contact gezegd de op voorraad staande tafel te willen leveren, maar A. wil deze niet accepteren, omdat die niet aan de overeenkomst voldoet. Nu uit het standpunt van de B.V. blijkt dat zij niet bereid is een tafel te leveren die voldoet aan de overeenkomst, is A. gerechtigd de koopovereenkomst ten aanzien van die tafel te ontbinden. In dat geval dient de B.V. de koopsom terug te betalen. A. heeft een leentafel in gebruik gekregen.
2. De B.V. voert tegen de vordering tot verweer aan dat zij wel degelijk een tafel conform de bestelling voor A. op voorraad heeft staan. A. is niet langer bereid om deze af te nemen, omdat hem achteraf is gebleken dat de stoelen, die hij bij een andere firma heeft gekocht, niet onder de tafel passen. Dat levert echter geen grond op om de koopovereenkomst te annuleren. In afwachting van de bestelde tafel heeft de B.V. een soortgelijke tafel in bruikleen gegeven van 130x130x78 cm.
Bij de aankoop van de tafel is nooit over een bladdikte van 6 cm. of over een minimale onderschuifhoogte van 72 cm. gesproken.
De B.V. heeft betwist dat zijdens A. buitengerechtelijke incassowerkzaamheden hebben plaatsgevonden, althans meer of andere werkzaamheden dan noodzakelijk ter inleiding van deze procedure.
3.1 Hoewel deugdelijk opgeroepen, is de B.V. niet ter comparitie verschenen. Evenmin werd een bericht van verhindering ontvangen.
A. heeft bij gelegenheid van de gehouden comparitie het verweer van de B.V. weersproken en zijn standpunt nader toegelicht. Tevens was verschenen mevrouw X., vriendin van A. en naar eigen zeggen aanwezig bij de aankoop van de tafel. A. heeft opgemerkt dat hij en zijn vriendin vóór hun bezoek aan het bedrijf van de B.V. stoelen gezien hadden die hij wilde kopen. De maat van die stoelen is opgenomen (van de grond tot aan de leuning) en bleek 69 cm. te zijn. Bij de B.V. is A. een tafel getoond in de showroom. Deze is meerdere malen door de B.V. in het bijzijn van X. opgemeten. X. is werkzaam in de meubelbranche en weet welke maten zij moet opnemen. Bij het opmeten van die tafel is een onderschuifhoogte van 72 cm. gemeten en een bladhoogte van 78 cm. Omdat deze tafel voldoende ruimte bood om de stoelen onder te schuiven, heeft A. deze tafel besteld. De B.V. zou, in afwachting van de levering, een leentafel van 130x130x78 cm. ter beschikking stellen. De tafel zou op termijn van zes weken, vóór kerstmis 2005, worden geleverd. Hij is er nu echter nog niet.
3.2 Vele malen heeft A. over de tafel getelefoneerd. Meestal leidde dat tot een reactie dat zou worden teruggebeld, waarna A. niets meer hoorde. Uiteindelijk kwam er bericht dat een lot uit Indonesië was binnengekomen waar de tafel in zat. A. heeft toen geïnformeerd naar de maten van de tafel en hem is toen doorgegeven dat de onderschuifmaat dermate laag was dat de stoelen niet onder de tafel konden worden geschoven. Daarop heeft A. aangegeven dat hij die tafel niet accepteerde en dat hij een tafel wilde conform de bestelling. De B.V. heeft daarop gereageerd met de opmerking dat hij de in voorraad staande tafel kon nemen of de boel kon laten zoals die was. Als de tafel te laag was, was de B.V. nog wel bereid om er klosjes onder te maken, maar dat was voor A. geen acceptabele oplossing.
3.3 Bij de aflevering van de andere meubels bleek de B.V. een tafel van 100x100x78 cm. te hebben meegestuurd. Die heeft A. niet geaccepteerd, waarna de B.V. een tafel heeft geleverd van 200x90x78 cm. Die heeft A. nog altijd in gebruik.
3. De beoordeling.
4. Voor zover uit het niet verschijnen ter comparitie al niet de conclusie kan worden getrokken dat de B.V. niet in haar verweer wil volharden, volgt daaruit in elk geval dat de B.V. de feitelijke weergave van hetgeen er is gebeurd, zoals ter comparitie door A. medegedeeld, onweerspro-ken heeft gelaten. Vast staat (en de B.V. betwist dat ook niet bij antwoord) dat de bestelde tafel in de maat 150x150x78 cm. tot op heden niet is geleverd. Dat de B.V. een andere tafel in bruikleen heeft verstrekt doet daar niet aan af, enerzijds niet omdat uit de aard van de bruikleenovereenkomst al voortvloeit dat deze tafel teruggegeven moet worden, anderzijds omdat de B.V. niet eenzijdig de aard van het object van de koopovereenkomst mag wijzigen door in plaats van een 150x150x78 tafel een 200x90x78 tafel te leveren.
5. Het verweer van de B.V., neerkomend op de stellingname dat A. de koop heeft geannuleerd vanwege een aan hem, A., toe te rekenen omstandigheid, vindt weerlegging in het relaas van A., dat werd bevestigd door X.. Beiden verklaarden dat vóór aankoop van de tafel de maten van de stoelen waren opgenomen en dat bij het opmeten van de tafel in de showroom opnieuw de maten zijn genomen, juist om vast te stellen of de beoogde stoelen onder de tafel zouden passen. Bij de bestelde tafel, zoals getoond in de showroom, bleek dat te kunnen. Door de B.V. wordt erkend, ook bij antwoord, dat bij de tafel die zij nu voor A. op voorraad heeft staan de stoelen niet onder de tafel kunnen worden geschoven. Daarmee staat afdoende vast dat de tafel die de B.V. op voorraad heeft staan niet de eigenschappen bezit die A. op grond van het bij aankoop getoonde model van deze tafel mocht verwachten. In dat geval hoeft A. die tafel niet te accepteren. Uit hetgeen A. ter zitting heeft opgemerkt, alsmede uit de inhoud van de conclusie van antwoord, volgt afdoende dat de B.V. niet bereid is alsnog een tafel te leveren die aan de overeenkomst beantwoordt. In dat geval komt de kantonrechter tot de slotsom dat de B.V. toerekenbaar tekort is geschoten en schiet in de nakoming van haar overeenkomst. Ingebrekestelling door A. kon verder achterwege blijven, omdat hij uit de uitlatingen van de B.V. mocht afleiden dat zij niet bereid was om deugdelijk te presteren. De B.V. verkeert daarom in verzuim.
6. Het tekortschieten van de B.V. is ook dermate ernstig dat dit een gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigt. Het gevorderde, ontbinding van de koop voor wat betreft de tafel en terugbetaling van de koopsom, ligt derhalve voor toewijzing gereed. In geval van ontbinding zal A. de in bruikleen verstrekte tafel terug moeten geven aan de B.V.. A. heeft zich ter zitting daartoe bereid verklaard en opgemerkt dat de B.V. deze op kan komen halen. Aangenomen moet worden dat de B.V. de in bruikleen gegeven tafel bij het afleveren van de goede tafel mee terug zou hebben genomen. In de overeenkomst is bepaald dat de meubelen gratis zouden worden bezorgd. In dat geval moeten de kosten voor het ophalen van de bruikleentafel voor rekening van de B.V. komen en bestaat geen reden om dienaangaande nog enig bedrag op de terug te betalen koopsom in mindering te brengen. Andere gronden om enig bedrag op de koopsom in mindering te brengen kan de kantonrechter bedenken, maar zijn door de B.V. niet aangevoerd, net zo min als de feiten die een dergelijk grond kunnen dragen. Zou de kantonrechter zo’n grond aannemen, dan komt dat neer op een ambtshalve aanvulling van de feiten in het verweer van de B.V., hetgeen de wet de kantonrechter niet toestaat.
7. Het voorgaande betekent dat bij gebreke aan deugdelijk verweer het gevorderde voor toewijzing in aanmerking komt, met inbegrip van de gevorderde rente, waartegen geen afzonderlijk verweer is gevoerd. De B.V. heeft wel verweer gevoerd tegen de gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, daartoe aanvoerend dat geen andere werkzaamheden zijn verricht door de incassogemachtigde van A. dan die ter voorbereiding van de onderhavige procedure. Dit verweer vindt reeds zijn weerlegging in de bij dagvaarding overgelegde producties. Ook de gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, die de kantonrechter niet onredelijk voorkomt, zal daarom worden toegewezen.
8. De B.V. heeft in deze zaak als de in het ongelijk gestelde partij te gelden en zal om die reden worden verwezen in de kosten van het geding. Ter informatie van partijen zij ten slotte nog opgemerkt dat de kantonrechter, ter wille van de lezers van de diverse fora op het internet en uit oogpunt van actualiteit dit vonnis in geanonimiseerde vorm zal doen publiceren op de deelsite van de rechtbank 's Hertogenbosch van www.rechtspraak.nl.
4. De beslissing.
De kantonrechter:
Ontbindt de tussen partijen gesloten koopovereenkomst, voor wat betreft de daarop vermelde bloktafel met de afmetingen van 150x150x78 cm;
Veroordeelt de B.V. om ter zake voormeld tegen kwijting aan A. te betalen de somma van € 738,24 (zegge: zevenhonderdachtendertig euro, vierentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente over dat een bedrag van € 555,= vanaf de dag der dagvaarding, zijnde 9 oktober 2007, tot aan de dag der voldoening;
Veroordeelt de B.V. in de kosten van het geding, aan de zijde van A. tot aan deze uitspraak begroot op € 448,40, waarvan € 200,= als tegemoetkoming in het salaris van de gemachtigde (niet met B.T.W. belast);
Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen te Helmond door mr. R.J.M. Cremers, kantonrechter, en aldaar uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 januari 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.