ECLI:NL:RBSHE:2008:BC3123
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.M. Kooijmans-de Kort
- J.H.J. Evers
- R.M.L. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Deelneming aan een criminele organisatie en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 31 januari 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een criminele organisatie die zich bezighield met de productie en invoer van MDMA en amfetamine. De verdachte, geboren in 1973 en woonachtig in Polen, werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van harddrugs en deelname aan een organisatie die tot doel had misdrijven te plegen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen in de periode van 1 februari 2004 tot en met 30 mei 2006 in Nederland en België handelingen heeft verricht die in strijd zijn met de Opiumwet. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding voldeed aan de wettelijke eisen en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie ten aanzien van een feit gepleegd in België verworpen, omdat de strafvervolging niet was overgenomen conform de wet. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en deelname aan een criminele organisatie. De verdachte kreeg een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging en dat de druk op de verdachte om deel te nemen aan de criminele activiteiten niet zo groot was dat hij niet in redelijkheid kon weigeren.