4.3. Alvorens te beoordelen of Kanters een ongeldige inschrijving heeft gedaan door bij haar inschrijving niet een mede door Kuipers ondertekende bijlage 9-verklaring te overleggen, dienst eerst de vraag te worden beantwoord of het Waterschap aan de inschrijving de eis heeft mogen verbinden dat deze verklaring dient te worden overgelegd. Deze vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Daartoe overweegt de rechter als volgt.
4.3.1. Tussen partijen is niet in geschil dat het Waterschap zeer beperkt was in de wijze waarop het de onderhavige opdracht ten behoeve van het project MIW-2 in de markt kon plaatsen. Het Waterschap heeft immers nagelaten bij de eerdere aanbesteding ter zake van het project MIW-1 contractueel het recht te bedingen dat Kuipers - kort gezegd - in geval van aanpassing of uitbreiding van het aantal onderstations aan een derde partij, aan wie het Waterschap ter zake een opdracht gunt, TMX-documenten (met name: broncodes van TMX) ter beschikking te stellen die een succesvolle koppeling en communicatie van de onderstations met de webbased hoofdpost mogelijk te maken.
4.3.2. Door zich bij overeenkomst van 26 februari 2004 ter zake van de TMX database-structuurinformatie tot geheimhouding te verplichten, heeft het Waterschap zich verregaand beperkt in zijn mogelijkheden voor aanpassing en uitbreiding van de onderstations. Maar het antwoord op de vraag of het voor een derde, zonder te beschikken over TMX broncodes, al dan niet volstrekt onmogelijk is om de aan te besteden opdracht naar behoren uit te voeren, vergt een onderzoek waarvoor dit kort geding zich niet leent.
4.3.3. In ieder geval is duidelijk dat het Waterschap, door het op straffe van uitsluiting stellen van de voorwaarde dat Kuipers de in bijlage 9 opgenomen verklaring dient te ondertekenen, het doen van een geldige inschrijving voor onderhavige overheidsopdracht in feite en hoofdzakelijk van de medewerking van Kuipers, een private partij, afhankelijk stelt. Zulks is te meer bezwaarlijk daar het Waterschap in de Nota ook in een breder verband uitdrukkelijk heeft aangegeven dat het onder geen beding enigerlei verantwoordelijkheid voor de medewerking van Kuipers wenst te dragen en dat dit de uitsluitende verantwoordelijkheid van de inschrijver blijft.
4.3.4. Uit een email van 22 oktober 2007 van Kuipers aan het Waterschap (productie 2 zijdens het Waterschap) komt naar voren dat Kuipers aan haar medewerking de voorwaarde verbindt dat de derde aan wie het Waterschap de opdracht heeft gegund, aan Kuipers de opdracht geeft om TMX onderstations en TMX software te leveren. Dit blijkt tevens uit een email van 10 december 2007 van Kuipers aan het Waterschap (productie 7 zijdens het Waterschap), waarin Kuipers aangeeft dat zij geen verklaring (lees: de bijlage 9-verklaring) heeft kunnen ondertekenen, omdat Kanters bij haar indertijd geen offerteaanvraag (wat iets anders is dan een “medewerkingsaanvraag”) voor TMX apparatuur voor MIW-2 had ingediend. Aldus eist het Waterschap een verklaring die Kuipers slechts wil geven als de TMX-apparatuur bij haar wordt besteld. Dat komt in effect neer op het voorschrijven van de TMX-apparatuur van Kuipers.
4.3.5. In een email van 2 november 2007 (productie 6 zijdens het Waterschap) heeft Kuipers bovendien aan Kanters medegedeeld dat zij met haar geen overeenkomst wil aangaan, omdat zij alleen met gecertificeerde TMX-partners wil werken. Gelet daarop valt in ernst niet aan te nemen dat Kuipers voor Kanters de verklaring in bijlage 9 had ondertekend, indien Kanters bij haar een aanvraag daartoe had ingediend. Dat wordt bevestigd door de verklaring ter zitting van de heer A.W.J. van Geffen, plaatsvervangend projectleider bij het Waterschap, dat Kuipers heeft willen voorkomen dat haar concurrent I-Real B.V. te Doetinchem inzage zou krijgen in de TMX techniek van Kuipers. I-Real B.V. zou namelijk door Kanters vanwege de daar aanwezige technische expertise bij de uitvoering van de aan te besteden opdracht als onderaannemer worden ingeschakeld, maar I-Real BV is door de gang van zaken effectief uitgeschakeld. Ook valt niet in te zien waarom Kanters, anders dan ter behartiging van de bedrijfsbelangen van Kuipers, bij Kuipers een offerteaanvraag voor TMX apparatuur moest indienen. Kanters heeft immers ter zitting onweersproken verklaard dat het voor haar mogelijk is om TMX apparatuur geleverd te krijgen zonder dat Kuipers daar wetenschap van hoeft te hebben.
4.3.6. Ter zitting is voorts gebleken dat alleen Kuipers voor TMX certificeert alsmede dat er in Nederland, verdeeld over drie regio’s, drie gecertificeerde ondernemingen, waaronder de “winnende” inschrijver Modderkolk, zijn. Voor certificering is, blijkens de email van 10 december 2007 van Kuipers aan het Waterschap, het volgende vereist:
- kennis van TMX door het volgen van workshops;
- het doen van actieve aquisitie voor TMX;
- het hebben van een substantiële TMX omzet;
- de aanwezigheid van een regionale behoefte.
Gezien het vorenstaande kan geredelijk worden aangenomen dat Kuipers haar bereidheid om de in bijlage 9 opgenomen verklaring te ondertekenen enkel van haar eigen bedrijfsbelang laat afhangen.
4.3.7. De door het Waterschap gestelde voorwaarde van ondertekening van de verklaring in bijlage 9 heeft, bij deze opstelling van Kuipers en het afwijzen van verantwoordelijkheid voor de medewerking van Kuipers door het Waterschap, tot gevolg dat daarmee feitelijk Kuipers als leverancier en het door haar geclaimde merk TMX wordt voorgeschreven. Dit gaat aanzienlijk verder dan de door het Waterschap voorgestane samenwerking tussen de “winnende” inschrijver en Kuipers in de vorm van een overlegstructuur. Dat is verboden en onrechtmatig (ARW 6.3.9 en 6.3.10). De vermelding in de Technische Voorschriften MIW-2 (productie 9 zijdens het Waterschap) dat de aannemer gelijkwaardige materialen mag aanbieden is gezien het vorenstaande, voor zover het TMX materialen betreft, inhoudsloos.
4.3.8. Het beroep van het Waterschap op rechtspraak die die regels zou nuanceren (Hof ’s-Gravenhage, 01-11-2001, KG 2001/297; Def-Tec Defence Technologly c.s. / Staat der Nederlanden) faalt. In die zaak was de weigerende partij anders dan Kuipers zelf één van de twee inschrijvers. De vraag of deze weigering tot een tot een onrechtmatige aanbesteding leidde, lag bovendien niet ter beoordeling voor en heeft het Hof dan ook niet beantwoord.
4.3.9. Een en ander leidt tot de conclusie dat in onderhavige aanbestedingsprocedure, voor wat betreft de op straffe van uitsluiting gestelde voorwaarde van ondertekening van de bijlage 9-verklaring, geen sprake van gelijke behandeling van inschrijvers. Een dergelijke beperking van de mededinging is niet in het algemeen belang en voldoet niet aan de daaraan te stellen eisen van objectiviteit en non-discriminatie.
Dat het Waterschap met het stellen van de voorwaarde van ondertekening van de in bijlage 9 opgenomen verklaring heeft beoogd het - op zich zelf genomen te rechtvaardigen - belang te dienen van het vakkundig en efficiënt, zonder enig risico voor de continuïteit, uitvoeren van het MIW-2 project, neemt niet weg dat het daarmee het belang van een voldoende mededinging op onderhavige markt in een te vergaande mate aan haar louter technische voorkeuren ondergeschikt heeft gemaakt en de facto heeft uitgeschakeld.