Kantonrechter te Helmond*
Zaaknummer : 501315
Rolnummer : 1044/07
Uitspraak : 10 oktober 2007
1. X,
2. Y,
beiden wonende te ………,
eisers,
gemachtigde: mw. mr. E. van Lieshout,
Postbus 10100, 5000 JC Tilburg,
de besloten vennootschap B..,
gevestigd te ……….,
gedaagde,
procederend in persoon bij monde van ……..
Eisers hebben bij dagvaarding gesteld en gevorderd als na te melden. Gedaagde is in rechte verschenen en heeft een conclusie van antwoord genomen. Vervolgens werden de conclusie van repliek en conclusie van dupliek gewisseld en hebben eisers zich nog uitgelaten over de bij dupliek overgelegde producties. Daarna is vonnis bepaald. Onder de genoemde processtukken bevonden zich tevens de in die stukken nader aangeduide producties.
Partijen zullen verder worden aangeduid als “eisers” en “de B.V.”.
1. Eisers vorderen betaling van € 1.115,87, te vermeerderen met rente en kosten als vermeld in de dagvaarding. Eisers leggen daaraan ten grondslag dat zij op 28 april 2006 via internet een koopovereenkomst met de B.V. hebben gesloten met betrekking tot een tafel, salontafel, dressoir en het kleuren en bezorgen daarvan. Op of omstreeks 6 juli 2006 zijn de meubels afgeleverd. Een lade van het dressoir bleek beschadigd te zijn. Om die reden hebben eisers betaling van een bedrag van € 189,= opgeschort. De bezorgers hebben de lade mee terug genomen.
Enkele dagen later ontdekten eisers luchtbellen in het tafelblad van de salontafel. Na ingebrekestelling is de B.V. in verzuim geraakt en hebben eisers op 19 december 2006 de gesloten overeenkomst partieel ontbonden. De B.V. weigert de daardoor onstane ongedaanmakingsverplichting tot terugbetaling van een deel van de koopsom (na verrekening met het volgens de B.V. opgeschorte bedrag door eisers berekend op € 937,37) na te komen.
Eisers hebben hun vordering ter incasso uit handen gegeven, hetgeen kosten tot gevolg heeft gehad. De B.V. is op grond van het bepaalde in artikel 6:96 BW gehouden de redelijke kosten tot verkrijging van betaling buiten rechte, door eisers gesteld op € 178,50, te voldoen.
2. De B.V. heeft hiertegen tot verweer aangevoerd dat zij de lade in kwestie herhaaldelijk aan eisers heeft aangeboden en dat zij deze nog steeds in haar magazijn ter beschikking heeft staan van eisers, mits eisers het opgeschorte bedrag ad € 189,= alsnog betalen. De klacht ten aanzien van de luchtbellen kan zowel volgens de spuiter van de tafel als volgens de Indonesische leverancier alleen ontstaan zijn door knoeien, bijvoorbeeld met water. Desondanks blijft de B.V. bereid de salontafel in kwestie te vernieuwen. De B.V. betwist dat zij niet de juiste tafel zou hebben geleverd. Eisers hebben deze volgens de B.V. zelf in de winkel uitgezocht.
De B.V. is niet bereid de ontbinding te aanvaarden. Zij heeft aangeboden de lade te leveren. Eisers zouden deze komen ophalen en bij die gelegenheid de salontafel meenemen, zodat bezien kon worden hoe die gerepareerd kon worden. Eisers willen echter niets anders dan hun aankoopsom terug en dat kan de B.V. niet accepteren.
De B.V. verwijst naar haar algemene voorwaarden, waaruit volgt dat in geval van geschillen de bevoegde rechter te Eindhoven ingeschakeld had moeten worden (artikel 12).
Ten slotte betwist de B.V. dat voor vergoeding in aanmerking komende buitengerechtelijke incassowerkzaamheden in relevante mate zouden zijn uitgevoerd. Voorts betwist zij de verschuldigdheid van de gevorderde rente, omdat de B.V. ook geen gebruiksvergoeding voor de inmiddels al wel geleverde meubels vraagt.
3. Eisers hebben daarop aangevoerd dat de B.V. pas op 2 november 2006 heeft laten weten de lade te zullen leveren na betaling van het opgeschorte bedrag. Dat is een onjuist voorstel, omdat betaling bij aflevering zou moeten gebeuren.
Ten aanzien van de salontafel hebben eisers herhaaldelijk om een oplossing verzocht. De enige reactie die zij naar hun zeggen van de B.V. hebben gekregen, was de mededeling van 22 november 2006 dat de B.V. bericht van de producent in Indonesië afwachtte.
Eisers betwisten dat zij met water op de salontafel hebben geknoeid. De luchtbellen zijn al na een paar dagen ontstaan en eisers hebben dit meteen aan de B.V. gemeld. Blijkens de overgelegde correspondentie hebben zij zich er daarbij ook over beklaagd dat, anders dan overeengekomen, geen massief teak-houten tafel en dressoir waren geleverd, maar gefineerde. De B.V. heeft meer dan genoeg gelegenheid gehad om de klacht ten aanzien van de tafel op te lossen. Dat de tafel gebreken vertoont wordt niet betwist.
Het forumkeuzebeding in de Algemene Voorwaarden is niet deugdelijk. Het verwijst naar een “arrondissement Eindhoven”, wat niet bestaat. Eisers hebben de bevoegde rechter benadert, zijnde de kantonrechter te Helmond.
Eisers hebben hun standpunten ten aanzien van de buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente nader toegelicht.
4. De B.V. heeft volhard in haar stellingname en daarbij opgemerkt dat eisers de meubels in gebruik hebben genomen. Het terugnemen van de meubels tegen terugbetaling van de volledige koopsom is niet redelijk. De buitengerechtelijke incassokosten waren niet nodig geweest, wanneer eisers gewoon hadden betaald en met de salontafel naar de B.V. toe waren gekomen, zoals is bedongen in de toepasselijke voorwaarden.
5. Als enerzijds gesteld en anderzijds niet, dan wel onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de in het geding gebrachte producties, voor zover de inhoud daarvan niet is weersproken, staat tussen partijen het navolgende vast.
Op 28 april 2006 hebben eisers met de B.V. een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot een tafel, salontafel en dressoir van massief teakhout en het kleuren en bezorgen daarvan. Op of omstreeks 6 juli 2006 zijn de meubels afgeleverd. Een lade van het dressoir bleek beschadigd te zijn. Om die reden hebben eisers betaling van een bedrag van € 189,= opgeschort. De bezorgers hebben de lade mee terug genomen.
De dag na aflevering bleken er twee luchtbellen te ontstaan in het blad van de salontafel. Dit is meteen telefonisch bij de B.V. gemeld. Op 15 juli 2006 hebben eisers een derde naar de meubels laten kijken, die constateerde dat de salontafel en het dressoir grotendeels gefineerd waren. Bij brief van 19 juli 2006 beklagen eisers zich bij de B.V. over de geleverde meubels, waarbij de B.V. een termijn wordt gegeven van 14 dagen om de problemen met de meubels op te lossen door óf massief-houten meubels te leveren óf de koop ongedaan te maken. Hierop volgt geen reactie van de B.V., althans geen schriftelijke.
Op 18 september 2006 is de B.V. door de gemachtigde van eisers in gebreke gesteld, waarbij de B.V. twee weken de tijd is gegeven om de lade te leveren en de koffietafel te vervangen. Daarbij is als nieuwe klacht aangevoerd dat het blad van deze tafel niet 3 cm dik is, zoals op de internetsite van de B.V. stond, maar slechts 1 cm., waardoor de salontafel niet de eigenschappen bezit die eisers daarvan mochten verwachten. Binnen de gegeven termijn is de B.V. niet aan de wensen van eisers tegemoet gekomen. Op 13 oktober 2006 is deze brief nogmaals aan de B.V. gestuurd met het verzoek om vóór 24 oktober 2006 te reageren. Op die dag was geen reactie van de B.V. ontvangen.
Op 2 november 2006 laat de B.V. vervolgens per e-mail weten dat eisers eerst € 150,= moet betalen, alvorens de lade van het dressoir zal worden geleverd. De B.V. verzoekt eisers om foto’s van de tafel op te sturen en merkt op dat bij aflevering van de meubels door eisers voor goede ontvangst is getekend.
Bij brief van 13 november 2006 biedt de gemachtigde van eisers de B.V. nog één maal de kans om uiterlijk op 20 november 2006 deugdelijk te presteren. De B.V. reageert met niet meer dan een e-mail van 22 november 2006 dat zij de foto’s van de tafel heeft doorgestuurd naar haar spuiterij en haar Indonesische leverancier.
6. Het beroep op onbevoegdheid van de kantonrechter te Helmond wordt verworpen. De B.V. grondt haar verweer op het dienaangaande in haar Algemene Voorwaarden opgenomen forum-keuzebeding. Dit beding verwijst naar de bevoegde rechter in het arrondissement Eindhoven. De rechterlijke indeling in Nederland kent echter geen arrondissement Eindhoven. Bij gebreke aan een deugdelijk (duidelijk en niet voor meerdere interpretaties vatbaar) forumkeuzebeding, dient aangenomen te worden dat de gebruikelijke competentieregeling van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing is. De B.V. wordt hierdoor ook niet in haar belangen geschaad, nu die competentieregeling leidt tot bevoegdheid van de kantonrechter te Helmond, in wiens rechtsgebied zij zelf is gevestigd.
7. De kantonrechter is van oordeel dat eisers bevoegd waren om, tot zekerheid voor nakoming door de B.V. van haar verplichting de dressoirlade te herstellen, een deel van hun betalingsver-plichting op te schorten. Het bedrag van € 189,= kan niet disproportioneel hoog worden bevonden. Het ware vervolgens eerst aan de B.V. om deugdelijk te presteren (lade te herstellen en bij eisers af te leveren), alvorens het ingehouden bedrag van € 189,= opeisbaar zou zijn geworden. De B.V. heeft wellicht met de mond beleden dat zij bereid was de lade af te leveren, maar zij heeft daar – ondanks herhaalde ingebrekestelling – niet naar gehandeld en is aldus in verzuim komen te verkeren ten aanzien van haar verplichting tot levering van de lade van het dressoir.
8. Ten aanzien van de salontafel geldt dat de B.V. volstrekt onweersproken laat dat deze voor wat betreft de dikte van het tafelblad niet voldoet aan de omschrijving op haar internetsite. Dat eisers de tafel in de winkel zouden hebben gezien, zoals door de B.V. bij antwoord opgemerkt, kan de kantonrechter niet aannemen, nu door eisers onweersproken zowel in de dagvaarding als in de bij de stukken gevoegde correspondentie is gesteld dat de koop via internet tot stand is gekomen. Onweersproken blijft voorts dat de tafel op de internetsite van de B.V. was aangeboden met een tafelblad van 3 cm. dik, terwijl deze in werkelijkheid slechts een tafelblad van 1 cm. dikte blijkt te hebben. Voorts laat de B.V. de klacht van eisers - opgenomen in de corres-pondentie – onweersproken dat zij massief teak-houten meubelen te koop heeft aangeboden, dat eisers die meubelen hebben gekocht en dat eisers vervolgens in elk geval voor wat betreft het dressoir en de koffietafel geen massief teak-houten meubels hebben gekregen, maar gefineerde. Aldus is ook afdoende komen vast te staan dat de geleverde meubels niet voldoen aan de gesloten koopovereenkomst.
9. De B.V. heeft de herhaaldelijk geboden mogelijkheden om alsnog na te komen laten passeren en is daardoor in verzuim geraakt. De ernst van het tekortschieten acht de kantonrechter ook van dien aard dat dit de ontbinding van de overeenkomst ten aanzien van het dressoir en de koffietafel alleszins rechtvaardigt. Terecht en op goede gronden hebben eisers daarom de koopovereenkomst ontbonden.
10. Door de ontbinding van de overeenkomst zijn over en weer ongedaanmakingsverplich-tingen ontstaan. De door eisers berekende som die de B.V. zou moeten terugbetalen, rekening houdend met een verrekening van het opgeschorte bedrag, is niet juist, omdat die uitgaat van een opgeschorte betaling ad € 150,=, terwijl voldoende is komen vast te staan dat een betaling van € 189,= is opgeschort. De door eisers gehanteerde berekening volgend (punt 6 dagvaarding), komt de kantonrechter op een terug te betalen koopsom na verrekening van het opgeschorte bedrag van € 898,33. Dat de meubels ondertussen bij eisers in gebruik zijn geweest, komt voor rekening en risico van de B.V., omdat zij tekort is geschoten in haar verplichtingen om tijdig na de terechte klachten van eisers alsnog deugdelijk te presteren. Om die reden hoeven eisers geen gebruiksver-goeding op het door hen verlangde bedrag in mindering te brengen.
11. De terugbetaling van de koopsom is in beginsel verplicht bij terugbezorging van de meubels. Nu de ongedaanmakingsverplichtingen zijn ontstaan doordat de B.V. haar verplichtingen niet is nagekomen, dient zij eisers te vrijwaren van kosten als gevolg van dit tekortschieten. Dat betekent dat de B.V. in beginsel verantwoordelijk is voor het terughalen van de meubels. Uit de gevoerde correspondentie volgt echter niet dat de B.V. daartoe is gesommeerd of dat zij op dit punt ooit in gebreke is gesteld. In de correspondentie over de ontbinding wordt alleen aangedrongen op betaling van een deel van de koopsom door de B.V.. Zij kan daartoe rechtens echter pas gehouden zijn, indien de meubels zijn teruggegeven, dan wel de B.V. na in gebreke stelling in verzuim is geraakt ten aanzien van haar verplichting de meubels op te halen. Daarbij zij opgemerkt dat eisers de meubels in beginsel niet hoeven af te geven, indien niet bij het ophalen contant het verlangde bedrag wordt afgerekend, omdat zij ook in deze onderlinge verhouding hun verplichting tot teruggaaf van de meubels mogen opschorten tot het moment van (terug)betaling. In beginsel geldt hier: gelijk oversteken.
12. De kantonrechter is niet gebleken dat de B.V. tot op heden in verzuim is geraakt ten aanzien van het ophalen van de meubels. Op praktische, proces-economische gronden zal de kantonrechter een tussenvonnis wijzen, waarbij partijen de gelegenheid wordt geboden om de zaak zelf af te werken. Voor wat betreft het door de B.V. aan eisers te betalen bedrag zij dienaangaande opgemerkt dat te zijner tijd de gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten toewijsbaar zal worden geoordeeld, omdat afdoende is gebleken dat de gemachtigde van eisers meer werkzaamheden heeft verricht dan het zenden van een enkel briefje ter inleiding van deze procedure. Voorts ligt het voor de hand dat de B.V. eisers de kosten van dit geding vergoedt (in elk geval de dagvaardingskosten en het betaalde vastrecht, tezamen € 235,31), omdat het voeren daarvan noodzakelijk is geworden als gevolg van het tekortschieten van de B.V.. Dat betekent dat eisers van de B.V. terugbetaling mogen verlangen van een bedrag van € 235,31 + € 178,50 + € 898,33, tezamen € 1.312,14. De B.V. zal de gelegenheid worden geboden om binnen vier weken na het wijzen van dit vonnis de geleverde koffietafel en het geleverde dressoir bij eisers op te halen tegen contante betaling van dat bedrag bij het ophalen ervan.
In verband hiermee zal de zaak worden aangehouden tot na te melden rolzitting om beide partijen de gelegenheid te geven zich uit te laten over de vraag of één en ander is geschied en, zo niet, waarom niet. Mocht dan blijken dat dat niet is gebeurd, dan zal de kantonrechter naar bevind van zaken een eindoordeel geven.
13. Mitsdien wordt nu beslist als na te melden. Elke verdere beoordeling en beslissing wordt aangehouden.
Verklaart zich bevoegd tot kennisneming van het onderhavige geschil;
Biedt de B.V. de gelegenheid om binnen vier weken na de datum van deze uitspraak het aan eisers geleverde dressoir en de koffietafel, partijen genoegzaam bekend, op te halen bij eisers onder betaling van een bedrag van € 1.312,14 (zegge: éénduizend driehonderdtwaalf euro, veertien eurocent) bij overdracht van de meubels;
Verstaat dat eisers gehouden zijn om die medewerking te verlenen die noodzakelijk is om de B.V. deze gelegenheid te laten benutten;
Verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 28 november 2007 te 10.30 uur om beide partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten omtrent de vraag of een en ander conform het hiervoor bepaalde is verlopen en, zo niet, nader aan te voeren waarom niet;
Houdt elke verdere beslissing aan.
Aldus gewezen te Helmond door mr. R.J.M. Cremers, kantonrechter, en aldaar uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 oktober 2007, in tegenwoordigheid van de griffier.