ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1061
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Kort geding
- J.H.W. Rullmann
- Rechtspraak.nl
Toegang tot het landelijk elektriciteitsnet en de verplichtingen van regionale netbeheerders
In deze zaak, die voor de Rechtbank 's-Hertogenbosch werd behandeld, stonden de vorderingen van Windnet B.V. en GTI Energy & Infra B.V. centraal, die als eisers optraden tegen Essent Netwerk B.V. De eisers vorderden dat Essent hen een volwaardige EAN-code zou verstrekken voor hun aansluiting op het Windnet, dat zij exploiteren. Dit was van belang voor de toegang tot de energiemarkt, aangezien zonder deze EAN-code de aangesloten windparken niet volwaardig konden deelnemen aan de markt. De zaak draaide om de uitleg van de Elektriciteitswet en de verplichtingen die daaruit voortvloeien voor regionale netbeheerders zoals Essent.
De rechtbank oordeelde dat de belangen van Windnet c.s. bij toewijzing van de vordering aanzienlijk zwaarder wogen dan die van Essent bij afwijzing. Essent had als regionale netbeheerder een monopoliepositie en was technisch in staat om de gevraagde EAN-codes te verstrekken. De rechter concludeerde dat het beleid van Essent, dat gericht was op het niet verstrekken van EAN-codes aan particuliere netten, mogelijk in strijd was met de Elektriciteitswet. De rechter wees de vorderingen van Windnet c.s. toe en legde Essent een dwangsom op voor iedere dag dat zij in gebreke bleef om aan de veroordelingen te voldoen. Tevens werd Essent veroordeeld in de proceskosten van Windnet c.s.
De uitspraak benadrukt het centrale beginsel van de Elektriciteitswet, dat toegang tot het elektriciteitsnet op niet-discriminerende voorwaarden moet worden geboden aan alle producenten, handelaren, leveranciers en afnemers van elektriciteit. De rechter gaf aan dat de uitleg van de wet en de bijbehorende codes cruciaal zijn voor de werking van de energiemarkt en dat de belangen van de eisers in deze context zwaar wogen.