ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1031
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor verdachte in ontuchtzaak door twijfel over verklaring aangeefster
In deze zaak, die werd behandeld door de rechtbank 's-Hertogenbosch, stond de verdachte terecht op beschuldiging van ontucht met een minderjarige. De tenlastelegging betrof seksuele handelingen met [slachtoffer 1], geboren in 1992, die op het moment van de feiten de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt. De zaak kwam aan het licht na een aangifte van [slachtoffer 1] op 3 januari 2007, waarin zij verklaarde dat de verdachte, die bevriend was met haar moeder, haar in de periode van 1 februari 2006 tot 15 juli 2006 meerdere keren had misbruikt.
De officier van justitie meende dat het primair tenlastegelegde kon worden bewezen op basis van de aangifte van [slachtoffer 1] en verklaringen van getuigen. De verdediging daarentegen betwistte de geloofwaardigheid van de verklaringen van [slachtoffer 1] en stelde dat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. De rechtbank heeft de medische omstandigheden van de verdachte, waaronder erectiestoornissen, in overweging genomen en kwam tot de conclusie dat de verklaring van [slachtoffer 1] niet door andere bewijsmiddelen werd ondersteund.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat er te veel twijfel bestond over de verklaringen van de aangeefster, waardoor het tenlastegelegde niet overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen. Dit vonnis is uitgesproken op 24 december 2007 door de meervoudige kamer van de rechtbank 's-Hertogenbosch, na een zorgvuldige afweging van de ingebrachte bewijsmiddelen en de verklaringen van betrokkenen.