ECLI:NL:RBSHE:2007:BC0413

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/841055-07 (nw)
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na vrijspraak

Op 19 december 2007 heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 01/841055-07. De vordering van de officier van justitie was gericht op de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ter hoogte van € 130.000,-. Deze vordering was gewijzigd ten opzichte van de oorspronkelijke eis van € 133.510,-. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld in het licht van de vrijspraak van de verdachte in de hoofdzaak, die eerder op 19 december 2007 had plaatsgevonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering tijdig was ingediend en dat deze was gebaseerd op de veronderstelling dat de verdachte schuldig was aan het hem tenlastegelegde feit. Echter, aangezien de verdachte in de hoofdzaak was vrijgesproken, was er geen grond meer voor de ontneming van het vermeende wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft daarbij ook gelet op het arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 8 november 2007, dat relevant was voor de beoordeling van de zaak. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten de vordering van de officier van justitie af te wijzen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

verkort vonnis 36e sr.
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/841055-07
Verkort vonnis 36e Sr. van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboorteplaats] 1972,
wonende te [adres], [woonplaats]
Onderzoek van de zaak:
De vordering van de officier van justitie strekt tot het opleggen van de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 133.510,- ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de vordering gewijzigd in die zin dat thans wordt gevorderd € 130.000,-.
Dit verkort vonnis 36e Sr. is op tegenspraak, met machtiging, gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 5 december 2007. De rechtbank heeft daarbij gelet op het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 8 november 2007.
Bij vonnis van de rechtbank van 19 december 2007 onder bovengenoemd parketnummer in de hoofdzaak is verdachte vrijgesproken van het hem tenlastegelegde feit.
De beoordeling
De vordering is tijdig ingediend.
Gezien het feit dat in de hoofdzaak verdachte is vrijgesproken van het hem tenlastegelegde feit, is de rechtbank van oordeel dat aan de onderhavige vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel niets meer ten grondslag ligt. Om deze reden zal de rechtbank de vordering tot ontneming dan ook afwijzen.
DE UITSPRAAK
Wijst de vordering van de officier van justitie af.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. I.M. Nusselder, voorzitter,
mr. A.F. van Hoorn en mr. C.B.M. Bruens, leden,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Kruitwagen, griffier,
en is uitgesproken op 19 december 2007.